In het eerste artikel zagen we dat er een voortdurende valse prediking gaande is aangaande de Here Jezus en Zijn werk op Golgotha. Die valse leer komt tot uiting in de ontkenning dat de Here Jezus de Christus (de Messias) is, dat er een eeuwige relatie is tussen God de Vader en God de Zoon, en dat de Here Jezus waarachtig Mens is. Bovendien wordt het verzoeningswerk van de Here Jezus ontkend of genegeerd, het gezag van Gods Woord ondermijnd en ontvangt God niet de eer voor Zijn prachtige schepping. In dit tweede artikel kijken we naar de verwerkelijking van de profetie uit Daniël 7:25 ‘(…) Hij zal erop uit zijn bepaalde tijden en de wet te veranderen, (…)’
Schepping en wet
God heeft hemel en aarde geschapen, het leven, plantaardig en dierlijk, en de mens. Dit betekent dat er maar Een is Die weet hoe alles dient te functioneren. Gods wet is een van Zijn openbaringen op dit punt. Deze wet is heilig en goed (Romeinen 7:12). In alles wat God voorschrijft herkennen we Zijn rechtvaardigheid. Paulus schrijft dan ook over ‘de rechtvaardige eis van de wet’ (Romeinen 8:4), en die is niets minder dan volmaaktheid (Mattheüs 5:48). Immers, wie één onderdeel van de wet overtreedt staat schuldig aan alle geboden (Jakobus 2:10). De wet stelt dus eisen, maar geeft niet de kracht om aan die eisen te voldoen. En aangezien geen mens de kracht heeft om Gods wet te volbrengen, staat hij schuldig tegenover God.
Gelukkig hoeven christenen niet in eigen kracht de wet te houden. Het is niet langer werken, het is nu geloven. Geloven in Jezus Christus. In Hem is geen zonde (1 Johannes 3:5B). Hij werkt met Zijn Woord en Geest in ons. Het doel van dat werk is: gelijkvormig worden aan Hem (2 Korinte 3:18).
Betekent dit dat we de vijf boeken van Mozes kunnen afschaffen? Zeker niet. Het is belangrijk de wet van God te kennen. Alle boeken van de Bijbel zijn geschreven ’tot onze onderwijzing’ (Romeinen 15:4). De Here Jezus Zelf waarschuwt niets af te doen van de wet (Mattheüs 5:19). Maar let op: niet om onze behoudenis te bewerken, maar om Gods wegen te leren kennen. Psalm 119 is niet voor niets geschreven! De uitroep ‘Hoe lief heb ik Uw wet! Hij is heel de dag mijn overdenking’ (Psalm 119:97), zou iedere christen zich eigen moeten maken.
Ontzetting
Helaas wordt Gods wet alle eeuwen door met voeten getreden. God voorzag dat Zijn volk Israël de wet niet zou willen (!) houden.
14 Maar als u niet naar Mij luistert (1) en al deze geboden niet doet (2),
15 als u Mijn verordeningen verwerpt (3) en als uw ziel van Mijn bepalingen walgt (4), zodat u geen enkele van Mijn geboden doet (2) door Mijn verbond te verbreken (5),
16 dan […] (Leviticus 26:14-16)
Niet luisteren (1) is een uiting van minachting. Het leidt tot ongehoorzaamheid en het verwerpen van God verordeningen (3). Het is dus niet slechts een houding van onverschilligheid maar een bewust aan Gods inzettingen en geboden voorbijgaan. Het niet doen van Gods geboden (2) leidt tot Verbondsbreuk (5). De afkeer zal zo sterk zijn dat er sprake is van walging (4), wat betekent dat men een fysieke reactie (kokhalzen) ondergaat.
Nu zijn deze woorden in eerste instantie voor Israël bestemd. Maar de strekking geldt ieder mens – Jood, Christen en heiden. Paulus schrijft immers vergelijkbare woorden over de mensheid in het algemeen.
Zij kennen het recht van God, [namelijk] dat zij die zulke dingen doen de dood verdienen, en [toch] doen zij niet alleen zelf deze dingen, maar stemmen ook in met hen die ze doen. (Romeinen 1:32)
God straft goddeloosheid en ongerechtigheid (met de dood), dat is Zijn recht. De mensheid weet dit, maar doet het toch en keurt het goed als men anderen op dezelfde manier ziet zondigen. Van een gelovige wordt precies het tegenovergestelde verwacht. Niet goedkeuren, maar ontmaskeren!
11 En neem niet deel aan de onvruchtbare werken van de duisternis, maar ontmasker ze veeleer.
12 Want wat heimelijk door hen gedaan wordt, is te schandelijk om zelfs maar te vertellen. (Efeze 5:11-12)
Tijden en wet
De antichrist heeft er alle belang bij de mensheid te verleiden Gods wetten te negeren. Dat hij dat zou doen is door Daniël geprofeteerd.
