Star Trek
Star Trek is een van de meest succesvolle scifi-series op TV. Het trekt al tientallen jaren miljoenen kijkers. Het grote thema – ontdekkingsreizen – blijft de kijker boeien. Gaandeweg de reeks werden steeds meer technologische innovaties geïntroduceerd. Voor dit artikel noem ik drie, die vanaf het allereerste begin een hoofdrol speelden: de transporter, subspace en het sneller dan licht-reizen. Wikipedia geeft de volgende toelichtingen.
De transporter
Transporters maken teleportatie mogelijk door een persoon of object om te zetten in een energiepatroon (een proces dat “dematerialisatie” wordt genoemd), het vervolgens naar een doellocatie te sturen (“beamen”) of anders terug te sturen naar de transporter, waar het weer wordt omgezet in materie (“rematerialisatie”). Verplaatsingen worden niet gehinderd door objecten in de baan van het verzonden energiepatroon. Zodoende is het mogelijk onverwacht midden in een woning te ‘verschijnen’.
Subspace
Subruimte is binnen het Star Trek-universum een theoretische laag of dimensie die naast de normale ruimte bestaat, en het wordt afgebeeld als een alternatieve ruimte waarin sneller-dan-licht communicatie en reizen mogelijk zijn.
Sneller dan licht-reizen
De afstanden in het heelal zijn zo immens, dat het praktisch gesproken onmogelijk is zelfs maar de dichtstbijzijnde ster te bereiken. De bedenkers van Star Trek hebben daarom een fictieve technologie bedacht die dit bezwaar wegneemt: de zogenoemde warp-technologie. Het principe waarop deze aandrijving zou moeten werken is het samentrekken van de ruimte die vóór het schip ligt en het uitrekken van de ruimte die er achter ligt, zodat de feitelijk af te leggen afstand kleiner wordt en er een effectieve verplaatsing optreedt die sneller is dan de lichtsnelheid.
In de verfilming van de belevenissen van de bemanning worden deze fictieve verworvenheden zonder verdere toelichting toegepast. Het hoort er gewoon bij, het is een onderdeel van het Star Trek-universum.
Personen van een buitenaards ras dat nog niet aan deze technieken toe is, zien bij gebruik van de transporter ineens iemand als uit het niets verschijnen. Zij schrijven het sneller-dan-licht reizen aan bovennatuurlijke vermogens toe en ervaren de subruimte als een geheimzinnig fenomeen. De Star Trek bemanning kan immers naar believen verdwijnen of verschijnen.
Bijbel
Al deze ‘wonderlijke zaken’ krijgen echter ineens een heel andere lading als we de Bijbel openen. Dan komen we dezelfde ‘mogelijkheden’ tegen. Niet omdat in Bijbelse tijden de technologie al zover was gevorderd, maar omdat God als Schepper boven alle natuurwetten staat. Waar wij roepen ‘dat kan niet’, laat de Bijbel zien dat ‘de dingen die onmogelijk zijn bij de mensen, mogelijk zijn bij God’ (Lukas 18:27).
Transporter
De transporter bestaat niet, maar in Bijbel lezen we wel degelijk van het ineens verschijnen of verdwijnen van mensen.
En zie, aan hen verschenen Mozes en Elia, die met Hem spraken. (Mattheus 17:3)
39 En toen zij uit het water gekomen waren, nam de Geest des Heren Filippus weg en de kamerling zag hem niet meer, want hij ging zijn weg met blijdschap.
40 Maar Filippus bleek te Asdod te zijn (…)(NBG)(Handelingen 8:39-40)
Toen het nu avond was op die eerste dag van de week en de deuren van de plaats waar de discipelen bijeenwaren, uit vrees voor de Joden gesloten waren, kwam Jezus en Hij stond in hun midden en zei tegen hen: Vrede zij u! (Johannes 20:19)
30 En het gebeurde, toen Hij met hen aan tafel aanlag, dat Hij het brood nam en het zegende. En toen Hij het gebroken had, gaf Hij het aan hen.
31 En hun ogen werden geopend, en zij herkenden Hem, maar Hij verdween uit hun gezicht. (Lukas 24:30-31)
Sneller dan licht-reizen
Sneller dan licht-reizen is onmogelijk, maar de Bijbel suggereert dat het in de toekomst de gewoonste zaak van de wereld zal zijn. Petrus zegt, dat in de hemelen ‘een onvergankelijke, onbevlekte en onverwelkelijke erfenis’ voor ons is weggelegd (1 Petrus 1:4).
