Profetie
In het boek Daniël vinden we veel informatie over de laatste jaarweek, de verdrukking en dan met name de tweede helft daarvan, de grote verdrukking. De Antichrist zal regeren, en zijn bewind zal erger zijn welk schrikbewind uit de geschiedenis van de mensheid dan ook. De apostel Johannes noemt in Openbaring twee beesten, een uit de zee, en een uit de aarde. Zij zijn de uitvoerders van de macht die hun door satan is gegeven. Evangelist Johannes de Heer sprak over de onheilige drie-eenheid: satan, antichrist en valse profeet.
De regering van de antichrist zal uniek zijn in negatieve zin. Behalve de extreme wreedheid en vele demonische manifestaties zal de antichrist God – de Allerhoogste – voortdurend lasteren. Bovendien zal hij met ongehoord fanatisme de gelovigen vervolgen. Dit alles lezen we in enkele verzen uit Openbaring 13.
5 En het werd een mond gegeven om grote woorden en godslasteringen te spreken, en het werd macht gegeven om dit tweeënveertig maanden lang te doen.
6 En het opende zijn mond om God te lasteren, om Zijn Naam te lasteren en Zijn tent en hen die in de hemel wonen.
7 En het beest werd macht gegeven om oorlog te voeren tegen de heiligen en om hen te overwinnen, en hem werd macht gegeven over elke stam, taal en volk. (Openbaring 13:5-7)
Daniël ontving profetieën over die vreselijke tijd. Wat opvalt is de grote mate van overeenkomst tussen Daniël en Openbaring. Maar – heel intrigerend – hij noemt ook iets, wat we in Openbaring niet vinden.
Woorden tegen de Allerhoogste zal hij spreken, de heiligen van de Allerhoogste zal hij te gronde richten. Hij zal erop uit zijn bepaalde tijden en de wet te veranderen, en zij zullen in zijn hand worden overgegeven voor een tijd, tijden en een halve tijd. (HSV) (Daniël 7:25)
Veranderen: tijden
De antichrist zal er dus op uit zijn tijden en wetten te veranderen. Tijden zien op godsdienstige activiteiten: het vieren van de feesten des Heren. Juist omdat het feesten des Heren zijn, zal de antichrist dit onmogelijk willen maken. God heeft een aantal feesten ingesteld, die bovendien op vaste data moeten worden gehouden. Het zijn zeven in totaal.
1. Het Pascha,
2. Het Feest van de ongezuurde broden,
3. De Eerstelingsgarve,
4. Het Wekenfeest,
5. Het Feest van het bazuingeschal,
6. De grote Verzoendag,
7. Het Loofhuttenfeest.
Het ‘achtste feest’ wordt door de Here als eerste genoemd: de sabbat. We vinden de feesten in Leviticus 23 en Deuteronomium 16.
1 De Here sprak tot Mozes:
2 Spreek tot de Israëlieten en zeg tegen hen: De feestdagen van de Here, die u moet uitroepen, zijn heilige samenkomsten. Dit zijn Mijn feestdagen. (Leviticus 23:1-2)
4 Dit zijn de feestdagen van de Here, de heilige samenkomsten, die u op hun vastgestelde tijd moet uitroepen. (Leviticus 23:1-2, 4)
Dat ook de sabbat het zal moeten ontgelden hoeft ons niet te verwonderen. Het is immers hét teken dat de Here aan Israël heeft gegeven.
U dan, spreek tot de Israëlieten en zeg: U moet zeker Mijn sabbatten in acht nemen, want dat is een teken tussen Mij en u, al uw generaties door, zodat men weet dat Ik de Here ben, Die u heiligt. (Exodus 31:13)
Ook de feesten laten zien dat Israël het volk van God is. Bovendien geven de feesten een profetische beschrijving van de weg die God met Israël gaat. Deze weg loopt uit op het Duizendjarig Rijk. Geen wonder dat de antichrist dit zal willen voorkomen. Elke herinnering aan het heil in Christus moet worden verwijderd.