Hij zal woorden spreken tegen de Allerhoogste (1), en de heiligen van de Allerhoogste ten gronde richten (2); hij zal er op uit zijn tijden en wet te veranderen (3), en zij zullen in zijn macht gegeven worden voor een tijd, tijden en een halve tijd (2). (Daniel 7:25)
1, zie Openbaring 13:5; 2, zie Openbaring 13:7; 3, zie Daniël 9:27B
De antichrist zal tijden en wetten willen veranderen. Tijden ziet op feestdagen en bijzondere gelegenheden, wetten op Gods geboden, verboden, inzettingen, verordeningen en bepalingen. Het ligt voor de hand dat dit proces nu al gaande is.
Het veranderen van tijden en wetten
Hoewel het veranderen van tijden en wetten vooral een zaak van de eindtijd is, werpt het zijn schaduw al vooruit. We kunnen dit zien aan de steeds luider wordende stemmen in onze tijd die proberen alles wat herinnert aan God en Christus uit de samenleving te verbannen. De intolerantie groeit gestaag. Hieronder beknopt weergegeven een aantal voorbeelden.
Games en films presenteren een alternatieve kijk op de geschiedenis van het christendom. De wonderen waarvan de Bijbel rept zijn in werkelijkheid ‘werkzaamheden van technologische hoogstandjes van super geavanceerde beschavingen uit een ver verleden’.
Westerse samenlevingen, die historisch geworteld zijn in het christendom, worden steeds meer seculier. Dit houdt in dat religieuze invloeden in de samenleving verminderen, een proces dat zich dikwijls uit als een vorm van onverdraagzaamheid.
Politieke correctheid is het vermijden van bepaalde taaluitingen of gedragingen die als beledigend of discriminerend kunnen worden beschouwd voor met name minderheden. Bepaalde vormen van politieke correctheid worden door gelovigen echter juist als wel beperkend ervaren voor hun christelijke overtuigingen, zoals het inperken van religieuze uitingen in openbare ruimtes of kritiek op religieuze standpunten die als ‘achterhaald’ worden beschouwd.
Media en de entertainmentindustrie zijn niet zelden eenzijdig negatief tegenover het christendom, bijvoorbeeld door christelijke personages of overtuigingen belachelijk te maken. Dit klemt des te meer als we bedenken dat diezelfde media aan zelfcensuur doen als het gaat om islamkritiek.
Wetenschap: Onderwijsminister Maria van der Hoeven schreef in maart 2005 op haar weblog veel te voelen voor de stroming van het intelligent design. In mei 2005 vroeg ze een Kamerdebat aan om de intelligent design-theorie op Nederlandse scholen onderwezen te krijgen. Ze kreeg in dit debat de nodige kritiek te verduren, met name van de niet-confessionele partijen, waarop ze haar voorstel introk. Vooral de reactie van D66 was ongemeen fel.
Onze jaarkalender ruimt tijd in voor het vieren van de hoogtepunten van het christelijk geloof. Wie navraag doet, zal merken dat veel mensen geen idee hebben wat die feesten betekenen. Dat het in de praktijk neerkomt op een extra vrije dag wordt uiteraard hogelijk gewaardeerd.
Sinterklaas draagt in toenemende mate geen kruis meer op zijn mijter. Het gaat hier om een ‘aanpassing aan de veranderende maatschappij en culturele context in Nederland‘. Het is geen algemene regel, maar een keuze die sommige organisatoren van Sinterklaasvieringen hebben gemaakt om het feest toegankelijker en inclusiever te maken.
Er wordt reclame gemaakt voor het hebben van een affaire. Slogans als ‘maak uw leven spannender, neem een affaire’ en ‘flirten is niet alleen voor singles’ zijn veelvoudig aanwezig op televisie, radio en in de openbare ruimte. Een regelrechte aanslag op een van de meest fundamentele waarden van onze samenleving: huwelijkstrouw.
Wie op respectvolle wijze zijn of haar Bijbelse opvatting over huwelijk en seksualiteit verwoordt, kan zomaar in een strafrechtelijk onderzoek verzeild raken. Recente voorbeelden zijn de gevallen van het Finse parlementslid Päivi Räsänen en de Nederlandse dominee Anthonie Kort. Zij stonden beide voor de rechter vanwege uitlatingen over homoseksualiteit die ‘grensoverschrijdend’ zouden zijn. In het geval van het Finse parlementslid ging het om het citeren van een Bijbeltekst uit Romeinen 1.
De meeste overheden weten niets van een verantwoording schuldig zijn aan God wat betreft hun daden. Ze komen met wetten die lijnrecht tegen het Woord van God ingaan, en weten dit ook. Waarschuwingen van christenen aan het adres van de overheden worden beleefd of geïrriteerd aangehoord, maar leiden zelden tot ingrijpende koerswijzigingen.
Het veranderen van wetten
De antichrist zal Gods wetten veranderen. Uiteraard zal hij niet in staat zijn ze echt aan te passen. Wel kan hij de uitvoering ervan dwarsbomen door regeringen wetten aan te laten nemen die dwars tegen Gods wil ingaan. Dit zal vooral het geval zijn op het gebied van ethiek – over wat moreel gezien goed en slecht is. En dan met name onderwerpen als het abortus, euthanasie, en huwelijk.
