Vogels en zuurdeeg
Als mijn opvatting aangaande de in de mosterdplant nestelende ‘vogels’ en het zuurdeeg juist is (zie artikel 1 en 2), dan valt te verwachten dat de kwade invloeden van buitenaf (vogels) en van binnenuit (zuurdeeg) nog steeds werkzaam zijn. Als gevolg daarvan moeten we vrezen dat de geestelijke toestand van het Koninkrijk der hemelen (de kerk) slechter is dan ooit tevoren. Het profetische Woord kondigt dat inderdaad zo aan. Hier volgen twee gedeelten uit brieven van Paulus ter verduidelijking.
In het begin van de Romeinenbrief tekent Paulus de morele toestand van de ongelovige mensheid uit zijn dagen.
29 Ze zijn vervuld van allerlei ongerechtigheid, hoererij, boosaardigheid, hebzucht, slechtheid. Ze zijn vol afgunst, moord, ruzie, bedrog, kwaadaardigheid.
30 Kwaadsprekers zijn het, lasteraars, haters van God, smaders, hoogmoedigen, grootsprekers, bedenkers van slechte dingen, ongehoorzaam aan hun ouders,
31 onverstandigen, trouwelozen, mensen zonder natuurlijke liefde, onverzoenlijk, onbarmhartig. (Romeinen 1:29-31)
In zijn tweede brief aan Timotheüs gebruikt hij grotendeels dezelfde bewoordingen om aan te duiden hoe het ‘in latere tijden’ met de zich christen noemende mens zal zijn gesteld.
1 En weet dit dat in de laatste dagen zware tijden zullen aanbreken.
2 Want de mensen zullen liefhebbers zijn van zichzelf, geldzuchtig, grootsprekers, hoogmoedig, lasteraars, hun ouders ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig,
3 zonder natuurlijke liefde, onverzoenlijk, kwaadsprekers, onmatig, wreed, zonder liefde voor het goede,
4 verraders, roekeloos, verwaand, meer liefhebbers van zingenot dan liefhebbers van God.
5 Zij hebben een schijn van godsvrucht, maar hebben de kracht ervan verloochend. Keer u ook van hen af. (2 Timotheüs 3:1-5)
Frappant is dat Paulus Timotheüs aanraadt geen omgang met dergelijke medegelovigen te hebben. Dat wat in de toekomst steeds duidelijker zal worden, was blijkbaar in zijn jaren al aan de gang. En daarmee zien we het zuurdeeg in werking. Het begint klein, maar doorzuurt uiteindelijk het gehele deeg.
Zuurdeeg anno nu
De manifestatie van zuurdeeg herken je op tal van terreinen. Laten we nog eens kijken naar de opsomming uit het eerste artikel. Zuurdeeg heeft een negatieve betekenis, wat blijkt uit het gebruik op andere plaatsen in Gods Woord.
Toen begrepen zij dat Hij niet gezegd had dat zij op hun hoede moesten zijn voor het zuurdeeg van het brood, maar voor het onderricht van de Farizeeën en de Sadduceeën. (Mattheüs 16:12)
Intussen, toen er een menigte van tienduizenden mensen bijeengekomen was, zodat zij elkaar bijna onder de voet liepen, begon Hij te spreken, allereerst tot Zijn discipelen: Wees op uw hoede voor het zuurdeeg van de Farizeeën, dat is de huichelarij. (Lukas 12:1)
6 Uw roem is niet goed. Weet u niet dat een klein beetje zuurdeeg het hele deeg doorzuurt?
7 Verwijder dan het oude zuurdeeg, opdat u een nieuw deeg zult zijn. U bent immers ongezuurd, want ook ons Paaslam is voor ons geslacht: Christus.
8 Laten wij dus feestvieren, niet met oud zuurdeeg, ook niet met zuurdeeg van slechtheid en boosaardigheid, maar met ongezuurde broden van oprechtheid en waarheid. (1 Korinte 5:6-8)
7 U liep zo goed; wie heeft u verhinderd de waarheid te blijven gehoorzamen?
8 Deze overreding is niet afkomstig van Hem Die u roept.
9 Een beetje zuurdeeg doorzuurt het hele deeg. (Galaten 5:9)
Opnieuw concluderen we dat zuurdeeg kan staan voor het (kennelijk) verkeerde onderwijs van Farizeeën en Sadduceeën, voor huichelarij, voor zonde (slechtheid en boosaardigheid) en voor prediking die niet van God komt. Deze aspecten geven aanleiding tot de volgende onderverdeling: Verkeerde (valse leer), schijnheiligheid en zonde.
