Ziek zijn
Veel mensen zijn ziek. Vaak tijdelijk, maar niet zelden betreft het een chronische ziekte. Zo’n ziekte, die nooit meer (helemaal) overgaat kan tot de dood leiden. Soms ook niet, en dan sterft de betrokkene uiteindelijk aan een andere oorzaak. Wie chronisch ziek is, legt vaak een langdurig traject af op zoek naar genezing. Een genezing die maar al te vaak niet binnen de mogelijkheden blijkt te liggen. Wie een dergelijk bericht krijgt dient zich bij het onvermijdelijke neer te leggen. Er zijn echter genoeg lijdenden die dat niet doen en blijvend op zoek zijn. Niet zelden komt men dan in het alternatieve circuit terecht, waar blijkt dat men het ook niet weet.
Een dergelijke situatie legt een zwaar beslag op de betrokkene en diens naasten. Men raakt langzaam maar zeker buiten de maatschappij. Contacten verwateren, en een gevoel van isolatie en vereenzaming treedt op. Veel mensen weten immers niet om te gaan met een chronisch zieke. Ze weten niet wat te zeggen, en vermijden uit verlegenheid verdere contacten. De zieke en zijn naasten blijven alleen achter.
Nog heftiger is de situatie als het om geestesziekten gaat. Men lijdt aan een onzichtbare ziekte, met alle nare symptomen van dien: psychoses, paniekaanvallen, suïcide. Een andere kwetsbare groep wordt gevormd door hen die met een persoonlijkheidsstoornis te maken hebben. Hier is de kans op onbegrip en stigmatisering nog veel groter. Je moet je niet zo aanstellen, kom op, kop op, doe normaal, wees een kerel, en wat niet al. Het zit tussen de oren, wordt vaak gezegd. Dit alles kan uiteindelijk zelfs resulteren in een houding van minachting jegens de lijdende.
Binnen christelijke kring kan dit allemaal nog een extra dimensie krijgen. Iemand die (psychisch) lijdt wordt gemakkelijk betiteld als ‘zwakgelovige’. Of nog erger, men vermoedt dat er zonde in het spel is, want God gebruikt de ziekte om hem of haar te straffen. De gevolgen laten zich raden.
En dan komt de goedbedoelende broeder of zuster met een Bijbeltekst. Of met het advies vooral toch de bijeenkomsten van die ene prediker te bezoeken. Daar vinden namelijk regelmatig genezingen plaats. Oh, dat zie je niet zitten? Tja, als je niet gaat … Verkeerd uitgelegde Bijbelteksten, allerlei verschillende leringen, de zieke blijft in opperste verwarring achter, niet zelden met een groot schuldgevoel en twijfel. Enzovoort.
Bronnen van ziekte
Er zijn boeken vol geschreven over dit onderwerp. Ik beperk me hier tot enkele punten, geïllustreerd met ter zake doende teksten uit de Bijbel. Dus, waar komt ons ziek zijn vandaan?
Ziekte komt van God
Twee teksten:
Maar de HEERE zei tegen hem: Wie heeft de mens een mond gegeven? Of wie maakt iemand stom, doof, ziende of blind? Ben Ik het niet, de HEERE? (Exodus 4:11)
Zie nu [in] dat Ik, Ik Die ben, er is geen God naast Mij. Ík dood en Ik maak levend, Ik verwond en Ík genees en er is niemand die uit Mijn hand redt! (Deuteronomium 32:39)
Het is dus niet waar dat al het goede van God komt, en al het kwade van satan. God kan gebruik maken van het kwade voor Zijn eigen verheven doelen.
Ziekte komt van Satan
Twee voorbeelden:
6 En de HEERE zei tegen de satan: Zie, hij is in uw hand, maar spaar zijn leven.
7 Toen ging de satan weg van het aangezicht van de HEERE en hij trof Job met vreselijke zweren, van zijn voetzool af tot aan zijn schedel. (Job 2:6-7)
En moest dan deze vrouw, die een dochter van Abraham is en die de satan, zie, nu achttien jaar gebonden had, niet losgemaakt worden van deze band op de dag van de sabbat? (Lukas 13:16)
Satan heeft de macht en het vermogen mensen ziek te maken. Maar – en dat is essentieel – binnen de grenzen die God hem stelt. Eigenlijk wordt daarmee gezegd dat zo’n ziekte ook van God komt, ook al ligt het initiatief bij satan.
