Je mag er niet over spreken: Het zichzelf scheppende universum

In het eerste artikel zagen we dat God van de mens verwacht Hem als Schepper te erkennen en te vereren. Met de komst van de evolutietheorie en de theorie van de Big Bang echter hebben ongelovigen en vijanden van God wapens in handen om iets anders te leren. Stephen Hawking – de beroemde theoretisch natuurkundige met de blikken computerstem – schreef dat er geen noodzaak is voor een bovennatuurlijke schepper om het universum in gang te zetten. Dankzij allerlei natuurwetten heeft het universum zichzelf gecreëerd.

De schepping wordt zo ‘ontgoddelijkt’. Sterker nog, er is een proces gaande waarin alles wat in de Bijbel op bovennatuurlijk ingrijpen wijst wordt wegverklaard, dat wil zeggen dat het zo wordt uitgelegd dat het net lijkt alsof er iets anders staat.

Zeven voorbeelden

Hieronder enkele voorbeelden van eigenmachtige uitleg. Ze hebben gemeen dat ‘Het wonder moet worden verzwegen, het mag niet worden verteld!’ De eerste zes geef ik beknopt weer, de zevende is het eigenlijke onderwerp van dit artikel en komt daarna aan bod.

I. De doortocht door de Rode Zee:

Het wonder waarbij God volgens het Bijbelverhaal de Rode Zee spleet, wordt soms uitgelegd als een natuurlijk fenomeen, mogelijk veroorzaakt door sterke oostenwinden. Wetenschappers hebben gesuggereerd dat een uitzonderlijke wind over een langere periode een watermassa tijdelijk zou kunnen verplaatsen, waardoor een droog stuk land zichtbaar wordt.

Bezwaar: Het verhaal laat zien dat uiterste haast was geboden. Lang wachten op een sterke oostenwind was geen optie (Exodus 14).

II. Het voedsel in de woestijn:

Het wonder van het manna in de woestijn zou kunnen worden verklaard door natuurlijke hars of honingdauw, een zoete substantie uitgescheiden door bepaalde planten of insecten. Dit zou de Israëlieten van voedsel hebben voorzien tijdens hun tocht door de woestijn.

Bezwaar: In een woestijn groeit nauwelijks iets. Hoe kan een heel volk dan gevoed worden met wat die weinige planten voortbrengen?

III. Jezus die op het water loopt:

Een theorie stelt dat Jezus mogelijk over een ijsplaat liep, een verschijnsel dat zeldzaam maar niet onmogelijk is in het meer van Galilea, waar het water onder bepaalde klimatologische omstandigheden gedeeltelijk kan bevriezen. Dit zou kunnen verklaren waarom de Here Jezus leek te ‘lopen’ over het water.

Bezwaar: Toen Petrus het probeerde zonk hij weg, precies op de plaats waar de Here Jezus wel kon blijven staan! Bovendien stormde het hevig, met een forse zeegang tot gevolg (Mattheus 14 vers 22-33).

IV. Verandering van water in wijn:

Dit wonder van de Here Jezus in Kana is door sommigen beschouwd als een symbolische vertelling, of mogelijk als een gebeuren waarbij de wijn al aanwezig was, maar door de timing van de handeling van de Here Jezus als een wonder werd geïnterpreteerd. Sommigen suggereren dat er stiekem al wijn in de vaten zat. Er werd net gedaan of dat water was.

Bezwaar: Hiermee wordt het Bijbels getuigenis gedegradeerd tot nepnieuws!

V. De vermenigvuldiging van broden en vissen:

Dit wonder, waarbij de Here Jezus duizenden mensen voedde met slechts enkele broden en vissen, wordt soms geïnterpreteerd als een sociaal wonder: het delen van de weinige middelen inspireerde in die visie anderen in de menigte om ook hun meegebrachte voedsel te delen, wat uiteindelijk genoeg was voor iedereen.

Bezwaar: De geschiedenis laat duidelijk zien dat bijna niemand eten bij zich had (Mattheus 14 vers 13-21).