Eenmaal in de hemel zullen we deze erfenis ontvangen. Dat wil niet zeggen dat deze erfenis tot de hemel is beperkt. In Efeze 1:10 staat dat in de bedeling van de volheid van de tijden alles weer in Christus bijeen wordt gebracht, zowel wat in de hemel als wat op de aarde is.
Hij en Hij alleen is dé erfgenaam van alle dingen (Hebreeën 1: 2). Maar wij zijn medeërfgenamen met Hem (Romeinen 8:17). Met Christus zullen we regeren over alle dingen, dus ook over het ganse heelal.
Volgens de wetenschap bevat het thans bekende heelal 70.000.000.000.000.000.000.000 sterren (een 7 met 22 nullen!). De huidige wereldbevolking bedraagt ruim 8 miljard individuen. Stel je voor dat alle sterren evenredig over die 8 miljard zou worden verdeeld. Dat levert per persoon 8.750.000.000.000 sterren op (8750 miljard!). We zullen over het hele heelal regeren. De clue zit hem dan ook in dat regeren. Wat valt er te besturen als het onmogelijk is er te komen? Bovendien moet de reistijd realistisch zijn. (Veel) sneller-dan-licht reizen zal dan dus een alledaagse realiteit zijn.
Subruimte
We leven in een wereld van drie dimensies. We onderscheiden lengte, breedte en hoogte. Dat heeft tot gevolg dat we in drie ‘richtingen’ kunnen bewegen. In een kamer lopen we van de achter- naar de voorkant, van de linker zijwand naar de rechter en raken we de vloer en het plafond. Deze richtingen kunnen eindeloos worden verlengd tot aan de uiterste grenzen van het heelal.
Soms spreken we van een vierde dimensie: de tijd. In Star Trek wordt met subruimte echter gedoeld op een vierde dimensie als een plaats waar naartoe of van waar vandaan we ons kunnen bewegen.
Nu zou je kunnen zeggen dat sommige in de Bijbel beschreven gebeurtenissen bewijzen dat zo’n vierde dimensie inderdaad bestaat. Neem bijvoorbeeld het hierboven aangehaalde plotselinge verschijnen en verdwijnen van de Here Jezus na Zijn opstanding (Johannes 20:19; Lukas 24:30-31). Maar ook het optreden van engelen kunnen we daaronder rekenen. Zo was Zacharia – de vader van Johannes de Doper – bezig met zijn priesterdienst …
En er verscheen aan hem een engel van de Heere, die aan de rechterzijde van het reukofferaltaar stond. (Lukas 1:11)
Een engel vertelde de herders van de geboorte van de Messias. Toen hij uitgesproken was bleek hij niet alleen te zijn gekomen …
13 En plotseling was er bij de engel een menigte van de hemelse legermacht, die God loofde en zei:
14 Eer zij aan God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in mensen een welbehagen. (Lukas 2:13-14)
We zijn geneigd te denken dat de hemel (ver) boven ons is. Soms wordt dat bevestigd door beschrijvingen in de Bijbel. Zo mag Paulus een kijkje nemen in de derde hemel …
2 Ik ken een mens in Christus, veertien jaar is het geleden – of het in het lichaam gebeurde, weet ik niet; of buiten het lichaam, weet ik niet; God weet het – dat zo iemand tot in de derde hemel werd opgenomen.
3 En ik weet van deze mens – of het in het lichaam of buiten het lichaam gebeurde, weet ik niet; God weet het –
4 dat hij werd opgenomen in het paradijs en onuitsprekelijke woorden heeft gehoord, die het een mens niet is geoorloofd uit te spreken. (2 Korinte 12:2-4)
Tegelijkertijd manifesteert de hemel zich ook op aarde. Paulus kan er weer van meepraten …
En terwijl hij onderweg was, gebeurde het dat hij dicht bij Damascus kwam. En plotseling omscheen hem een licht vanuit de hemel (Handelingen 9:3)
Ezechiël zag de hemel geopend, terwijl hij midden tussen een grote groep mensen zat …
In het dertigste jaar, in de vierde maand, op de vijfde van de maand, toen ik te midden van de ballingen aan de rivier de Kebar was, gebeurde het dat de hemel geopend werd en ik visioenen van God kreeg te zien. (Ezechiël 1:1)
We kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat de hemel zich ook om ons heen bevindt. Dus inderdaad als een soort vierde dimensie.