Ziekte kan worden veroorzaakt door onze levensstijl
Iemand die zijn hele leven rookt, maakt grote kans op longkanker. Wie langjarig veel te veel alcohol drinkt, krijgt uiteindelijk problemen met zijn lever. Een dieet dat alleen maar uit fastfood bestaat, en dat in grote hoeveelheden, leidt vrijwel zeker tot hart- en vaatziekten.
Ziekte vloeit voort uit ons menszijn
De mens is kwetsbaar. Besmetting met een bacterie of virus kan leiden tot ernstige ziekte, of zelfs tot de dood. Het verkeer zorgt elke dag voor nieuwe slachtoffers. Er vallen doden, er vallen gewonden. Veel van die gewonden zijn voor de rest van hun leven in meer of mindere mate gehandicapt. Talrijke (dodelijke) ziekten zijn genetisch bepaald. Sommige zijn erfelijk, andere niet. Hier zien we duidelijk de gevolgen van de zondeval, zoals Paulus dat ook beschrijft. We leven in een gebroken wereld, zeggen we dan.
En dat niet alleen, maar ook wijzelf, die de eerstelingen van de Geest hebben, ook wij zelf zuchten in onszelf, in de verwachting van [de] aanneming tot kinderen, [namelijk] de verlossing van ons lichaam. (Romeinen 8:23)
Waarom ziekte?
Is ziekte alleen maar een negatieve inbreuk op ons leven, of zit er meer achter? Duidelijk is dat God kan genezen, maar wil Hij dat ook (altijd)? Ook hier levert de Bijbel belangrijke inzichten. Een kleine opsomming.
Ziekte kan een gelovige treffen zonder dat er van zonde sprake is
Van drie medewerkers van Paulus wordt verteld dat ze op een gegeven moment ziek zijn, ziek, zonder dat er sprake is van zonde. Was dat wel het geval geweest, dan had de apostel dat vermeld, of hun namen mogelijk in zijn geheel ongenoemd gelaten. Uit het verband blijkt overduidelijk dat ze alle drie op goede voet staan met de grote apostel, dus zal hun gedrag onbesproken zijn geweest.
(Paulus aan Timotheüs) Drink niet langer alleen water, maar gebruik een kleine hoeveelheid wijn, voor uw maag en uw veelvuldige kwalen. (1 Timotheüs 5:23)
Trofimus heb ik in Milete ziek achtergelaten (2 Timotheüs 4:20)
Hij (Epafroditus, zie vers 25) is inderdaad ook ziek geweest, tot dicht bij de dood, maar God heeft Zich over hem ontfermd, (…) (Filippi 2:27)
Voor het contrast een vergelijk met wat Paulus over Demas vertelt. Deze broeder wordt driemaal genoemd. Tweemaal als medewerker.
Lukas, de arts, de geliefde, groet u, en Demas. (Kolosse 4:14)
Markus, Aristarchus, Demas en Lukas, mijn medearbeiders. (Filemon 1:24)
Op een later tijdstip blijkt er een verwijdering tussen Paulus en Demas te zijn ontstaan.
(…) want Demas heeft mij verlaten, omdat hij de tegenwoordige wereld heeft liefgekregen. (…)(2 Timotheüs 4:10)
De tegenstelling tussen Timotheüs, Trofimus en Epafroditus enerzijds en Demas anderzijds is dus opvallend groot. De eerste drie zijn overduidelijk van onbesproken gedrag en toch ziek.