Abortus en euthanasie
Voor een christen liggen op dit vlak de zaken duidelijk. God heeft gezegd: ‘Gij zult niet doodslaan’ (Exodus 20:13). Maar deze woorden overtuigen de wereld niet. Wie het waagt in discussies abortus en euthanasie op een lijn te plaatsen met doodslag (moord) kan rekenen op felle negatieve reacties en verontwaardiging. De geluiden om abortus uit het Wetboek van strafrecht te halen en zelfs aan te merken als mensenrecht worden ondertussen steeds sterker.
De basishouding in dit alles is de gedachte dat de mens over zijn eigen leven mag beschikken, en waar het abortus aangaat zelfs over het leven van een ander. De Here Jezus heeft in Zijn Woord echter duidelijk gemaakt dat het anders zit.
Lukas verhaalt hoe iemand aan de Here Jezus vraagt of Hij tegen de broer van de vraagsteller wil zeggen de erfenis te delen (Lukas 12:13-15). Op het eerste gezicht een redelijke vraag. Maar de achtergrond is hebzucht. De Here Jezus komt dan ook met een scherpe waarschuwing. Het leven is iets dat door God gegeven is. We hebben dat leven als het ware in bruikleen, maar voor iedereen geldt dat God Zijn eigendom eens zal opeisen.
En Hij zei tegen hen: Kijk uit en wees op uw hoede voor de hebzucht. Immers, al heeft iemand overvloed, zijn leven behoort niet tot zijn bezit. (Lukas 12:15)
Vervolgens vertelt de Here een gelijkenis.
Hij zei: “Het land van een rijke man had een grote oogst opgeleverd. Toen overlegde hij bij zichzelf: ‘Wat moet ik doen? Want ik heb geen ruimte om mijn oogst op te bergen’. En hij zei: ‘Dit zal ik doen: ik zal mijn schuren afbreken en grotere bouwen; daarin kan ik dan heel mijn rijkdom aan koren opbergen. En dan zeg ik tegen mijzelf: Man, je hebt een grote rijkdom liggen voor heel veel jaren; rust nu maar eens uit, eet, drink en wees vrolijk!’ Maar God zei tegen hem: ‘Jij dwaas, in deze zelfde nacht zul je je leven moeten afstaan; en al die rijkdom die je verzameld hebt, wie zal het nu krijgen?’ Zo vergaat het ieder die schatten bijeenschraapt en die niet rijk is in God.” (Lukas 12:16-21)(Vertaling Anne de Vries)
Het leven is van God. Hij geeft het, Hij neemt het weer. Geen wonder dat het gebod luidt: ‘Gij zult niet doodslaan’. Zowel abortus als euthanasie zijn een inbreuk op de rechten van God.
In mijn artikel Gij zult niet doodslaan schreef ik het volgende.
Ongeboren leven
Vaak hoor je zeggen dat je in de Bijbel niets vindt over het al of niet mogen toepassen van abortus. En ja, de term zul je niet vinden. Maar de zaak – het afbreken van een zwangerschap – wel degelijk. We vinden het in Exodus 22 als onderdeel van een nadere uitleg van de Tien Geboden.
22 Wanneer mannen vechten en daarbij een zwangere vrouw zó treffen dat haar kind geboren wordt, maar er geen dodelijk letsel is, dan moet de schuldige zeker een boete betalen, zo groot als de echtgenoot van de vrouw hem oplegt. Hij moet die betalen via de rechters.
23 Maar als er wel dodelijk letsel is, moet u geven leven voor leven,
24 oog voor oog, tand voor tand, hand voor hand, voet voor voet,
25 brandwond voor brandwond, wond voor wond, striem voor striem. (HSV)(Exodus 21:22-25)
God stelt twee gevallen strafbaar als een kind voortijdig geboren wordt:
1. het kind wordt voortijdig geboren zonder dodelijk letsel (het kind blijft in leven);
2. het kind wordt voortijdig geboren met dodelijk letsel (het kind sterft).
In het eerste geval wordt aan de veroorzaker van de voortijdige bevalling een boete opgelegd. In het tweede geval moet de veroorzaker ter dood gebracht worden volgens het principe ‘een leven voor een leven’. Dus: het doden van zowel geboren als ongeboren leven wordt door God beoordeeld als het toebrengen van dodelijk letsel.
De situatie die geschetst wordt is zeer leerrijk. Het gaat om vechtende mannen. Ze hebben ruzie, zoveel is duidelijk. Ook duidelijk is dat de vechtpartij niet tot doel heeft de zwangere vrouw te treffen. Toch gebeurt dat en het gaat mis. Het kind wordt voortijdig geboren.
Laat dit toch goed tot ons doordringen. Als het niet-opzettelijk veroorzaken van een te vroege bevalling door God als doodslag wordt beschouwd, wat moeten we dan denken van het opzettelijk beëindigen van een zwangerschap? Wat zou God daarvan vinden?
Om dat te begrijpen moeten we kijken naar de motivatie die geeft God als Hij verbiedt een ander mens te doden.