Ouwe koek
Het veranderen van tijden is niet nieuw. Tijdens de Franse revolutie werd het jaar verdeeld in 12 maanden van elk 3 ‘weken’ van 10 dagen, met per jaar 5 of 6 extra dagen om de duur van het kalenderjaar gelijk te trekken met het astronomische jaar. Het communistische Rusland kende enige tijd ‘proletarische kalenders’. Eerst eentje met een ‘week’ van vijf dagen, later een met een ‘week’ van zes dagen. De invoering van de vijf- of zesdaagse week maakte het de bevolking moeilijk om zich aan religieuze rust- en feestdagen te houden. Het was dan ook een bewuste poging van de overheid om religie te bestrijden. Beide systemen leden na enige tijd schipbreuk. Afwijken van de zevendaagse kalender bleek slecht voor de volksgezondheid (!). Het is zeer wel denkbaar dat de antichrist zich van dit soort maatregelen zal bedienen.
Veranderen: wetten
De antichrist zal ook de wetten willen veranderen. We moeten daarbij denken aan allerlei ge- en verboden op zedelijk gebied, aangaande de manier waarop mensen zich gedragen. Wie het boek Leviticus bestudeert zal zien dat de mogelijkheden voor satan voor het oprapen liggen. Christipedia geeft het volgende overzicht.
Om de dreiging van het veranderen van bepaalde tijden en de wet goed te kunnen plaatsen, moeten we eerst zicht hebben op de bedelingen.
De Bijbel verdeelt de tijd vanaf de schepping van Adam tot aan de ‘nieuwe hemel en de nieuwe aarde’ van Openbaring 21:1, in zeven ongelijke perioden, meestal ‘bedelingen’ genoemd. Deze perioden heten ook wel: ‘eeuwen’ (Efeze 2:7).
In de Bijbel zijn deze perioden te herkennen aan een verandering in Gods manier van handelen met mensen (of met een gedeelte van de mensheid) aangaande zonde en de menselijke verantwoordelijkheid. Elke bedeling kan worden gezien als een nieuwe toetssteen voor de natuurlijke en onbekeerde mens. Alle tijdperken eindigen in oordeel. Dit zich steeds herhalende patroon laat het falen en de onmacht van mensen zien.
Vijf van deze bedelingen zijn al geweest. Nu leven wij waarschijnlijk aan het einde van de zesde bedeling. Hierna komt er nog een zevende, het Duizendjarig Rijk.
(Uit: Scofield Schematische Bijbellessen)
Dit leidt tot het volgende schema.
1 | Onschuld | → Hof van Eden |
2 | Geweten | → Voor de zondvloed |
3 | Menselijk bestuur | → Na de zondvloed |
4 | Belofte | → Aartsvaders |
5a | Wet | → van Exodus tot aan het Kruis |
6 | Genade | → van het Kruis tot aan de Opname |
5b | Wet | → Grote Verdrukking |
7 | Koninkrijk | → Duizendjarig Rijk |
Oorspronkelijk liep de bedeling van de Wet van Exodus tot aan het Duizendjarig Rijk in een keer door. Na de komst van de Messias zou het Duizendjarig Rijk vrijwel onmiddellijk aanbreken. Maar, helaas, Israël verwierp de Messias en werd terzijde gesteld. Een nieuw tijdperk werd ingesteld: de genadetijd. Dat betekent dat de bedeling van de wet onvoltooid is gebleven. Het is echter geen afstel, het is uitstel. Als de gemeente is opgenomen, keert de bedeling van de wet terug: er zijn nog zeven jaar te gaan. We kennen deze periode als de grote verdrukking.
Populair
Waarom nu deze uitweiding? Vanwege de onbegrijpelijke ‘populariteit van de antichrist’ onder gelovigen. Sommigen hebben er een handje van gruwelen uit de grote verdrukking op te blazen tot gigantische proporties. Soms doet het zelfs denken aan de merkwaardige voorliefde van sommigen voor horrorfilms. Lekker griezelen …
In eerdere artikelen heb ik geprobeerd uiteen te zetten waarom de gelovige van onze tijd niet bevreesd hoeft te zijn voor de antichrist. God zal de gemeente evacueren – middels de opname.
Dat betekent dat het veranderen van tijden en wetten pas na de opname zijn beslag zal krijgen. Het mooie is verder dat deze profetie een extra bewijs voor de opname is. Tijden en wetten zijn verbonden met Israël, met de bedeling van de wet. De gemeente heeft niets van doen met wetten. Wij worden gerechtvaardigd door geloof, niet door het houden van de wet.