God gebruikt ziekte om zondige mensen te tuchtigen
Mirjam ergert zich aan het feit dat Mozes een hogere positie heeft dan zij. Het is een aantijging tegen de ordening die God heeft ingesteld. Daarmee tast zij God in Zijn eer aan. God is onverbiddelijk: Mirjam wordt met melaatsheid gestraft.
De wolk week van boven de tent, en zie, Mirjam was melaats, [wit] als sneeuw. Toen keerde Aäron zich om naar Mirjam, en zie, zij was melaats. (Numeri 12:10)
Aäron – die met Mirjam heulde – komt onmiddellijk tot inkeer en toont berouw. Mozes doet voorbede voor Mirjam, en God vergeeft. De ziekte wordt echter niet onmiddellijk weggenomen. Zeven dagen moet Mirjam in isolatie blijven. Pas dan kan het volk verder trekken.
De HEERE zei tegen Mozes: (…) Laat haar zeven dagen buiten het kamp gesloten worden, en daarna [weer] opgenomen worden. (Numeri 12:14)
God gebruikt ziekte om zijn kinderen te behoeden voor zonde
Ook aan Paulus is door God een bijzondere positie gegeven. Hij kende alle raadsbesluiten van God van eeuwigheid tot eeuwigheid, hij verkondigde ze en schreef ze op.
want ik heb niet nagelaten u de hele raad van God te verkondigen.(Efeze 20:27)
het rentmeesterschap van God dat mij gegeven is voor u, om het Woord van God te voleindigen (Kolosse 1:25)
Maar Paulus heeft nog veel meer gehoord. Hij is opgetrokken geweest tot in de derde hemel en heeft daar ‘onuitsprekelijke woorden gehoord, die het een mens niet geoorloofd is te spreken.’ Al die voorrechten zou een mens naast zijn schoenen doen lopen. Blijkbaar lag dat gevaar echt op de loer, want God grijpt preventief in.
En opdat ik mij door het allesovertreffende [karakter] van de openbaringen niet zou verheffen, is mij een doorn in het vlees gegeven, een engel van de satan, om mij met vuisten te slaan, opdat ik mij niet zou verheffen. (2 Korinte 12:7)
De maatregel is onverbiddelijk en definitief.
8 Hierover heb ik de Heer driemaal gebeden dat hij van mij zou wijken;
9 en Hij zei tegen mij: Mijn genade is u genoeg; (…) (2 Korinte 12:8-9)
God gebruikt de ziekte om zijn kinderen thuis te halen
De Bijbel noemt van twee mannen dat ze zonder te sterven – dus lichamelijk – zijn opgenomen in de hemel: Henoch en Elia.
Henoch wandelde met God, en hij was niet meer, want God nam hem weg. (Genesis 5:24)
Het gebeurde, terwijl zij al sprekend verdergingen, zie, dat er een vurige wagen met vurige paarden kwam, die tussen hen beiden scheiding maakte. Zo voer Elia in een storm naar de hemel. (2 Koningen 2:11)
Elisa was getuige van de wonderlijke hemelvaart van zijn leermeester Elia. Hijzelf echter zou de weg van alle stervelingen gaan.
Elisa was ziek geworden; het was de ziekte waaraan hij zou sterven. (…) (2 Koningen 13:14)
In dergelijke gevallen, en dan met name als de betrokkenen nog jong en duidelijk met zegen dienen in Gods Koninkrijk, begrijpen wij Gods handelen niet. Met denke aan zangeres Kinga Bán, jong en enthousiast voor de Heer. Het waarom van haar ontslapen is op dit moment voor ons niet te vatten.
God gebruikt ziekte om de gelovige geestelijk te doen groeien
Job was een gelovige en diende God. Niettemin waren er zaken in zijn leven die niet tot eer van God waren. Zijn bereidheid tot dienen werd namelijk ingeperkt door de mate waarin hij God begreep.
3 (…) Zo heb ik verkondigd wat ik niet begreep, dingen die te wonderlijk voor mij zijn en die ik niet weet.