Vergiet iemand het bloed van de mens, door de mens zal diens bloed vergoten worden; want naar het beeld van God heeft Hij de mens gemaakt. (Genesis 9:6)
De mens is gemaakt naar het beeld van God. We lezen dat bij de schepping.
En God zei: Laten Wij mensen maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; (Genesis 1:26)
De mens is zeer waardevol in Gods ogen. Die waarde zit hem echter niet in zijn prestaties, ook niet in zijn bezittingen en al evenmin in de waardering van andere mensen. De waarde van de mens wordt bepaald door het feit dat God hem schiep. En bij dat scheppen hanteerde God niet een of ander creatief proces, alsof Hij ter plekke ‘iets leuks verzon’. Nee, bij dat scheppen keek Hij naar Zichzelf. In elk mens is iets van God herkenbaar. Je zou tegen ieder mens kunnen zeggen dat hij of zij op ‘Vader’ lijkt. Die gelijkenis maakt dat God verbiedt een mens te doden, ja dat die misdaad zo groot is, dat de dader zelf ter dood moet worden gebracht. En, zoals we zagen, slaat dat op al het menselijk leven, zelfs als dat nog niet geboren is.
Uitzonderingen
Abortus zou alleen moeten worden toegestaan als het leven van de moeder in gevaar komt. Het behoeft evenmin betoog dat euthanasie niet kan bestaan in Gods ogen. Zeker niet als het gaat om ‘een voltooid leven’. Ondraaglijk lichamelijk lijden kan meestal goed worden opgevangen met palliatieve sedatie. De complexe problematiek aangaande de vraag ‘hoe dan wel?’ gaat verder dan de intentie van dit artikel.
Het huwelijk
Het huwelijk als een van God gegeven en voorgeschreven instelling staat onder druk. En dat terwijl het onderwijs van de Bijbel leert dat een huwelijk dient te bestaan uit een man en een vrouw met uitsluiting van alle anderen.
Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten; en zij zullen tot één vlees zijn. (Genesis 2:24)
De Bijbel kent twee typen ‘huishoudens’. De alleenstaande, en het huwelijk bestaande uit een man en een vrouw, eventueel met een aantal kinderen. Van de alleenstaande wordt onthouding verwacht. Is die opgave te zwaar, dan wordt zo iemand geacht te trouwen.
8 Maar ik zeg tegen de ongehuwden en de weduwen: Het is goed voor hen, als zij blijven zoals ik.
9 Maar als zij zich niet kunnen beheersen, laten zij dan trouwen, want het is beter te trouwen dan van begeerte te branden. (1 Korinte 7:8-9)
Een huwelijk wordt beëindigd door het sterven van een van beide huwelijkspartners. Scheiden is mogelijk, maar alleen als het echt niet anders kan. God haat echtscheiding.
de HEERE, de God van Israël, zegt dat Hij het wegsturen van de eigen vrouw haat (Maleachi 2:16)
De Here Jezus stelt dat het huwelijk door God gegeven is, en voegt daar vervolgens aan toe dat het niet aan de mens is zo’n verbintenis te beëindigen.
4 En Hij antwoordde en zei tegen hen: Hebt u niet gelezen dat Hij Die de mens gemaakt heeft, hen van het begin af mannelijk en vrouwelijk gemaakt heeft,
5 en gezegd heeft: Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten, en die twee zullen tot één vlees zijn,
6 zodat zij niet meer twee zijn, maar één vlees? Dus, wat God samengevoegd heeft, laat de mens dat niet scheiden. (Mattheüs 19:4-6)
Maar, zoals gezegd, scheiden is wel mogelijk. Maar niet om de eerste de beste willekeurige reden. Een giftige relatie met veel huishoudelijk geweld kan tot een onhoudbare situatie leiden, die alleen door een scheiding kan worden opgelost. Ook overspel kan reden tot scheiden zijn. Kan, het hoeft niet. Helaas ‘draagt de commercie haar steentje bij’: Er wordt nota bene reclame gemaakt voor (spannend!?) overspel.
7 Zij zeiden tegen Hem: Waarom heeft Mozes dan geboden een echtscheidingsbrief te geven en haar te verstoten?
8 Hij zei tegen hen: Mozes heeft vanwege de hardheid van uw hart u toegestaan uw vrouw te verstoten; maar van het begin af is het zo niet geweest. (Mattheüs 19:7-8)
Het is een van de vele rampzalige gevolgen van de zondeval dat huwelijken kunnen stuklopen. De Here Jezus zegt dat het vanaf het begin (Genesis 2:24(!)) zo niet is geweest. Met andere woorden, het huwelijk was bedoeld als blijvende verbintenis!
Het huwelijk als levensverbintenis tussen een man en een vrouw is in de maatschappij niet langer vanzelfsprekend. Het homohuwelijk (man-man of vrouw-vrouw) wordt steeds meer geaccepteerd. Om dit mogelijk te maken is de wet aangepast (!). Het is niet langer ‘een bij wet geregelde verbintenis tussen een man en een vrouw’, maar ‘een bij wet geregelde verbintenis tussen twee personen’. Andere samenlevingsvormen (twee mannen – een vrouw; twee vrouwen – een man) zullen mogelijk ook als ‘huwelijk’ worden erkend.