VI. Genezing van blinden:

Een oogarts heeft ooit verondersteld dat de Here Jezus blinden kon genezen door met zijn duimen op de oogbol te drukken, waardoor druk werd uitgeoefend op de oogzenuw of oogbal. Dit zou mogelijk iemands gezichtsvermogen tijdelijk kunnen herstellen, althans voor mensen met bepaalde aandoeningen zoals staar of netvliesloslating.

Bezwaar: De Here Jezus paste verschillende ‘methoden’ toe. Ten behoeve van de blindgeborene bijvoorbeeld maakte Hij slijk, bestreek zijn ogen en zei tegen hem: Ga heen naar het badwater Siloam en was u. En hij ging weg, waste zich en werd ziende (Johannes 9 vers 1-14). Geen sprake van ’trucjes’ dus.

De zondvloed (VII) en de opticien

Na de schepping is de zondvloed de Bijbelse gebeurtenis die het meest onder vuur ligt. We zullen zien dat morrelen aan de overtuiging dat er een wereldwijde vloed is geweest grote consequenties heeft. In het vorige artikel hebben we aandacht besteed aan het begrip ‘paradigma’, de wetenschappelijke ‘bril’ waardoorheen iemand naar de wereld om zich heen kijkt en conclusies trekt. Bij de beantwoording van de vele vragen aangaande het wel of niet van de zondvloed, doet zich allereerst de vraag voor door welke bril we kijken. Net als de opticien die verschillende meetgegevens combineert om tot een goed resultaat te komen, kunnen we hier ook door te combineren een scherpere (?) blik krijgen.

  • Alleen de natuur bestaat. Bovennatuurlijke zaken bestaan niet. )1
  • Alle gebeurtenissen, dus ook alle natuurlijke processen, worden voor de volle 100% bepaald door voorafgaande oorzaken en natuurwetten. )2
  • De processen die we vandaag de dag in de natuur zien, zoals erosie of vulkanisme, hebben ook in het verleden altijd op dezelfde manier plaatsgevonden. )3
  • Natuurwetten en natuurkundige eigenschappen bestaan objectief en onveranderlijk, onafhankelijk van menselijke waarneming. De natuur opereert volgens vaste wetten, waar of wanneer maakt niet uit. )4
  • Alle effecten hebben een oorzaak en deze oorzaak-gevolgrelatie doet zich altijd op eenzelfde manier voor. Processen in de natuur werken dus altijd in een bepaalde richting, namelijk van oorzaak naar gevolg. )5

Deze en nog weer andere lenzen tezamen vormen een paradigma gelijk aan wat we de bril van de klassieke fysica zouden kunnen noemen. Als die bril goed is aangemeten zou je in theorie stap voor stap terug kunnen gaan in de geschiedenis. Bijvoorbeeld met behulp van de koolstofdateringsmethode: deze meet de hoeveelheid overgebleven C14 in een dood organisme om te bepalen hoelang het geleden is dat het gestorven is. Deze methode maakt het mogelijk om de leeftijd van fossielen, oude botten, en andere organische resten tot ongeveer 50.000 jaar oud te dateren.

Omdat dit artikel de zondvloed als onderwerp heeft, zet ik twee wereldomvattende rampen naast elkaar.

Ramp 1: Uitsterven dinosauriërs Ramp 2: Vernietiging door de zondvloed
66 miljoen jaar geleden sloeg – in wat nu Mexico heet – een planetoïde in. De gevolgen waren catastrofaal en leidden o.a. tot het uitsterven van de dinosauriërs. Een wereldwijde dunne laag iridium wordt als bewijs aangemerkt. Maximaal 20.000 jaar geleden verwoestte een wereldwijde vloed al het landleven op aarde. De overal op aarde aangetroffen metersdikke sedimentlagen worden als bewijs aangemerkt.
Deze ramp heeft zich volgens de wetenschap echt voltrokken, ondanks slechts enkele bewijsvondsten. De oorzaak was immers een natuurlijke: de inslag van een planetoïde. De ‘wetenschappelijke’ bril laat deze conclusie toe. Deze ramp heeft zich volgens de wetenschap niet voltrokken, ondanks een overweldigende hoeveelheid bewijsvondsten – en een gedetailleerd ooggetuigenverslag (!). De oorzaak was echter een Goddelijk – dus bovennatuurlijk – ingrijpen. De ‘wetenschappelijke’ bril laat dat niet toe.