6 Daarom veracht ik [mijzelf] en ik heb berouw, op stof en as. (Job 42:3, 6)
Het gaat hier om het terugtrekken van verkeerde uitspraken (tegen)over God. Die uitspraken gingen zover dat hij God als het ware ter verantwoording riep. Dat is niet de plaats van een mens. Job is naderhand wel bereid God te dienen, zelfs al begrijpt hij het waarom niet.
Vier vragen
Er is een duidelijke link tussen geloof en Goddelijke genezing. Dit verband roept een aantal vragen op, die we nu kort zullen bekijken.
Geneest God altijd?
Sommige ‘voorstanders’ van deze opvatting beroepen zich graag op een tekst uit Hebreeën.
Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en tot in eeuwigheid. (Hebreeën 13:8)
Men redeneert dat aangezien de Here Jezus tijdens Zijn rondgang op aarde voortdurend mensen genas, Hij dat vandaag de dag ook zal doen. Nog afgezien van het punt dat onze Heiland lang niet iedereen genas, staat hier niet dat Jezus Christus gisteren en heden hetzelfde doet, maar Dezelfde is. Omdat voor iedereen duidelijk is, dat in onze dagen Goddelijke genezing betrekkelijk weinig voorkomt (voor zover we dat kunnen weten), wordt deze misvatting verder ‘aannemelijk gemaakt’ door te stellen dat de gelovige tegenwoordige sneller naar een arts loopt, dan dat hij in gebed om genezing vraagt. Het ontbreekt de zieke dus aan kennis en aan geloof, zegt men. Maar God geneest niet altijd. Er zijn genoeg voorbeelden in de Schrift die dat ondersteunen.
Dat bovenstaande uitleg niet deugt kan eenvoudig worden aangetoond. Denken we bijvoorbeeld aan de vergeving van zonden. Zou het waar kunnen zijn dat de Here Jezus gisteren en heden de zonden vergeeft en tot in eeuwigheid? Nee, want er komt een tijd dat de zonde niet meer bestaat. Wat niet bestaat hoeft niet te worden vergeven. Zo komt er ook een tijd dat er geen ziekten meer zullen zijn. Eens zullen genezingen niet langer nodig zijn.
Een tweede ‘populaire tekst’ vinden we in de Psalmen.
Die al uw ongerechtigheid vergeeft, Die al uw ziekten geneest (Psalm 103:3)
Ook hier blijkt dat het ‘los nemen en interpreteren’ van een vers wel tot ongelukken moet leiden. Wie de Bijbel leest, zal meerdere voorbeelden aantreffen dat God niet geneest. De Schrift zou zich op dit punt dus tegenstrijdig uitlaten. Daarom wil dit vers niet zeggen dat God altijd alle ziekten geneest, maar dat als er genezing van ziekte is, dit een werk van God is.
Recht op genezing?
Genezing is volgens sommigen een door Jezus Christus verworven recht. We zouden daarom onze genezing mogen claimen in zijn naam. Dat deze stelling onjuist is, bewijzen de voorstanders zelf. Waarom gaan ze de ziekenhuizen niet in, waarom leggen ze daar niet alle zieken de handen op, waarom genezen ze al die zieken niet? Omdat er geen recht op genezing is. Bedenk bovendien dat de gave van genezingen een ‘genadegave’ is (zie 1 Korinte 12:9).
Genezing onderdeel van de verzoening?
Vooral vanuit charismatische hoek komt de bewering dat het altijd Gods wil is dat mensen genezen. Deze opvatting komt voort uit een dubieuze uitleg van enkele teksten die handelen over Christus’ kruislijden en sterven. Men meent dan dat Christus niet alleen de zonden, maar ook de ziekten van de mensheid plaatsvervangend heeft gedragen. Jesaja zou zulks leren.
4 Voorwaar, onze ziekten heeft Híj op Zich genomen, ons leed heeft Hij gedragen. (…)
5 Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden verbrijzeld. De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is er voor ons genezing gekomen. (Jesaja 53:4-5)
Men ziet dan over het hoofd dat de gevolgen van zonden en ziekten geheel van elkaar verschillen. Zonden vereisen straf (die bijvoorbeeld tot een mens komt in de vorm van ziekte). Ziek zijn niet. Het zou hetzelfde zijn als de overheid iemand een boete zou opleggen vanwege het feit dat de betrokkene de griep heeft gekregen.