Paulus stelt in Romeinen 7 dat hertrouwen niet is toegestaan, zolang de man/vrouw waarmee men eerst was getrouwd nog in leven is.
1 Of, broeders, weet u niet – ik spreek immers tot mensen die de wet kennen – dat de wet over de mens heerst zolang hij leeft?
2 Want de gehuwde vrouw is door de wet gebonden aan de man zolang hij leeft. Als de man echter gestorven is, is zij ontslagen van de wet die haar aan de man bond.
3 Daarom dan, als zij de vrouw van een andere man wordt terwijl haar man leeft, zal zij een overspelige genoemd worden. Als haar man echter gestorven is, is zij vrij van de wet, zodat zij geen overspelige is als zij de vrouw van een andere man wordt. (Romeinen 7:1-3)
In de eerste brief aan de Korintiërs wijdt Paulus een heel hoofdstuk aan het huwelijk. Daarin spreekt hij nogmaals uit dat hertrouwen alleen mag als de vorige echtgenoot overleden is.
Een vrouw is door de wet gebonden, zolang haar man leeft. Als haar man echter ontslapen is, is zij vrij om te trouwen met wie zij wil, maar alleen in de Heere. (1 Korinte 7:39)
De Here Jezus benadrukt dezelfde waarheid vanuit een iets ander perspectief. Het eerste huwelijk is verbroken, de vorige echtgenoot leeft nog. Wie vervolgens met een van beide echtelieden trouwt, pleegt overspel.
Maar Ik zeg u dat wie zijn vrouw verstoot om een andere reden dan hoererij, maakt dat zij overspel pleegt; en wie met de verstotene trouwt, pleegt ook overspel. (Mattheüs 5:32)
Hiermee ontstaat inderdaad het beeld van het huwelijk als een onverbrekelijke zaak. God wil niet dat er gescheiden wordt. Maar ‘vanwege de hardheid van ons hart’ mogen man en vrouw uiteen gaan. Ze blijven echter gewoon gehuwd. Vandaar ook dat de Here Jezus zegt dat trouwen met een verstotene gelijkstaat aan overspel. Vandaar bovendien dat Paulus schrijft dat man en vrouw door de wet gebonden zijn. Het huwelijk eindigt pas met de dood van een van beide echtelieden. In alle andere gevallen staat hertrouwen gelijk aan overspel.
We vinden dat liefdeloos en ongevoelig. Ons gevoel vertelt ons dat dit tot onrechtvaardige situaties kan leiden. En toch staat het er, klip en klaar. Bedenk echter dat ons oordeel wordt vertroebeld door de zonde. En als we zouden vinden dat zon hardvochtigheid niet past bij een God die liefde is, moeten we bedenken dat God ook rechtvaardig is. Het is bovendien zo dat God de geheel Andere is, Die wij niet kunnen begrijpen (Jesaja 40:28; Psalm 145:3; Romeinen 11:33,34). Geloof is daarom ook vooral een kwestie van vertrouwen. Als God anders oordeelt dan wij graag hadden willen zien, dan komt het aan op ons geloofsvertrouwen. Anders zijn we niet beter dan het kind dat zijn ouders tevergeefs vraagt om een ongeschikt stuk speelgoed. Het kind zal teleurgesteld zijn, wellicht een poosje mokken. Dat moet dan maar, je geeft een klein kind toch geen vlijmscherp mes om mee te spelen (om maar een voorbeeld te noemen)?
Om toch onder dit verbod uit te komen slaat men aan het redeneren. Voorbeeld: veel van de ’tweede’ huwelijken blijken goed te zijn. Dat is een zegen van God, en zo laat God blijken dat Hij het wel goed vindt. Of wat te denken van de uitspraak ‘God is een God van tweede kansen …’.
Een treurige ontwikkeling ten slotte is het ‘samenwonen’ zonder dat er van een huwelijk sprake is. Was het ooit zo dat gelovige ouderen jongeren voorhielden ’te wachten’ totdat ze getrouwd waren, nu zien we gelovige ouderen (en dat steeds vaker) ongehuwd samenwonen. En de kerk zwijgt … Zo lijkt de missie van de antichrist – wetten veranderen – steeds meer een succesverhaal te worden.
Het huwelijk is een model
Waarom heeft de tegenstander het zo op het huwelijk voorzien? Het motief ligt voor de hand: man en vrouw zijn in hun onderlinge huwelijkse verhouding een beeld van Christus en de Gemeente. We lezen het in Paulus’ brief aan Efeze: hij presenteert daarin een ideaalbeeld. Helaas zul je perfecte huwelijken in dit ondermaanse niet tegenkomen. Maar er is nu eenmaal een ideaalbeeld nodig om iets goddelijks te kunnen omschrijven.