Daarmee krijgen teksten als de drie hieronder weergegevene ineens een meer letterlijke betekenis.
(…) hoewel Hij niet ver is van ieder van ons. (Handelingen 17:27).
Het manna viel niet vanuit de ruimte, via de gehele dampkring op aarde. Het was sowieso al dichtbij …
Onze vaderen hebben het manna gegeten in de woestijn, zoals geschreven is: Hij gaf hun het brood uit de hemel te eten. (Johannes 6:31)
En wat te zeggen van Elia en de weduwe te Sarfath …
14 Want zo zegt de HEERE, de God van Israël: Het meel in de pot zal niet opraken en in de kruik zal het aan olie niet ontbreken tot op de dag dat de HEERE regen op de aardbodem geven zal.
15 Zij ging en deed overeenkomstig het woord van Elia. Zo at zij, en hij, en haar gezin, vele dagen.
16 Het meel in de pot raakte niet op en in de kruik ontbrak het niet aan olie, overeenkomstig het woord van de HEERE, dat Hij door de dienst van Elia gesproken had. (1 Koningen 17:14-16)
Je ziet als het ware een engel steeds opnieuw een beetje meel in de pot en olie in de kruik gieten, onopgemerkt vanuit de vierde dimensie …
Engelen zijn trouwens voortdurend in de buurt, als een soort geestelijke lijfwacht …
Engelen zijn allen dienende geesten, die uitgezonden worden ten dienste van hen die de zaligheid zullen beërven. (Hebreeën 1:14)
Vergeet de gastvrijheid niet, want hierdoor hebben sommigen zonder het te weten engelen onderdak geboden. (Hebreeën 13:2)
Verheerlijkt lichaam
Het deelnemen aan wonderlijke verplaatsingen vergt echter een nieuw lichaam. Hier zijn zeven (!) kenmerken van het nieuwe lichaam …
1 Het is een verlost lichaam. We verwachten niet de verlossing uit ons lichaam
maar van ons lichaam (Romeinen 8:23)
2 Het is gelijkvormig aan het verheerlijkte lichaam van Christus (Filippi 3:21)
3 Het is een eeuwig verblijf. Een eeuwig huis (2 Korinte 5:1)
4 Het is een onvergankelijk lichaam. We worden opgewekt in onvergankelijkheid (1 Korinte 15:42)
5 Het is een verheerlijkt lichaam. We worden opgewekt in heerlijkheid (1 Korinte 15:43)
6 Het is verbonden met kracht. We worden opgewekt in kracht (1 Korinte 15:43)
7 Het is een geestelijk lichaam in tegenstelling tot ons natuurlijke lichaam (1 Korinte 15:44) (Bron)
Al deze eigenschappen horen dus bij het nieuwe lichaam. De gelovige krijgt zijn vernieuwde lichaam als de tijd daar is. Johannes schrijft over deze dingen.
Geliefden, nu zijn wij kinderen van God, en het is nog niet geopenbaard wat wij zullen zijn. Maar wij weten dat, als Hij geopenbaard zal worden, wij Hem gelijk zullen zijn; want wij zullen Hem zien zoals Hij is. (1 Johannes 3:2)
Het ‘nog niet geopenbaard’ van Johannes lijkt in tegenspraak met de bovengenoemde kenmerken. Dat is schijn. Wat wij zullen zijn wordt niet eerder zichtbaar dan wanneer ‘Hij’ (de Here Jezus) geopenbaard zal zijn.
Wanneer Christus geopenbaard zal worden, Die ons leven is, dan zult ook u met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid. (Kolosse 3:4)
We weten van de wonderlijke eigenschappen van het lichaam van de Here Jezus na Diens opstanding. Voor ons onderwerp zijn eigenschappen als het plotseling verschijnen en / of verdwijnen van belang – zelfs als de deuren gesloten zijn. Er is nog een tweede opmerkelijke verandering. Deze werd niet direct zichtbaar, maar wel benoemd door de Here Jezus Zelf.
Zie Mijn handen en Mijn voeten, want Ik ben het Zelf. Raak Mij aan en zie, want een geest heeft geen vlees en beenderen, zoals u ziet dat Ik heb. (Lukas 24:39)
Het lichaam van de Here Jezus heeft vlees en beenderen. Een merkwaardige manier van zeggen, omdat we het normaal gesproken altijd hebben over ‘een mens van vlees en bloed’. Geen bloed dus. Zou dat te maken hebben met zijn kruisdood? Heeft Hij daar eens en voor altijd (al?) Zijn bloed gestort? Hoe dan ook, zijn lichaam is nu onderworpen aan andere natuurwetten dan de onze. Ons lichaam kan immers niet leven zonder bloed.