Bovendien is het Schrift met Schrift vergelijken ook bij dit onderwerp zeer leerrijk. In Mattheüs 8 lezen we dat de Here Jezus ‘allen genas die er slecht aan toe waren’. Het is de Heilige Geest die Mattheüs inspireerde tot het schrijven van een niets aan twijfel overlatende verklaring.
16 (…) Hij genas allen die er slecht aan toe waren,
17 opdat vervuld werd wat gesproken was door de profeet Jesaja toen hij zei: Hij heeft onze zwakheden op Zich genomen, en onze ziekten gedragen. (Mattheüs 8:16-17)
Jesaja 53 is profetie. Het kenmerk van Bijbelse profetie is dat deze vast en zeker zal worden vervuld (2 Petrus 1:19). Maar wanneer? Mattheüs schrijft dat Jesaja 53:4 en 5 werden vervuld lang voordat onze Heiland werd gekruisigd. Het op Zich nemen van ’s mensen zwakheden en het dragen van onze ziekten heeft de Here Jezus dus niet aan het kruis gedaan, maar tijdens Zijn rondwandeling op aarde! Petrus laat zich op vergelijkbare wijze uit.
Die Zelf onze zonden in Zijn lichaam gedragen heeft op het hout, opdat wij, voor de zonden dood, voor de gerechtigheid zouden leven. Door Zijn striemen bent u genezen. (1 Petrus 2:24)
(Voor wie blijft struikelen over de woorden ‘ziekte’ en ‘genezen’ in deze teksten het volgende. Het gaat om een beeldspraak: metonymie. Wat bedoeld wordt, wordt niet genoemd, maar vervangen door een woord dat er mee te maken heeft. Als iemand zegt een Rembrandt aan de muur te hebben, dan bedoelt hij een schilderij van Rembrandt en niet het lijk van iemand die naar de naam Rembrandt luisterde. Zo vertegenwoordigt in bovenstaande teksten het woord ziekte (gevolg van zonde) het woord zonde (de oorzaak).)
Is geen genezing teken van ongeloof?
Hoe vaak horen we niet van genezers die de schuld van het niet slagen van een genezing bij de zieke leggen. Het laat de zieke in verwarring, schuldgevoel en angst achter, terwijl de reden wel zeker ergens anders ligt. Ondertussen is het opvallend dat in de Bijbel genezingen altijd ‘lukken’. Nou ja, op een gebeurtenis na dan, direct volgend op de verheerlijking op de berg. Als de Here Jezus met de drie leerlingen Petrus, Jakobus en Johannes afdaalt treft Hij een ontluisterende situatie aan.
14 En toen zij bij de menigte gekomen waren, kwam er iemand bij Hem, die voor Hem op de knieën viel en zei:
15 Heere, ontferm U over mijn zoon, want hij is maanziek en heeft veel te lijden, want dikwijls valt hij in het vuur en dikwijls in het water.
16 En ik heb hem bij Uw discipelen gebracht, maar zij konden hem niet genezen.
17 Jezus antwoordde en zei: O ongelovig en ontaard geslacht, hoelang zal Ik nog bij u zijn, hoelang zal Ik u nog verdragen? Breng hem hier bij Mij.
18 En Jezus bestrafte hem, en de demon ging van hem uit; en het kind was vanaf dat moment genezen.
19 Toen kwamen de discipelen bij Jezus en zeiden, toen zij alleen waren: Waarom konden wij hem niet uitdrijven?
20 Jezus zei tegen hen: Vanwege uw ongeloof (…) (Mattheüs 17:14-20)
He mislukken van deze genezing was inderdaad een teken van ongeloof. Echter niet van de vader, of van het kind, maar van de discipelen. Zij die de genezing (uitdrijving in dit geval) tot stand wilden brengen faalden, vanwege hun ongeloof. Dit zou iedereen die zich met de dienst der genezing bezighoudt tot nadenken moeten stemmen. Maar er is meer. Hierboven zagen we dat God met ziekmaken een bepaald doel voor ogen heeft. Het is als met de blindgeborene uit het evangelie van Johannes. De Here Jezus zei er het volgende van.