1a. Verkeerde (valse) leer
Het is ondoenlijk een compleet overzicht te geven van alle verkeerde leer in onze tijd. Daarom beperk ik me tot enkele (bekende?) voorbeelden. Ook zal ik geen namen noemen van de woordvoerders van bepaalde opvattingen. Daarbij moeten we bedenken dat het brengen van verkeerde leer niet altijd met opzet gebeurt. Vaak is men te goeder trouw. De ernst van zo’n dwaling wordt daarmee uiteraard niet minder.
Dé voedingsbodem voor verkeerde leer is de hang naar rust, naar gemak. Men wil een geloof waarbij de mens zich ‘goed’ voelt. Dat leidt tot prediking die de toehoorders verzekert dat God hen liefheeft, dat God hen wil zegenen, dat God wil dat ze een prettig leven leven hebben, etc. Men noemt het wel een comfort-evangelie. En dus vermijdt men Bijbelgedeelten die ons dingen te zeggen hebben die niet zo prettig in het gehoor liggen, of men verklaart dat ze niet voor ons zijn bestemd, of dat het eigenlijk maar bijzaken zijn. Verkeerde leer is echter niets meer en niets minder dan vervulling van de profetie die Paulus uitsprak bij zijn afscheid van oudsten van de gemeente te Efeze.
(…) uit uw eigen midden mannen zullen opstaan die de waarheid verdraaien om de discipelen weg te trekken achter zich aan. (Handelingen 20:30)
Men brengt een verkeerde leer en verleidt daarmee medegelovigen. Daardoor ontstaat er tweespalt. Ook Petrus waarschuwt ons voor deze praktijken.
Dit moet u allereerst weten, dat geen enkele profetie van de Schrift een eigenmachtige uitleg toelaat; (2 Petrus 1:20)
zoals ook in alle brieven, wanneer hij deze dingen ter sprake brengt. Daaronder zijn sommige zaken die moeilijk te begrijpen zijn, die de onkundige en onstandvastige mensen verdraaien, tot hun eigen verderf, net als de andere Schriften. (2 Petrus 3:16)
De veelheid van kerken, gemeenten en stromingen wekt sowieso verwarring. Want wie heeft nu de waarheid in pacht? Niemand uiteraard. De Bijbel zelf heeft hierover veel te zeggen.
18 opdat u ten volle in staat bent te begrijpen met alle heiligen, wat de breedte, lengte, hoogte en diepte is,
19 en te kennen de liefde van Christus, die de kennis te boven gaat (Telos)(Efeze 3:18-19)
Er is sprake van kennen, en van begrijpen. Kennen is weten dat iets bestaat, en wat de eigenschappen en bijzonderheden zijn. Begrijpen wil zeggen dat men iets met het verstand bevat, iets doorgrondt. Dit kennen en begrijpen is alleen gegeven aan alle gelovigen tezamen. Paulus spreekt met nadruk over alle heiligen, dat zijn alle gelovigen, alle wedergeborenen. Het gaat derhalve om alle mensen die de Heilige Geest ontvangen hebben. Zonder die Geest gaat het niet, iets wat ook blijkt uit een belofte van de Here Jezus.
Maar wanneer Die komt, de Geest van de waarheid, zal Hij u de weg wijzen in heel de waarheid (Johannes 16:13)
1b. Hoever ga je met je (verkeerde) leer?