Bloed moet voortdurend stromen om zuurstof en voedingsstoffen naar organen en weefsels te transporteren. Het bloed neemt zuurstof op in de longen, stroomt via het hart en de slagaders naar de kleinste bloedvaten, de haarvaten, en staat daar zuurstof af aan het omringende weefsel. Op zijn weg terug neemt het bloed afvalstoffen mee. Vervolgens stroomt het bloed via de aders weer terug naar het hart en vandaar naar de longen om opnieuw zuurstof op te nemen. De bloedsomloop, het onophoudelijk circulerende bloed, houdt het lichaam in leven. (Bron)
Blijkbaar kon de Here Jezus met Zijn ‘oude’ lichaam niet naar de hemel reizen. Bij de Hemelvaart zien de discipelen Hem opstijgen, hoger en hoger, tot Hij tenslotte door een wolk aan de ogen van Zijn leerlingen wordt onttrokken. Nu kan een ‘gewoon’ mens zonder zuurstofmasker maar tot geringe hoogte stijgen. Het ‘nieuwe lichaam’ lijkt geen last te hebben van dergelijke beperkingen.
Paulus kondigt aan dat elke gelovige een vernieuwd lichaam zal krijgen. Het gaat daarbij om hetzelfde lichaam als dat wat we nu hebben maar dan niet langer van vlees en bloed, niet langer vergankelijk, of sterfelijk.
50 Maar dit zeg ik, broeders, dat vlees en bloed het Koninkrijk van God niet kunnen beërven, en de vergankelijkheid beërft de onvergankelijkheid niet.
51 Zie, ik vertel u een geheimenis: Wij zullen wel niet allen ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden,
52 in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, bij de laatste bazuin. Immers, de bazuin zal klinken en de doden zullen als onvergankelijke mensen opgewekt worden, en ook wij zullen veranderd worden.
53 Want dit vergankelijke moet zich met onvergankelijkheid bekleden en dit sterfelijke moet zich met onsterfelijkheid bekleden. (1 Korinte 15:50-53)
Het veranderde lichaam zal worden gekenmerkt als zijnde van vlees en beenderen, onvergankelijk en onsterfelijk. Het heeft niet langer een ademhaling nodig, en ook niet voedsel om aan energie te komen.
Het voedsel is voor de buik en de buik voor het voedsel, maar God zal zowel het één (voedsel) als het ander (buik) tenietdoen. (…)(1 Korinte 6:13)
Toch zal het eten van voedsel nog steeds mogelijk zijn, zoals de Here Jezus aan Zijn verbijsterde discipelen liet zien. Ook bij het Laatste Avondmaal gaf Hij aan dat in het Koninkrijk eten en drinken zullen bestaan.
Ik zeg u dat Ik van nu aan van de vrucht van de wijnstok niet zal drinken tot op de dag wanneer Ik die met u nieuw zal drinken in het Koninkrijk van Mijn Vader. (Mattheüs 26:29)
Niet omdat het lichaam dat nog nodig zou hebben. Er kunnen echter andere redenen zijn om voedsel te gebruiken.
Slot
Vergeleken met wat God voor de gelovigen heeft bereid verbleekt alles wat een mens maar zou kunnen bedenken. Alle science fiction, Star Trek incluis, blijkt een slappe hap. Science fiction is fantasie, terwijl de Bijbel ons de toekomende werkelijkheid presenteert.
(…) Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en in geen mensenhart is opgekomen, dat is wat God bereid heeft voor hen die Hem liefhebben. (1 Korinte 2:9)
Echter, boven dat alles uit gaat het feit dat we voor eeuwig in Gods nabijheid mogen verkeren.
En ik hoorde een luide stem uit de hemel zeggen: Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen zijn en hun God zijn. (Openbaring 21:3)
3 (…) En de troon van God en van het Lam zal daar zijn, en Zijn dienstknechten zullen Hem dienen,
4 en zullen Zijn aangezicht zien, en Zijn Naam zal op hun voorhoofd zijn.
5 En daar zal geen nacht zijn, en zij hebben geen lamp en ook geen zonlicht nodig, want de Heere God verlicht hen. En zij zullen als koningen regeren in alle eeuwigheid. (Openbaring 22:3-5)