(…) Wij zijn in Christus Jezus gaan geloven, opdat wij gerechtvaardigd zouden worden uit het geloof van Christus en niet uit werken van de wet. (…)(Galaten 2:16)
De dreiging waarover we het in dit artikel hebben, betreft dus Israël, dat wil zeggen de getrouwen onder hen. De gemeente is dan niet meer op aarde …
Maar …
Pogingen om godsdienst uit de maatschappij te verdrijven zijn van alle tijden. zo zien we de laatste decennia ook in ons land de vijandschap toenemen. We kunnen daarom stellen dat wat de antichrist tijdens de grote verdrukking in alle hevigheid zal doen, nu al in werking is. Op alle fronten wordt gepoogd elke herinnering aan God en Zijn Christus te laten verdwijnen. Dat gebeurt hier niet met bruut geweld, maar met subtiele psychologische spelletjes. Ik noem er enkele: het streven naar maximale inclusiviteit, framen en cancelen.
Inclusiviteit gaat over het doen ontstaan van een samenleving die alle individuen verwelkomt, accepteert en respecteert, ongeacht hun verschillen qua ras, geslacht, seksuele geaardheid, leeftijd, bekwaamheid en sociaal-economische positie. Inclusie gaat over het creëren van een gevoel van verbondenheid. Het wil ervoor zorgen dat iedereen gelijke kansen heeft om deel te nemen en te slagen.
Voorbeelden:
- Wie geen ruimte ziet voor homoseksualiteit in de kerk, staat inclusiviteit in de weg en speelt voor God.
- Hel- en verdoemenisteksten horen in een inclusieve kerk niet thuis, alle mensen zijn kinderen van God.
Cancelen (letterlijk: annuleren) verwijst naar het intrekken van steun voor publieke figuren, beroemdheden of bedrijven waarvan wordt aangenomen dat ze hebben gehandeld of gesproken op een manier die als onaanvaardbaar of beledigend wordt beschouwd. Cancelen kan bestaan uit het boycotten van hun werk, het weigeren om reclame voor hen te maken of met hen in contact te komen op sociale media, maar ook het aanmoedigen van anderen hetzelfde te doen. De term cancelen houdt in dat een individu of een groep als zodanig niet langer wordt geaccepteerd. De opkomst van sociale media en de mogelijkheid voor mensen om snel en gemakkelijk hun mening te delen dan wel op te roepen tot actie, hebben de drempel tot het (oproepen tot) cancelen sterk verlaagd.
Voorbeeld:
- Een predikant over een collega, naar aanleiding van diens standpunt over homoseksualiteit en de Bijbel: ‘Als hij niet zelf de stap had gezet om de Protestantse Kerk in Nederland te verlaten, had ik serieus een verzoek aan de synode gedaan om hem uit zijn ambt te zetten.’
- De fatwa van ayatollah Khomeini tegen schrijver Salman Rushdie in 1989. Rushdies boek werd toen niet alleen gecanceld, maar er werd ook een doodvonnis over hem uitgesproken.
Framing is het bewust gebruiken van positief of negatief klinkende bewoordingen. De bedoeling is om op die manier het standpunt van iemand te beïnvloeden. Een probleem kan zo op verschillende manieren worden geformuleerd. Neem een bedrijf dat besluit werknemers te ontslaan. Dat kan worden gepresenteerd als een ‘noodzakelijke zakelijke beslissing’ of als een ‘harteloze kostenbesparende maatregel’.
Voorbeelden:
- Israël heeft een apartheidsregime (niet dus).
- De Eerste Kamer heeft ingestemd met een grondwetswijziging. Naast het algemene verbod, wordt discriminatie op grond van handicaps of seksuele geaardheid vanaf heden expliciet genoemd. Er waren ook tegenstemmers. De website Joop veegt die op een grote verachtelijke hoop. Letterlijk citaat: ‘De senatoren van (…) de godsdienstwaanzinnige SGP stemden tegen.’
- Voormalig minister Ingrid van Engelshoven (emancipatie) over de Nashvilleverklaring: ‘onbarmhartig hard’ en ‘een stap terug in de tijd’.
Zo drijven we langzaam maar zeker in de richting van een maatschappij waarin iedereen recht heeft op zijn eigen mening. Het moet natuurlijk wel de juiste mening zijn …