Jehova’s getuigen
Een van de meest ernstige verschijnselen betreft het aanpassen van de Bijbeltekst aan de eigen opvattingen. Een berucht voorbeeld daarvoor vinden we bij de Jehova’s getuigen. Zij grossieren in onbijbelse leerstellingen. Men ontkent de goddelijke Drie-eenheid, de Godheid van Christus, de lichamelijke opstanding van Christus, het voortbestaan na de dood, de hel en het eeuwig oordeel, en verwerpt de aanbidding van de Here Jezus. Iedere christen zal meteen beamen dat bovengenoemde door Jehova’s getuigen als dwalingen aangemerkte zaken, wel degelijk in de Bijbel zo onderwezen worden. Het opmerkelijke (of: schandalige) is dat alle ‘hinderlijke’ teksten zodanig zijn bewerkt, dat het lijkt alsof men gelijk heeft.
Voorbeeld 1: Als het waar zou zijn dat er na de dood in het geheel geen voortbestaan is, dan heeft de Here Jezus de moordenaar aan het kruis maar wat op de mouw gespeld. Wat zei de Here Jezus precies?
Jezus zei tegen hem: Voorwaar, zeg Ik u, heden zult u met Mij in het paradijs zijn. (Lukas 23:43)
In de Nieuwe Wereld Vertaling van de Jehova’s getuigen staat echter: ‘Ik zeg u heden: gij zult …’ En inderdaad, zo verdwijnt de verwijzing naar een leven na de dood.
Voorbeeld 2: Als de goddelijke Drie-eenheid niet bestaat, is er geen sprake van God de Zoon en God de Heilige Geest. Al aan het begin van Genesis leidt dat tot een conflict met de Bijbeltekst.
1 In het begin schiep God de hemel en de aarde.
2 De aarde nu was woest en leeg, en duisternis lag over de watervloed; en de Geest van God zweefde boven het water. (Genesis 1:1-2)
De Nieuwe Wereld Vertaling lost dat heel sluw op met een kleine aanpassing.
1 In [het] begin schiep God de hemel en de aarde.
2 De aarde nu bleek vormloos en woest te zijn en er lag duisternis op het oppervlak van [de] waterdiepte; en Gods werkzame kracht bewoog zich heen en weer over de oppervlakte van de wateren.
Wie dus met iemand van de Jehova’s getuigen in gesprek gaat, doet er verstandig aan een eigen Bijbel mee te nemen. De vele verschillen tussen teksten in uw en hun Bijbel zullen tot interessante woordenwisselingen leiden.
De Kerk van Rome
Wie in Nederland gevraagd wordt commentaar te leveren op de praktijk van een kerk, kan wat betreft de Rooms-katholieke kerk niet om de beeldencultuur heen. Niet-gelovigen bekijken het vanuit kunstzinnig perpectief, protestantse gelovigen reageren (traditioneel) afwijzend en de Rooms-katholiek vindt het de gewoonste zaak ter wereld. Nu kun je argumenteren wat je wilt, maar om Gods Woord kun je niet heen. In de Schrift vind je namelijk nergens een pleidooi voor ‘kunst in de kerk’. Wel wordt zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament het knielen voor (afgods)beelden verboden. Protestanten vinden dat Rooms-katholieken de Bijbel op dit punt negeren: er is afgoderij in de kerk. Rooms-katholieken op hun beurt werpen tegen dat men niet aanbidt, maar vereert. Het is echter onloochenbaar dat men via het beeld de betrokken heilige aanroept, en verzoekt om hulp, dan wel voorspraak. Volgens de Rooms-katholieke kerk valt dit niet onder afgoderij.
Bij de Jehova’s getuigen ontziet men zich niet met de Bijbeltekst te knoeien. De Rooms-katholieke kerk gaat niet zo ver. Hun steen des aanstoots is in dit geval de tekst van de Tien Geboden. In de Willibrordvertaling lezen we de volgende weergave van de eerste twee geboden.
1 Toen sprak God al de woorden die hier volgen.
2 ‘Ik ben de HEER uw God die u heeft weggeleid uit Egypte, het slavenhuis.
3 U zult geen andere goden hebben ten koste van Mij.
4 U zult geen beelden maken, geen afbeelding van enig wezen boven in de hemel, beneden op de aarde of in de wateren onder de aarde.
5 Buig u niet voor hen neer en bewijs hun geen goddelijke eer, want Ik, de HEER uw God, Ik ben voor hen die Mij haten een jaloerse God die de schuld van de vaders wreekt op hun kinderen, tot de derde en vierde generatie.