I. De apostel begint met Christus’ zelfovergave – de verhouding van de Here Jezus ten opzichte van de Gemeente.
25 Mannen, heb uw eigen vrouw lief, zoals ook Christus de gemeente liefgehad heeft en Zich voor haar heeft overgegeven,
26 opdat Hij haar zou heiligen, door haar te reinigen met het waterbad door het Woord,
27 opdat Hij haar in heerlijkheid voor Zich zou plaatsen, een gemeente zonder smet of rimpel of iets dergelijks, maar dat zij heilig en smetteloos zou zijn. (Efeze 5:25-27)
We lezen over reinigen, heiligen en heerlijkheid.
Christus heeft de Gemeente gereinigd: Hij deed alles weg wat negatief is.
Christus heeft de Gemeente geheiligd: Hij gaf haar alles wat positief is,
Zo heeft Christus zijn vrouw, dat is de Gemeente, voor Zichzelf apart gesteld.
De heerlijkheid van de Gemeente is de afstraling van de heerlijkheid van Christus.
En dat alles door Christus’ zelfovergave in de dood.
28 Zo moeten de mannen hun eigen vrouwen liefhebben als hun eigen lichamen. Wie zijn eigen vrouw liefheeft, heeft zichzelf lief.
29 Want niemand heeft ooit zijn eigen vlees gehaat, maar hij voedt en koestert het, zoals ook de Heere de gemeente.
30 Want wij zijn leden van Zijn lichaam, van Zijn vlees en van Zijn gebeente. (Efeze 5:28-30)
We lezen over voeden en koesteren.
Christus voedt zijn Gemeente: Hij zorgt vanuit de hemel dat zij in niets tekort komt wat betreft de geestelijke voeding.
Christus koestert zijn Gemeente: Hij laat haar voortdurend genieten van de warmte van zijn nabijheid.
II. Dan over de (ver)houding van de Gemeente ten opzichte van de Here Jezus.
22 Vrouwen, wees uw eigen mannen onderdanig, zoals aan de Heere,
23 want de man is hoofd van de vrouw, zoals ook Christus Hoofd van de gemeente is; en Hij is de Behouder van het lichaam.
24 Daarom, zoals de gemeente aan Christus onderdanig is, zo behoren ook de vrouwen in alles hun eigen mannen onderdanig te zijn. (Efeze 5:22-24)
Onderdanig zijn heeft tegenwoordig een negatieve klank. Het heeft de betekenis gekregen van iemand die zichzelf lager dan de ander beschouwt. In karikaturen wordt het voorgesteld alsof de Bijbel de vrouw het slaafje van de man wil laten zijn. Hoe anders spreekt Gods Woord! De Bijbel kent een lijn van gezag en een lijn onderdanigheid.
De lijn van gezag: God → Christus → Man → Vrouw
De lijn van onderdanigheid: Vrouw → Man → Christus → God
Wil men de positie van de vrouw verengen tot iemand die de ander moet gehoorzamen, dan zou dat ook voor de andere verhoudingen moeten gelden. Als de vrouw de slaaf is van de man, dan is de man de slaaf van Christus en Christus de slaaf van God. Het is het een of het ander. Als de man geen slaaf is van Christus, en Christus geen slaaf van God, dan kan de uitleg dat de vrouw slaaf van de man is niet deugen.
De verhouding tussen man en vrouw is als de verhouding tussen Christus en de Gemeente. Paulus noemt hier Christus bovendien nogmaals de Behouder van het lichaam. De Gemeente – Zijn lichaam – is verlost doordat Christus zijn leven gaf. De vergelijking huwelijk <-> Christus en de Gemeente is zo rijk, dat Paulus het zelfs aanmerkt als een geheimenis.
31 Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten, en die twee zullen tot één vlees zijn.
32 Dit geheimenis is groot; maar ik spreek met het oog op Christus en de gemeente. (Efeze 5:31-32)
Het geheimenis van het huwelijk verwijst naar hét grote geheimenis, het plan van God de Gemeente als een bruid te verbinden aan Christus. Iets wat alle eeuwen door een geheimenis is gebleven, totdat Paulus het mocht openbaren.
(het geheimenis) dat in andere tijden niet bekendgemaakt is aan de mensenkinderen, zoals het nu geopenbaard is aan Zijn heilige apostelen en profeten door de Geest (Efeze 3:5)
(…) [opdat zij mogen begrijpen] wat de gemeenschap aan het geheimenis inhoudt, dat door de eeuwen heen verborgen is geweest in God, Die alle dingen geschapen heeft door Jezus Christus (Efeze 3:9)
[namelijk] het geheimenis, dat eeuwen en geslachten lang verborgen is geweest, maar nu geopenbaard is aan Zijn heiligen. (Kolosse 1:26)
Zou zo’n geheimenis van God iets negatiefs bevatten? Geen wonder dat satan alles in het werk stelt het huwelijk in diskrediet in brengen.
Klik hier voor meer informatie over het Hoofdschap van Christus.
Het is verbijsterend te zien hoe er met de Bijbel, Gods Woord, gesold wordt. Allerlei ‘nieuwe inzichten’ zijn (opzettelijk?) strijdig met Gods Woord. Laat men dat toch gewoon toegeven. Dat is eerlijker en zinvoller dan koste wat kost teksten met een niet-welgevallige inhoud iets anders te laten zeggen dan wat er staat.