Jezus antwoordde: (…) dit is gebeurd, opdat de werken van God in hem geopenbaard zouden worden. (Johannes 9:3)
We leren twee dingen uit dit vers.
(1) De Here Jezus wist van het waarom en het waartoe van het blindgeboren zijn van de betrokkene.
(2) De Here Jezus wist dat de genezing zou ‘lukken’, want Gods eer was er mee gediend.
Er zijn meer voorbeelden waaruit blijkt dat de autoriteit en de macht tot genezing samengaat met ‘achtergrondkennis’. Stel dat zonde de diepere reden is dat iemand ernstig en langdurig ziek is. Het echte probleem is dan niet de ziekte, maar de reden waarom iemand ziek is. De Here Jezus weet daarvan en laat dat ook meewegen. Als de vier vrienden van de verlamde man hun vriend tot aan de voeten van de Here Jezus hebben neergelaten, zegt onze Heiland iets opmerkelijks.
(…) Man, uw zonden zijn u vergeven. (Lukas 5:20)
Dat was het eerste wat de lijder nodig had. Toen de Here de zonde(schuld) weggenomen had, was de weg vrij om te genezen. Wat dan ook gebeurde. Er staat nog iets leerzaams in het verslag van deze gebeurtenis.
En toen Hij hun geloof zag, zei Hij tegen hem: Man, uw zonden zijn u vergeven. (Lukas 5:20)
Voor de Here Jezus speelt het geloof van de vrienden ook een rol. Niet alleen het geloof van de zieke wordt gezien, ook het geloof van de vier mannen is van belang.
Een ander voorbeeld vinden we in Bethesda. Daar genas de Here Jezus een man die al achtendertig jaar ziek was. Later spreekt de Here nog eens met de genezene en waarschuwt hem.
Zie, u bent gezond geworden, zondig niet meer opdat u niet iets ergers overkomt. (Johannes 5:14)
Opnieuw blijkt de kennis aangaande het waarom belangrijk. Genezen worden is geweldig, maar het wegnemen van de oorzaak is nog belangrijker. Laten we bovendien bedenken dat de Here Jezus weet dat achtendertig jaar lang ziek zijn minder erg is dan het vervallen aan Gods oordeel.
Verantwoordelijkheid
Dit alles toont ons dat alleen de gave van genezingen niet voldoende is om op een verantwoorde wijze met deze dingen om te gaan. Zoals Paulus al schreef wordt de openbaring van de Geest gegeven tot wat nuttig is voor de ander (1 Korinte 12:7). Dat de gave van genezingen nuttig kan zijn voor de ander is duidelijk. Nu iets over de gave(n) zelf.
(…) genadegaven van genezingen, door dezelfde Geest (1 Korinte 12:9)
Opvallend is dat Paulus het meervoud gebruikt: genadegaven van genezingen. Het kan niet betekenen dat er meerdere soorten gaven van genezingen bestaan. Eentje voor infectieziekten, een ander voor kankergerelateerde ziekten, weer een ander voor de gevolgen van ernstige ongelukken bijvoorbeeld. Het betekent wél dat de gedachte aan het permanent bezitten van een genadegave onbijbels is. Velen leren dit, en even zovelen dichten zichzelf dit voorrecht toe. Het is echter een demonische gedachtegang – vergelijk de magnetiseur die energie doorgeeft middels handoplegging. Genadegaven van genezingen wil echter zeggen dat elke genezing een gave van God is. Anders gezegd, als iemand mag meemaken tienmaal een zieke te hebben genezen, hij of zij tienmaal een genadegave van genezing van God ontving tot welzijn van een zieke.
