Het is er weer
De laatste jaren zien we in Nederland een herleving van het zogenoemde welvaartsevangelie – een zorgelijke zaak. De beloofde voorspoed komt nooit – behalve bij sommige voorgangers – en veel volgelingen raken in een geloofscrisis. Ook andere elementen van de prediking, zoals genezingen en persoonlijk succes leiden meestal tot teleurstellingen. Het is geen wonder dat de term welvaartsevangelie een negatieve klank heeft. De welvaartsprediker zal dan ook zelden zichzelf als zodanig presenteren.
Wat is het?
Het welvaartsevangelie is een theologische overtuiging die stelt dat materiële welvaart, gezondheid en succes in het leven tekenen zijn van Gods gunst en dat gelovigen daar recht op hebben. Enkele kenmerken:
1. Nadruk op financiële voorspoed. God wil dat zijn volgelingen rijkdom vergaren en materieel welvarend zijn. Geloof, gebed en het geven van financiële giften aan religieuze leiders of organisaties resulteren in materiële zegeningen van God.
2. Fysieke genezing als een teken van geloof. God wil de gezondheid en het welzijn van gelovigen bevorderen. Geloof in Gods genezende kracht en het claimen van genezing door middel van gebed en positieve belijdenis leidt tot fysieke genezing.
3. Een positieve kijk op het leven, waarbij succes, overvloed en persoonlijke vervulling worden gezien als tekenen van geestelijk welzijn. Gelovigen moeten zich richten op hun persoonlijke groei, hun potentieel maximaliseren en hun dromen en doelen bereiken. God wil gelovigen zegenen met succes op verschillende gebieden van het leven, zoals carrière, relaties en persoonlijke prestaties.
Heidens
Bovenstaande drie punten doen denken aan het oude heidendom, waarin men offerde om iets van een godheid gedaan te krijgen. Dat het toen vooral om materiële zaken ging (dieren, kostbaarheden), en nu voornamelijk om geld, maakt geen principieel verschil.
Er is dan ook veel kritiek:
1. De leer is onbijbels.
2. Armoede en lijden zijn in deze visie tekenen van gebrek aan geloof.
3. Het legt de nadruk op eigenbelang in plaats van naastenliefde en sociale rechtvaardigheid.
De suggestie is dat de gelovige God kan bewegen hem of haar te belonen. God is zo tevreden over wat de gelovige doet, dat Hij niet anders kan dan daar wat tegenover stellen. Het is dus de mens die zijn God manipuleert …
Wiens goede werken?
Efeze 2:10 spreekt daarentegen over ‘goede werken, die God tevoren heeft bereid, opdat wij daarin zouden wandelen’. Het woordje ’tevoren’ krijgt betekenis als we het lezen in combinatie met Efeze 1:4. Daar staat dat ‘Hij (de God en Vader van onze Heer Jezus Christus) ons in Hem heeft uitverkoren vóór [de] grondlegging van [de] wereld’. Anders gezegd, God heeft al voor de schepping van de aarde bepaald wie we zouden zijn (kinderen van God), hoe we zouden zijn (heilig en onberispelijk) en wat we zouden doen (goede werken, door God van tevoren bereid).
Filippi 2:13 laat zien dat als de gelovige doet, wat God hem opdraagt, hij of zij de kracht van God krijgt om het te doen. Zo komt dus de wil bij God vandaan en ook de sterkte.
Het doen van Gods wil krijgt een extra dimensie als we de (geestes)gaven erbij betrekken.
Goede werken ten behoeve van jezelf?
In Romeinen 12 en 1 Korinte 12 geeft Paulus onderwijs aangaande de gaven van de Geest.
In Romeinen betreft het profetie, dienstbetoon, onderwijzen, bemoedigen, uitdelen, leiding geven en (zich) ontfermen (over mensen die het moeilijk hebben).
In Korinte noemt hij een woord van wijsheid, een woord van kennis, geloof, genadegaven van genezingen, werkingen van krachten, profetie, onderscheiden van geesten, allerlei talen, uitleg van talen.