6 Maar voor hen die Mij liefhebben en mijn geboden onderhouden ben Ik een God die goedheid bewijst tot aan de duizendste generatie. (Willibrord)(Exodus 20:1-6)
De Herziene Statenvertaling vertaalt de vetgedrukte verzen als volgt:
4 U zult voor uzelf geen beeld maken, geen enkele afbeelding van wat boven in de hemel, of beneden op de aarde of in het water onder de aarde is.
5 U zult zich daarvoor niet neerbuigen, en die niet dienen (…)(HSV)(Exodus 20:4-5)
De NBG doet het nog iets anders:
4 Gij zult u geen gesneden beeld maken noch enige gestalte van wat boven in de hemel, noch van wat beneden op de aarde, noch van wat in de wateren onder de aarde is.
5 Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen; (…)(NBG)(Exodus 20:4-5)
Deze verzen veronderstellen twee manieren van overtreden. Of men maakt een beeld van de Here, of men maakt een afgodsbeeld. Beide zijn verboden. Buigen voor, dienen of aanbidden is al helemaal uit den boze. Als men ze niet maakt, is knielen voor een beeld niet eens mogelijk. Maar helaas, men maakt ze wel, talloze beelden van heiligen, die eens allemaal gewone mensen waren. Het zijn beelden van wat boven in de hemel is, en/of van wat beneden op de aarde is (was). Het mag niet, men doet het wel. Hoe krijg je dat rechtgebreid? De Bijbeltekst aanpassen is blijkbaar een brug te ver (gelukkig maar!). Toch moet er iets worden opgelost. Men doet dat in de catechismus, een boekwerk dat de leer van de Rooms-katholieke leer bevat. In de uitgave van 1995 wordt vanaf pagina 721 aandacht geschonken aan de Tien Geboden. Dit wordt gedaan in vier kolommen. Van links naar rechts zijn dat de Bijbeltekst uit Exodus 20:2-17, de Bijbeltekst uit Deuteronomium 5:6-21, de praktische vertaling van het gebod voor België, de praktische vertaling van het gebod voor Nederland. Nemen we vers 3 als voorbeeld.
Exodus | Deuteronomium | Catechese (B) | Catechese (NL) |
Gij zult geen andere goden hebben, ten koste van Mij. | Naast Mij zult gij geen andere goden hebben. | Bovenal bemin één God. | Gij zult geen afgoden vereren, maar Mij alleen aanbidden en boven alles beminnen. |
En zo komen een voor een alle Tien Geboden aan bod… niet dus. De verzen 4 en 5 worden overgeslagen! Er blijven negen geboden over, terwijl ze de Tien Geboden heten. Maar daar heeft men wat op gevonden. Men neme gebod nummer tien …
Gij zult uw zinnen niet zetten op het huis van uw naaste; gij zult uw zinnen niet zetten op de vrouw van uw naaste, niet op zijn slaaf, zijn slavin, zijn rund of zijn ezel, op niets wat hem toebehoort. (Willibrord)(Exodus 20:20)
.. en hakke die in tweeën! De voor Nederland bestemde catechetische formulering luidt nu: (gebod 9): ‘Gij zult geen onkuisheid begeren’, (gebod 10): ‘Gij zult niet onrechtvaardig begeren wat uw naaste toebehoort’. Wat zei de Here Jezus ook al weer?
en zo maakt u Gods Woord krachteloos door uw overlevering die u overgeleverd hebt; en veel van dergelijke dingen doet u. (Markus 7:13)
Protestantse kerken
In tegenstelling tot de voorbeelden uit de kringen van de Jehova ’s getuigen en de Rooms-katholieke kerk, kun je niet alle Protestantse kerken in zijn geheel als derde voorbeeld nemen. Zo’n kerk bestaat namelijk niet. Het protestantisme heeft tot grote verdeeldheid geleid. Alleen al in ons land onderscheiden we tientallen. Ik noem hier de Protestantse Kerk in Nederland, de Remonstrantse broederschap, Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, Nederlands Gereformeerde Kerken, Christelijke Gereformeerde Kerken, (Oud-)Gereformeerde Gemeenten (in Nederland), Hersteld Hervormde Kerk, Vrijzinnige Geloofsgemeenschap NPB, Zwinglibond, Baptisten, Leger des Heils, Kerk van de Nazarener, Evangelische gemeenten, Pinkstergemeenten, Vrije Evangelische Gemeenten en Vergadering van gelovigen. In al deze verbanden is men bezig met het bestuderen van de Bijbel en publiceert erover. Hoewel er beslist nog steeds onverkort Bijbelse taal gesproken wordt, neemt gelijktijdig overal het ‘moderne’ Bijbelgebruik toe. Het manipuleren van de Bijbeltekst is daarbij helaas schering en inslag. Mag je wel zo met Gods Woord omgaan? Is het niet gewoon ‘eigenmachtige uitleg’?