Op deze manier wordt voorkomen dat de gaven van genezingen conflicteren met bedoelingen die God met de zieke kan hebben. Hierboven zagen we dat God verschillende redenen kan hebben om ziekte in het leven van een gelovige te brengen.
- God gebruikt ziekte om zondige mensen te tuchtigen;
- God gebruikt ziekte om zijn kinderen te behoeden voor zonde;
- God gebruikt de ziekte om zijn kinderen thuis te halen;
- God gebruikt ziekte om de gelovige geestelijk te doen groeien.
God maakte Mirjam melaats. Het was straf voor haar jaloersheid aangaande de positie van Mozes. Mozes deed voorbede voor zijn zuster, en God genas. Stel nu dat nog voor het gebed van Mozes iemand op het toneel verschijnt die geheel onwetend is van het hoe en waarom. Hij ziet een melaatse en wordt ‘met ontferming bewogen’. Vol goede bedoelingen wil hij haar genezen. Het lukt niet. Wat is er mis? Ontbreekt het hem aan geloof, ontbreekt het Mirjam aan geloof? Nee, het ontbreekt hem aan kennis aangaande Gods weg met deze zieke. Er komt geen genezing tot stand, want God heeft andere plannen.
God gaf Paulus een doorn in het vlees, om hem te behoeden voor de zonde van hoogmoed. We weten niet wat die doorn in het vlees is geweest, maar dat Paulus er onder leed staat wel vast. Als nu iemand met de beste bedoelingen probeert Paulus te genezen zal het niet lukken. Waarom niet? Om dezelfde reden als het bij Mirjam niet zou zijn gelukt. God heeft andere plannen.
God heeft Elisa ziek gemaakt. Het zou de ziekte worden waaraan hij zou sterven. Ook hier zou genezing uitblijven.
Job werd geslagen met een afschuwelijke ziekte. Dat was geen willekeurige wrede daad van God. Het was Gods bedoeling Job op een hoger geestelijk plan te brengen. Een genezing zou niet zijn gelukt, want dat strookte op dat moment niet met Gods bedoelingen.
Er was nog een vijfde mogelijke oorzaak: ziekte kan een gelovige treffen zonder dat er van zonde sprake is. Deze oorzaak kan ook anders worden geformuleerd:
- Ziekte kan een gelovige treffen zonder dat God er een specifieke bedoeling mee heeft;
Zieken die ziek zijn zonder dat God er een speciale bedoeling mee heeft, behoren bij de in het Nieuwe testament beschreven ‘geslaagde’ vele genezingen.
En Hij riep Zijn twaalf discipelen bij Zich en gaf hun macht over de onreine geesten om die uit te drijven, en om iedere ziekte en elke kwaal te genezen. (Mattheüs 10:1)
Want Hij had er velen genezen, zodat allen die aandoeningen hadden, op Hem aandrongen om Hem te kunnen aanraken. (Markus 3:10)
die gekomen waren om Hem te horen en om van hun ziekten genezen te worden, ook zij die gekweld werden door onreine geesten; en zij werden genezen. (Lukas 6:18)
En ook de menigte uit de steden in de omgeving kwam gezamenlijk naar Jeruzalem. Men bracht zieken en hen die door onreine geesten gekweld werden, en zij werden allen genezen. (Handelingen 5:16)
Conclusie
Wie de gave om zieken te genezen denkt te hebben, staat dus voortdurend voor een aantal vragen.
- Heb ik geloof om te genezen?
- Is genezing in overeenstemming met de wil van God voor de zieke?
- Heeft de zieke geloof om gezond te worden?
Vooral punt 2 wordt veel te vaak over het hoofd gezien. Ieder die zich geroepen voelt gaven van genezingen uit te oefenen zou zich daar ernstig op moeten beraden. Zomaar een poging tot genezing wagen is hoe dan ook uit den boze.
Ik wijs voorts op de claim dat geestvervulde (?) gelovigen in alle dingen tot dezelfde handelingen geroepen zouden zijn als de apostelen. Hoe zit dat? Om te beginnen lezen we in de Schrift dat Petrus, Filippus en Ananias de stem van de Heilige Geest hoorden.