Op deze manier worden talloze vondsten geweigerd als bewijs )8. Niet omdat zo’n vondst ondeugdelijk zou zijn, maar omdat men ze met hun bril niet (kan / wil?) zien, wat met een andere bril wel gezien zou worden. En wie het waagt dit alles aan de orde te stellen, wordt weggezet als iemand die zich met ‘pseudowetenschap’ bezighoudt. En dat hoort niet op onze universiteiten.

Opmerkelijk genoeg is er sinds het begin van de 20ste eeuw een kentering waarneembaar. De kwantummechanica, de chaostheorie, de multiversum-theorie en meer, laten zien dat de klassieke mechanica op diverse punten niet langer houdbaar is.

De Bijbel

We zagen dat het determinisme zegt dat alle gebeurtenissen voor de volle 100% worden bepaald door voorafgaande oorzaken en natuurwetten. Dus ‘iets uit niets’ kan niet. Laat de Bijbel ons nu juist leren dat dat wel kan…

Door het geloof zien wij in dat de wereld tot stand gebracht is door het Woord van God, en wel zo dat de dingen die men ziet, niet ontstaan zijn uit wat zichtbaar is. (Hebreeën 11 vers 3)

Dus niet: de huidige toestand is het gevolg van een vorige toestand, maar: de werkelijkheid is ontstaan uit het niets, door het spreken van God.

6 Door het Woord van de Here is de hemel gemaakt, door de Geest van Zijn mond heel hun legermacht.

9 Want Híj spreekt en het is er, Híj gebiedt en het staat er. (Psalm 33 vers 6,9)

‘Iets uit niets’ maakt ook dat de zondvloed nooit kan zijn gebeurd. Er is immers geen aanwijsbare oorzaak? God? Nee, onmogelijk, want het naturalisme zegt dat bovennatuurlijke zaken niet bestaan. God bestaat dus ook niet. Het zijn dus ‘filosofische’ argumenten die de doorslag geven, niet de paleontologische )6 en geologische )7 bewijsvondsten.

Profetie

Nu weten we dat de Bijbel dit soort redeneringen 2000 jaar geleden al aankondigde. Hoe ironisch wil je het hebben?

3 Weet dit eerst, dat er in het laatst van de dagen spotters met spotternij zullen komen, die naar hun eigen begeerten wandelen

4 en zeggen: Waar is de belofte van zijn komst? Want sinds de vaderen zijn ontslapen, blijft alles zoals van het begin van de schepping.

5 Want moedwillig is hun dit onbekend, dat door het woord van God de hemelen van oudsher waren en een aarde bestaande uit water en door water,

6 waardoor de toenmalige wereld, door water overstroomd, vergaan is. (Telos)(2 Petrus 3 vers 3-6)

Wat Petrus schreef is vandaag de dag werkelijkheid. Het Woord van God wordt inderdaad voortdurend belachelijk gemaakt. Wat schrijft Petrus? De mensen van de toekomst (en die toekomst is nu!) zeggen: ‘Want sinds de vaderen zijn ontslapen, blijft alles zoals van het begin van de schepping.’ Lijkt dat niet sprekend op het ‘uniformitarianisme’? Hun boze opzet (er staat immers moedwillig!) is de zoveelste aanval op Gods Woord. Deze spotters willen dat de mensheid vergeet dat God alles schiep door zijn Woord, dat het Woord van God het heelal bestuurt en dat Zijn Woord alles bijeen houdt. Bovendien veroorzaakte Gods Woord de zondvloed. Boze opzet of moedwilligheid betekent hier dat ze de waarheid wel kennen, maar er niets van willen weten. Deze opzet leidt ertoe dat de profetische lading van het zondvloedverhaal uit zicht raakt.