In het navolgende een paar illustraties. Het onderwerp is de huidige aandacht voor gender, diversiteit en inclusiviteit. Verwacht geen standpunt mijnerzijds in deze discussie. Ik voel me niet bevoegd tot een uitspraak in dezen. Trouwens: het echte onderwerp is het Bijbelgebruik.
De zaak is gecompliceerd. Soms is de onderliggende boodschap dat de Bijbel tijdgebonden is – we weten tegenwoordig beter. Vaak wordt gezegd dat de Bijbel fouten bevat – en daarom kun je niet blindvaren op de Bijbel. Nog een andere variant is die van de ervaring. Dan horen we ‘de ervaring leert ons’, en die blijkt dan meer gezag te hebben dan de Bijbel. Recentelijk (?) is een nieuwe variant boven komen drijven. Die luidt ‘God heeft ons niet alles verteld’. Hoe dat ‘werkt’ moge uit het volgende citaat blijken.
De Bijbel beschrijft hoe God de mens ‘mannelijk en vrouwelijk schiep’, maar daarbij is er eerder sprake van een spectrum dan een binair gegeven. Simpel gezegd: er zijn meer dan twee smaken, er zijn meer kleuren dan roze en blauw. De schepping van man en vrouw (in die volgorde) wordt nogal eens als argument gebruikt tegen diversiteit.
Maar het is te eenvoudig om bij de schepping twee wezens voor je te zien waarbij de Eeuwige de ene soort eigenschappen exclusief aan de één, en de andere soort eigenschappen exclusief aan de ander toebedeelde. (…)
Er is een continuüm waarop mensen zich bevinden, en ieder heeft zo zijn eigen mix van eigenschappen. (…) God schiep veel meer dan wat er in een scheppingsverhaal in beeld komt. Diersoorten, planten, schimmels, microben – al die soorten worden niet bij naam genoemd in Genesis. We hebben er nog zo veel niet van ontdekt. (Bron)
Al dit gemorrel aan het gezag van Gods Woord is voorzegd. Door de apostel Paulus bijvoorbeeld.
3 Want er zal een tijd komen dat zij de gezonde leer niet zullen verdragen, maar dat zij zullen zoeken wat het gehoor streelt, en voor zichzelf leraars zullen verzamelen overeenkomstig hun eigen begeerten.
4 Ze zullen hun gehoor van de waarheid afkeren en zich keren tot verzinsels. (2 Timotheüs 4:3-4)
De truc ‘God heeft ons niet alles verteld’ zet de deur open voor elke mogelijke ‘aanvulling’. Men verdraagt de gezonde leer niet meer, en komt met iets ‘beters’, iets wat niet schuurt, wat geen ergernis veroorzaakt. En wee degene die zich vanuit zijn overtuiging daartegen verzet. Die wordt weggezet als simpel, als liefdeloos, als bekrompen, etc. Ad de Boer, een gerespecteerd journalist, politicus, omroepbestuurder en kerkbestuurder, verwoordde zijn moeite met deze gang van zaken toen een predikant een lans brak voor huwelijken tussen meerdere mensen – bijvoorbeeld een man, twee vrouwen. De Boer reageerde op Twitter dat hij in het onderwijs van de Here Jezus en Paulus geen schim van een suggestie tegenkomt dat een huwelijk van drie een optie is. De reactie was typerend en bezwerend: ‘Ik vind het lastig dat jij niet ziet hoe jouw direct in stelling gebracht zogenaamd Bijbelse normativiteit het gesprek niet dient, Ad.’ (Bron) Met andere woorden, ‘kom me niet meteen aan met de Bijbel, alsof die daar iets over te zeggen heeft. We willen verder, en daar kunnen we een dergelijke benadering niet bij gebruiken’.