En ze leefden nog lang en hebzuchtig…
‘U zult niet begeren …’ is een van de tien geboden (Exodus 20:17). De Bijbel waarschuwt ons herhaaldelijk: begeerte, geldzucht en hebzucht is zonde.
Want geldzucht is een wortel van alle kwaad. Door daarnaar te verlangen, zijn sommigen afgedwaald van het geloof, en hebben zich met vele smarten doorstoken. (1 Timotheüs 6:10)
Wat is afdwalen? Het is een ‘bewust loslaten’ van de geloofsleer, het kiezen van een andere weg. ‘Afgedwaald van het geloof’ heeft bovendien een duidelijke relatie met hebzucht. Petrus noemt hebzucht zelfs een van kenmerken van valse leraars.
En smarten? Denk aan teleurstelling en mislukking, denk aan een slecht geweten, het verlies van de gemeenschap met de Heer en de hoop op het eeuwige leven. Een mooi (?) voorbeeld vinden we in Demas, ooit een medewerker van Paulus (Kolosse 4:14; Filemon 1:24). Van hem staat geschreven …
(…) Demas heeft mij verlaten, omdat hij de tegenwoordige wereld heeft liefgekregen. (2 Timotheüs 4:10)
Zowel de gelovige als de ongelovige is gevoelig voor hebzucht. Zelfs voorgangers hebben zich op een weerzinwekkende manier verrijkt – tot het hebben van privévliegtuigen aan toe. Bankiers en CEO’s zijn berucht vanwege hun inkomens en hun ongevoeligheid ten opzichte van de noden van de ‘gewone man’.
Ook via de reclame wordt de hebzucht aangewakkerd. Steeds weer duiken nieuwe bedrijfjes op die gouden bergen beloven aan beginnende beleggers. Om over alle spotjes van loterijen en gokken nog maar te zwijgen.
Ook hierin herkennen we de geest van de antichrist. Om dat te begrijpen hoeven we alleen maar een woord van de Here Jezus aan te halen.
Niemand kan twee heren dienen, want of hij zal de één haten en de ander liefhebben, of hij zal zich aan de één hechten en de ander minachten. U kunt niet God dienen en de mammon. (Mattheüs 6:24)
Het dienen van God én Mammon (de personificatie van rijkdom en bezit) is onmogelijk. Een gelovige is geen meester over zijn eigen leven. Hij is het bezit van een Ander (1 Korinte 6:20; 1 Korinte 7:23) en kan daarom niet tegelijkertijd twee heren dienen. Als de Mammon ons beheerst, verwatert onze toewijding aan de Here Jezus. En dat is precies wat de boze wil. Daarom zet de Here Jezus hier haten tegenover liefhebben en hechting tegenover minachting. Wie zich hecht aan de Mammon, hecht zich in feite aan de boze, aan de antichrist. Let op: niet het hebben van (veel) geld is verkeerd, maar het verslaafd zijn aan het vergaren van rijkdom. De Schift noemt dat de geldzucht.
Loterijen
Loterijen spelen rechtstreeks in op de hebzucht van de mens. En zoals we zagen, hebzucht past een gelovige niet. Behalve dit belangrijkste bezwaar, kunnen er ook andere morele bezwaren worden geuit.
[1] Exploitatie van kwetsbare bevolkingsgroepen
Loterijen richten zich vaak op mensen met lagere inkomens of financiële problemen, die worden verleid door de hoop op een grote prijs. Je kunt dit zien dit als een vorm van exploitatie van kwetsbare bevolkingsgroepen, waarbij mensen met beperkte middelen worden aangemoedigd geld uit te geven, terwijl ze zich dat eigenlijk niet kunnen veroorloven.
[2] Ondoordachte, onbezonnen gokpraktijken
Loterijen spelen in op menselijke hebzucht en hoop, waardoor mensen vaak gevoelsmatig gokbeslissingen nemen. Dit kan leiden tot financiële problemen en verslavingsgedrag. Vooral bij krasloterijen dreigt dit gevaar.
[3] Sociale ongelijkheid
Loterijen dragen mede bij aan sociale ongelijkheid. De financiële last van het kopen van loten drukt zwaarder op mensen met lagere inkomens, terwijl de prijzen naar slechts een kleine groep winnaars gaan.
[4] Gebrek aan verdienste
Loterijen belonen geluk en toeval in plaats van verdienste of inspanning. Dit kan in strijd zijn met morele opvattingen over rechtvaardigheid, waarbij beloningen juist wel worden toegekend op basis van inspanning, talent en verdienste.
[5] Negatieve gevolgen voor de samenleving
Loterijen kunnen negatieve gevolgen hebben voor de samenleving als geheel, zoals het aanmoedigen van een cultuur van gokken en het verminderen van de bereidheid van mensen om op andere manieren bij te dragen aan maatschappelijke doelen, zoals belastingen betalen voor openbare voorzieningen.
Dat er wel degelijk iets mis is, blijkt uit een berichtje uit oktober 2023.
‘Loterijen hebben met succes gelobbyd om een nieuwe waarschuwingstekst voor gokken bij hun spellen te voorkomen, ondanks bezwaren van experts en tegen de wil in van de Tweede Kamer.’