Petrus:
19 Terwijl Petrus nog over dat visioen nadacht, zei de Geest tegen hem: Zie, drie mannen zoeken u;
20 sta daarom op, ga naar beneden en reis met hen mee. Twijfel niet, want Ik heb hen gestuurd. (Handelingen 10:19-20)
Filippus:
En de Geest zei tegen Filippus: Ga ernaartoe en voeg u bij deze wagen. (Handelingen 8:29)
Ananias:
10 En er was een zekere discipel in Damascus van wie de naam Ananias was; en de Heere zei tegen hem in een visioen: Ananias! En hij zei: Zie, hier ben ik, Heere.
11 En de Heere zei tegen hem: Sta op en ga naar de straat die de Rechte genoemd wordt, en vraag in het huis van Judas naar iemand van wie de naam Saulus is, uit Tarsus, want zie, hij bidt,
12 en hij heeft in een visioen gezien dat een man van wie de naam Ananias was, binnenkwam en hem de hand oplegde, opdat hij weer ziende zou worden. (Handelingen 9:10-12)
Als God (middels de Heilige Geest) inderdaad nog steeds tot gelovigen spreekt (en waarom zou dat niet zo zijn?), dan mag je verwachten dat de informatie, of de opdrachten net zo helder tot hen komen als in de hierboven gegeven voorbeelden. Maar ondanks dat men stelt de stem van God regelmatig te horen, gaat het juist in de dienst der genezing heel vaak vreselijk fout. Nog verontrustender is dat men kritische vragen afdoet als aanvallen van de duivel, of als lijden omwille van Christus (Mattheüs 5:11).
Zie ook mijn ‘Een woord van God, of toch niet?‘
Slot
Deze uiteenzetting heeft niet de pretentie een soort ‘Handleiding voor een zegenrijke genezingsdienst’ te zijn. Ik heb slechts willen wijzen op een aantal punten waarin de huidige praktijk mijn inziens botst met de Heilige Schrift.
Bovendien weet ik me geroepen tot terughoudendheid, aangezien er ook teksten in het Nieuwe Testament staan die alle opmerkingen uit dit artikel lijken te logenstraffen. Ik noem er vijf.
En het gebeurde op een van die dagen dat Hij onderwijs gaf en dat er Farizeeën en leraars van de wet zaten, die van alle dorpen van Galilea en Judea en uit Jeruzalem gekomen waren. En er was kracht van de Heere om hen te genezen. (Lukas 5:17)
En heel de menigte probeerde Hem aan te raken, want er ging kracht van Hem uit, en Hij genas ze allen. (Lukas 6:19)
Jezus zei: Iemand heeft Mij aangeraakt, want Ik heb gemerkt dat er kracht van Mij uitgegaan is. (Lukas 8:46)
(…) zodat zij de zieken naar buiten droegen op de straten en hen op bedden en ligmatten legden, opdat, wanneer Petrus voorbijkwam, ook maar zijn schaduw op iemand van hen zou kunnen vallen. (Handelingen 5:15)
(…) zo zelfs dat, als de zweetdoeken of de doeken die hij om zijn middel droeg, van zijn lichaam op de zieken gelegd werden, de ziekten van hen weken en de boze geesten uit hen weggingen. (Handelingen 19:12)
Steeds als je denkt het te begrijpen, stuit je weer op een tekst waarin een genezing zich toch net iets anders voltrekt. Gelukkig vraagt God ons niet alles te begrijpen, het gaat Hem om geloof(svertrouwen). Voor het overige geldt vooral deze Goddelijke uitspraak:
8 Want Mijn gedachten zijn niet uw gedachten, en uw wegen zijn niet Mijn wegen, spreekt de HEERE.
9 Want zoals de hemel hoger is dan de aarde, zo zijn Mijn wegen hoger dan uw wegen en Mijn gedachten dan uw gedachten. (Jesaja 55:8-9)