Maar de tegenwoordige hemelen en de aarde zijn door hetzelfde woord opgespaard voor het vuur en worden bewaard tot de dag van het oordeel en van de ondergang van de goddeloze mensen. (Telos)(2 Petrus 3 vers 7)

Gods oordeel komt! Zoals Gods Woord eens de zondvloed over de gehele aarde bracht, zo zal Hij opnieuw door Zijn Woord de aarde oordelen. Niet door water, maar door vuur. En dat wil men niet horen, men steekt liever de (geleerde) kop in het zand (2 Korinte 10 vers 5; Kolosse 2 vers 4). Er is overigens niets nieuws onder de zon. Noach bouwde niet alleen de ark, hij predikte ook. Petrus noemt hem een prediker van de gerechtigheid (2 Petrus 2 vers 5). Zijn boodschap was dat God volkomen in Zijn recht stond de wereld te oordelen. Zijn waarschuwing werd echter niet geloofd, net zoals die in onze tijd niet wordt aangenomen.

Geen zondvloed, geen waarschuwing

Petrus verbindt het oordeel van de zondvloed met het komende oordeel. Zoals de toenmalige verdorven wereld werd vernietigd door middel van water, zo zal de toekomstige verdorven wereld door vuur worden vernietigd. Stel je voor dat zou kunnen worden bewezen dat er nimmer een wereldomvattende zondvloed is geweest, wat zou er dan van de waarschuwing met betrekking tot het komende oordeel overblijven? Niets uiteraard, het zou inderdaad een lachertje zijn. En zelfs als er toch een eindoordeel met vuur zou komen, dan nog heeft het zondvloedverhaal ons niets te zeggen. Het is niet gebeurd, dus (zal men concluderen): er komt geen eindoordeel. Maar Petrus was niet de enige die aandacht aan de zondvloed besteedde. De Here Jezus Zelf heeft veel over de vloed en de daaruit voortvloeiende consequenties gesproken. 

37 Zoals de dagen van Noach waren, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn.

38 Want zoals ze bezig waren in de dagen voor de zondvloed met eten, drinken, trouwen en ten huwelijk geven, tot op de dag waarop Noach de ark binnenging,

39 en het niet merkten, totdat de zondvloed kwam en hen allen wegnam, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn. (Mattheus 24 vers 37-38)

De Here Jezus benadrukt dat de gebeurtenissen voorafgaand aan Zijn wederkomst in elk opzicht te vergelijken zijn met de gebeurtenissen voorafgaand aan de zondvloed )9. Het zal een wereld zijn waarin men met van alles bezig is, behalve met de dingen van God. Eten, drinken, trouwen en ten huwelijk geven zijn op zichzelf geen slechte dingen. Het is de dagelijkse gang van zaken in een mensenleven. Maar onder die laag van normaliteit, ligt het kwaad in al zijn afschuwelijkheid. Het is in het verslag van Genesis dan ook God Zelf die vaststelt dat de maat vol is.

En de Here zag dat de slechtheid van de mens op de aarde groot was, en dat al de gedachtespinsels van zijn hart elke dag alleen maar slecht waren. (Genesis 6 vers 5)

11 Maar de aarde was verdorven voor Gods aangezicht en de aarde was vol met geweld.

12 Toen zag God de aarde, en zie, zij was verdorven; want alle vlees had een verdorven levenswandel op de aarde. (Genesis 5 vers 11-12)