Dat schrijft de NOS op basis van stukken die zijn opgevraagd met een beroep op de Wet open overheid (Woo). In een brandbrief dreigden de loterijen minder geld af te staan aan goede doelen, cultuur en sport als ze een nieuwe waarschuwing in hun reclames moesten opnemen. (Bron)
Gokken
De bezwaren tegen gokken zijn in principe dezelfde als die tegen loterijen. De gevolgen daarentegen zijn vele malen ernstiger. Wie overmatig gokt kan een gokverslaving ontwikkelen. Dan zijn de gedachten vooral bij het spel. Uiteindelijk leidt dat tot ernstige gevolgen, denk aan:
[1] Verwaarlozen van school, studie of werk;
[2] Geldproblemen door steeds meer te lenen en het niet terug kunnen betalen;
[3] Verwaarlozing van familie, vrienden en andere sociale contacten;
[4] Kwetsbaar voor misbruik door de georganiseerde criminaliteit.
Waartoe leidt dit alles?
De geest van de antichrist waart rond; veel ontwikkelingen wijzen in die richting. Paulus schreef in dit verband ‘het geheimenis van de wetteloosheid is al werkzaam’. Meestal ziet een geheimenis op iets positiefs, hier echter verwijst het duidelijk naar een negatieve, kwaadaardige, schade berokkenende invloed. In het voorgaande hebben we vele voorbeelden daarvan besproken. De culminatie van al deze ontwikkeling vinden we in de tweede brief van Paulus aan Thessalonica:
7 Want het geheimenis van de wetteloosheid is al werkzaam. Alleen is er iemand die hem nu weerhoudt, totdat hij uit het midden verdwenen is.
8 En dan zal de wetteloze geopenbaard worden. (…)
9 hem, wiens komst overeenkomstig de werking van de satan is, met allerlei kracht, tekenen en wonderen van de leugen,
10 en met allerlei misleiding van de ongerechtigheid in hen die verloren gaan, omdat zij de liefde voor de waarheid niet aangenomen hebben om zalig te worden.
11 En daarom zal God hun een krachtige dwaling zenden, zodat zij de leugen geloven,
12 opdat zij allen veroordeeld worden die de waarheid niet geloofd hebben, maar een behagen hebben gehad in de ongerechtigheid. (2 Thessalonica 2:7-12)
De werkzaamheid van de wetteloosheid zal uiteindelijk tot volle wasdom komen in de persoon van de antichrist (vers 8). Zijn gereedschapskist bevat allerlei werktuigen om te liegen en te misleiden. Vers 9 noemt krachten, tekenen en wonderen. Een duidelijke imitatie van de verkondiging van het ware evangelie dat van God getuigenis ontving door tekenen, wonderen en allerlei krachten (Hebreeën 2:4). Vers 10 en 12 maken duidelijk dat degenen die de ‘liefde voor de waarheid niet aangenomen hebben’ verloren gaan. Ze worden veroordeeld omdat ze de ongerechtigheid liever hadden dat de waarheid.
De wereld (inclusief de belijdende christenheid) raakt zó vertrouwd met leugens, dat men nergens meer van opkijkt. Zodoende wordt de mensheid voorbereid op het moment van de opname. Als die plaatsvindt, zijn miljoenen mensen ineens verdwenen. Zoals valt te begrijpen, schreeuwen al die lege plekken om een verklaring. Welnu, die krijgen ze: in de vorm van nepnieuws! Men heeft de jaren voorafgaand aan de opname kunnen wennen aan de vanzelfsprekendheid van nepnieuws, nu krijgen ze de ultieme leugen gepresenteerd! Wat die leugen zal zijn, weten we niet. Is voor gelovigen ook niet van belang. Wij zijn dan al bij de Heer, in het Vaderhuis.
Let goed op wat er staat. Het is satan die komt met een leugenachtige verklaring, maar het is God die satans bedrog voor Zijn eigen doelen gebruikt! God stuurt hun een werking van de dwaling om satans leugen te geloven (vers 11). Want de opname is het begin van Gods oordeel over deze wereld. De gelovigen worden geëvacueerd, de Grote Verdrukking breekt aan. Daarmee zien we ook de waarheid ten aanzien van de rol van satan. Hij mag zijn gang gaan – tot op zekere hoogte. Maar het is God die bepaalt wat er echt gebeurt. Eerst de opname, daarna de oordelen van de Grote Verdrukking, in een wereld waar het toneel in gereedheid is gebracht.
Het gaat in Paulus’ beschrijving om mensen die de waarheid van Gods Woord hebben genegeerd, die de Bijbel voor gedateerd verklaarden, die het Oude Testament een gewelddadig boek noemden. Het zijn de mensen die volgens Psalm 2 voortdurend hebben geroepen vrij te willen zijn: ‘Laat ons hun banden verscheuren en hun touwen van ons werpen!’ Ze hebben de leugen liever gehad dan de waarheid, en krijgen ten slotte precies dat waar ze al die jaren om hebben ‘gevraagd’.