Waartoe dienen deze gaven? In 1 Korinte 12:7 stelt de apostel het kort en bondig: de openbaring van de Geest wordt gegeven tot wat nuttig is voor de ander. Dit sluit de meeste bovengenoemde doelstellingen van het welvaartsevangelie uit. Welke gave er ook is, het is niet de bedoeling deze te gebruiken om rijkdom te vergaren en materieel welvarend te zijn. Evenmin worden de gaven gegeven om succes te behalen op verschillende gebieden van het leven, zoals carrière, relaties en persoonlijke prestaties. Waarom niet? Omdat deze strevingen zijn gericht op de gelovige zelf, en niet op de ander. Als God wil dat de gaven gebruikt worden om de ander er mee te dienen, dan kan het niet anders of de goede werken van het welvaartsevangelie worden in eigen kracht volbracht. En zoals bekend, werken in eigen kracht hebben geen waarde voor God (Zacharia 4:6; 1 Korinte 2:5; 2 Korinte 4:7).
Wat de Here Jezus zegt over goede werken
De Here Jezus leert dat ons goeddoen onbaatzuchtig moet zijn, dat wil zeggen niet met de bedoeling er zelf beter van te worden. De Bijbel spreekt ondertussen wel degelijk over een beloning voor hen die goede werken doen. Maar niet op de manier van het welvaartsevangelie.
42 Geef aan hem die iets van u vraagt, en keer u niet af van hem die van u lenen wil.
46 Want als u hen liefhebt die u liefhebben, wat voor loon hebt u dan? Doen ook de tollenaars niet hetzelfde?
47 En als u alleen uw broeders groet, wat doet u meer dan anderen? Doen ook de tollenaars niet zo? (Mattheüs 5:42, 46-47)
34 En als u leent aan hen van wie u hoopt terug te ontvangen, wat voor dank komt u daarvoor toe? Immers, ook de zondaars lenen aan zondaars, om hetzelfde terug te ontvangen.
35 (…) doe goed, en leen zonder te hopen iets terug te krijgen. Dan zal uw loon groot zijn (…) (Lukas 6:34-35)
12 (…) Wanneer u een middag- of avondmaaltijd houdt, roep dan niet uw vrienden, ook niet uw broers, en niet uw familieleden of rijke buren, opdat ook zij u niet op hun beurt terugvragen en het u vergolden wordt.
13 Wanneer u echter een feestmaaltijd gereedmaakt, nodig dan armen, verminkten, kreupelen en blinden.
14 En u zult zalig zijn, omdat zij niets hebben om u te vergelden. Want het zal u vergolden worden in de opstanding van de rechtvaardigen. (Lukas 14:12-14)
Als we goed lezen, kan het ons niet ontgaan dat de Here Jezus precies het tegenovergestelde leert als de predikers van het welvaartsevangelie. En wat de beloning betreft, die is er. Maar niet nu, die komt pas ‘in de opstanding van de rechtvaardigen’. Het zal een geestelijke beloning zijn, uitgekeerd bij de aanvang van het Koninkrijk van God. Wie handelt zoals de Here Jezus dat wil, verzamelt zich schatten in de hemel.
19 Verzamel geen schatten voor u op de aarde, waar mot en roest ze verderven, en waar dieven inbreken en stelen;
20 maar verzamel schatten voor u in de hemel, waar geen mot of roest ze verderft, en waar dieven niet inbreken of stelen; (Mattheüs 6:19-20)
Het welvaartsevangelie laat de gelovige schatten voor zichzelf verzamelen. Zo iemand, zegt de Here Jezus, is niet rijk in God.
Zo is het met hem die voor zichzelf schatten verzamelt en niet rijk is in God. (Lukas 12:21)
Maarrrr …
De Here Jezus leert ons dus dat de mate van zegen afhangt van het feit dat iemand geeft zonder iets terug te verwachten. De Here Jezus leert mensen niet om zich bezig te houden met naïeve vrijgevigheid om goddelijke weldaden te ontvangen. Menselijke vrijgevigheid moet voortvloeien uit de waardering van Gods onuitputtelijke genade. Is dat het geval dan belooft de Here Jezus ons dat oprechte, onbaatzuchtige vrijgevigheid jegens mensen niet onbeloond zal blijven. Dat loon komt … in de toekomst (1 Korinte 3:14).
(Bewerkt citaat uit Green, Gospel of Luke, p. 554)