De toestand van de mensheid vlak voor de wederkomst van Christus zal net zo slecht, ja nog slechter zijn dan in de dagen van Noach. Vlak voor de wederkomst van Christus wil zeggen tijdens de Grote Verdrukking. Dit is de periode van zeven jaar, gezien door Daniel, ook bekend als de zeventigste jaarweek (Daniel 9 vers 20-27). Deze periode ligt tussen de Opname en de wederkomst van de Here Jezus. In deze rampzalige tijd zal de mensheid in groten getale buigen voor de antichrist en zijn valse profeet. Dit onedele duo zal geïnspireerd worden door satan, en diens macht en kracht ontvangen (Openbaring 13). Vanuit de hemel wordt gedurende die periode een groot aantal oordelen over de aarde en de mensheid uitgestort. Elk van die oordelen wordt voorafgegaan door een hemelse handeling. Zeven zegels worden geopend, zeven bazuinen zullen klinken en zeven schalen, gevuld met de gramschap van God, worden uitgegoten. Eén bijkomend oordeel roept de mensheid echter over zichzelf af: de heerschappij van de antichrist. Eeuwen en eeuwen lang heeft de mensheid zich gehaast om afgoderij te plegen. Altijd weer wilde men een ‘zichtbare’ (af)god. Achter deze beelden van afgoden zaten en zitten demonen (Deuteronomium 32 vers 16-17; Openbaring 9 vers 20). Tijdens de Grote Verdrukking zal er weer een afgodsbeeld zijn. Het wordt geplaatst op het tempelplein van de dan gebouwde tempel. Maar achter deze afgod zit niet zomaar een demon (is al erg genoeg!), maar satan persoonlijk. Met andere woorden, satan bereikt wat hij altijd al heeft nagestreefd: aan zich laten zien dat hij god is! Het is allemaal een herhaling van Noachs dagen. Genesis 6 vers 1-4 geeft een verslag van de angstwekkende intieme omgang van gevallen engelen met mensen. De mensheid liet zich massaal verleiden, en betaalde de ultieme prijs. Zo zal het ook gaan vlak voor de wederkomst van Christus …

De doop

De zondvloed is echt gebeurd. De Here Jezus laat daarover geen enkele twijfel bestaan. We begrepen dat het voor ons vooral een waarschuwing is. Zoals God eenmaal door het water de mensheid oordeelde, zo zal Hij dat in de (nabije?) toekomst nogmaals doen door middel van vuur. Zo zeker als de zondvloed ooit plaatsvond, zo zeker zal ook Gods toekomstige oordeel zijn. Maar de zondvloed is ook een tegenbeeld (voorafbeelding, voorafschaduwing), schrijft Petrus.

18 (…) Christus heeft eenmaal voor de zonden geleden, Hij, Die rechtvaardig was, voor onrechtvaardigen, opdat Hij ons tot God zou brengen. Hij is wel ter dood gebracht in het vlees, maar levend gemaakt door de Geest,

19 door Wie Hij ook, toen Hij heenging, aan de geesten in de gevangenis gepredikt heeft,

20 namelijk aan hen die voorheen ongehoorzaam waren, toen God in Zijn geduld nog eenmaal wachtte in de dagen van Noach, terwijl de ark gebouwd werd, waarin weinige – dat is acht – mensen behouden werden door het water heen.

21 Het tegenbeeld daarvan, de doop, behoudt nu ook ons. Maar niet als een verwijderen van het vuil van het lichaam, maar als vraag aan God van een goed geweten, door de opstanding van Jezus Christus,

22 Die aan de rechterhand van God is, opgevaren naar de hemel, terwijl de engelen, machten en krachten Hem onderworpen zijn. (1 Petrus 3 vers 18-22)

De zondvloed betekende de reiniging van de aarde. Door de zondvloed werd de aarde gezuiverd van de zonde en onrechtvaardigheid, waarbij God Noach en zijn familie redde door de ark. Het water van de vloed is hier dus een middel van oordeel voor de zondaars, maar tegelijkertijd een middel van redding voor de rechtvaardigen.

De doop symboliseert ook reiniging, maar dan van persoonlijke zonde. De doop is als een geestelijke wedergeboorte, waarbij het onderdompelen in water symbool staat voor het afwassen van zonden en de opstanding tot een nieuw leven in Christus (Romeinen 6 vers 4). Je zou de doop dus een symbolische herhaling van de zuiverende kracht van het water uit de zondvloed kunnen noemen, maar nu in geestelijk opzicht.

Bovendien volgt zowel na de zondvloed als na de doop een nieuw begin. Na afloop van de zondvloed maakt God immers een nieuw verbond tussen Hem en de mensheid, en krijgt de aarde een tweede kans. Evenzo markeert de doop het begin van een nieuw leven in Christus, een geestelijke wedergeboorte en een nieuwe relatie tussen God en de gedoopte persoon.

Elke keer als iemand gedoopt wordt mag hij of zij dus weten dat de handeling ‘door het water heen’ een symbolische herhaling is van de redding van Noach en zijn familie. Het was Gods goedheid en genade dat enkelen konden worden gered. Het is eveneens Gods goedheid en genade dat Hij de Here Jezus overgaf om ons te redden van het toekomstige oordeel. God bracht Noach in veiligheid, nu brengt God ons in veiligheid.

Conclusie

De impact van het ‘echt-zijn-gebeurd’ van de zondvloed is gelijk aan die van de schepping. Ontken dat er ooit een wereldomvattende vloed is geweest, en je haalt een belangrijk fundament onder het onderwijs van het Nieuwe Testament weg.

Genesis 6 toont ons dat God niet tolereert dat door Hem gestelde grenzen worden overschreden. Intieme omgang tussen (gevallen) engelen en mensen is zeer uit den boze. De engelen (onsterfelijke zonen van God, Genesis 6 vers 2) werden van de aarde verwijderd en gevangengezet in ‘de gevangenis’ (1 Petrus 3 vers 19-20; Judas 1 vers 6). De (wel sterfelijke) mensen werden ook van de aarde verwijderd. Ze stierven een smadelijke dood en verblijven sindsdien in de hel (vergelijk Lukas 16 vers 23). Beide groepen wachten nog steeds op de dag van hun oordeel. De zondvloed leert ons dus allereerst dat de zonde iets vreselijks is. Wij mensen zijn bij lange na niet in staat de diepte ervan te peilen. Alleen God kan dat. En Hij handelt er dan ook naar.

Onze wereld glijdt langzaam maar zeker af naar een toestand die vergelijkbaar is met de rampzaligheid ten tijde van Noach. Als de Gemeente is opgenomen, en met haar de wederhouder (de Heilige Geest), zal de satan zijn kans grijpen en miljarden mensen misleiden tot aanbidding van de antichrist (bij wijze van spreken: de incarnatie van satan) (2 Thessalonica 2 vers 3-12). De voortekenen hiervan zien we hand over hand toenemen. Wie echter vasthoudt aan het geloof in Christus komt meer en meer onder druk te staan. Christenen zijn wereldwijd al jaren de meest vervolgde religieuze groep volgens recente rapporten van Open Doors.

Christenen zijn degenen die weten hoe de werkelijkheid in elkaar zit. Er is een geestelijke strijd gaande om die kennis. De bron van die kennis is de Bijbel. Steeds opnieuw klinkt de sinistere stem van satan: ‘Is het echt zo dat God dat gezegd heeft? Schepping in zeven dagen? Een wereldwijde zondvloed? Dat kun je als moderne mens in de 21ste eeuw toch niet meer letterlijk nemen? De wetenschap heeft toch aangetoond dat …’ Enzovoort.

De zondvloed vertelt ons dat God opnieuw de wereld zal oordelen en vernietigen, ditmaal door vuur. De zondvloed waarschuwt ons niet op dezelfde wijze te reageren als de mensen in de tijd van Noach. Leef niet voor jezelf, maar leef voor en met God. Wees waakzaam. De zondvloed leert ons ook dat God al 2000 jaar lang een nieuwe ark heeft klaarliggen voor onze redding. Die redding ligt in het geloof in de Persoon en het verzoenende werk van Christus. De doop beeldt uit hoe die redding op persoonlijk niveau in zijn werk gaat. Met en door water. Net zoals de zondvloed.

Er niet over spreken? We moeten er juist wél over spreken!


)1 naturalisme

)2 determinisme

)3 uniformitarianisme

)4 fysisch realisme

)5 causaliteit

)6 kennis van de fossiele overblijfselen, wetenschap van fossielen

)7 leer van de bouw en de ontwikkelingsgeschiedenis van de aardkorst en van de processen die zich in de aardkorst afspelen, aardkunde

)8 Klik hier en hier en hier voor meer Bijbelse en wetenschappelijke argumenten voor een wereldwijde zondvloed.

)9 Helaas wordt dit gedeelte nogal eens aangezien voor een beschrijving van de Opname van de Gemeente. Klik hier om te lezen waarom dat niet klopt.