Nu noemt de Here Jezus iedereen die wel bouwt op Zijn Woord verstandig.
Daarom, ieder die deze woorden van Mij hoort en ze doet, die zal Ik vergelijken met een verstandig man, die zijn huis op de rots gebouwd heeft; (Mattheüs 7:24)
Doen we dat niet, dan worden we heen en weer geslingerd van de ene ‘noviteit’ naar de andere.
opdat wij geen jonge kinderen meer zouden zijn, heen en weer geslingerd door de golven en meegesleurd door elke wind van leer, door het bedrog van de mensen om op listige wijze tot dwaling te verleiden (Efeze 4:14)
Waar zal deze ontwikkeling toe leiden? De Here Jezus vertelde het verhaal van de weduwe en de onrechtvaardige rechter. Hij sloot af met een vraag, een retorische vraag.
Maar zal de Zoon des mensen, als Hij komt, wel het geloof op de aarde vinden? (Lukas 18:8)
Zal er nog veel geloof gevonden worden dat compromisloos bouwt op Gods Woord? Ik vrees van niet. We zijn als christenheid op weg naar wereldgelijkvormigheid. De Kerk, geroepen tot een wereldwijd getuigenis, wordt langzaam maar zeker onherkenbaar. Het is daarom ook dat de na de Opname achtergebleven christenheid in Openbaring wordt getekend als een overspelige.
En ik zag een vrouw zitten op een scharlakenrood beest (Openbaring 17:3)
De vrouw is de Kerk die in naam christelijk is en zich aanmatigt Christus te vertegenwoordigen, maar in de praktijk zich volledig met de wereld heeft verbonden.
2. Huichelachtig (schijnheiligheid)
Het is een raadselachtig verschijnsel. Hoe is het mogelijk dat sommige predikers miljoenen volgelingen krijgen, en anderen slechts bekend zijn in kleine kring? Hoe is het mogelijk dat sommige predikers miljoenen verdienen, en anderen genoegen (moeten?) nemen met een karig inkomen? Heeft dat iets te maken met de inhoud van hun boodschap? Spreekt hun prediking meer aan dan die van anderen, en waarom dan? Laten we eens zien wat de Schrift over dit onderwerp zegt.
1. In het Oude Testament traden veel profeten op. Geen van hen – als ze door God gestuurd waren – werd door mensen geëerd. Geen van hen voelde zich echt op zijn gemak tussen de mensen. Geen van hen gaf de mensen een goed gevoel. Waarom niet? Wel hun boodschap was niet naar de mens. Ze werden door God gestuurd met een oproep tot bekering, gekoppeld aan een aankondiging van naderend oordeel! Ze werden niet op handen gedragen, maar vervolgd en gedood.
Jeruzalem, Jeruzalem, u die de profeten doodt en stenigt wie naar u toe gezonden zijn! (Mattheus 23:37)
2. In het Nieuwe Testament traden veel predikers op. Hun boodschap was Bijbelgetrouw, hun geschriften (evangeliën en brieven) zijn Bijbelgetrouw, maar geen van hen was populair of vermogend, integendeel.
Wee u, wanneer alle mensen goed van u spreken, want hun vaderen deden evenzo met de valse profeten. (Lukas 6:26)
Helaas lezen we in het Nieuwe Testament ook over zelfbenoemde arbeiders, apostelen en profeten. De apostel Paulus heeft heel wat te stellen gehad met deze lieden.
4 Want als er iemand komt die een andere Jezus predikt, die wij niet gepredikt hebben, of als u een andere geest ontvangt dan die u ontvangen hebt, of een ander evangelie, dat u niet aangenomen hebt, dan verdraagt u dat best. (2 Korinte 11:4)
13 Want zulke lieden zijn valse apostelen, bedrieglijke arbeiders, die zich voordoen als apostelen van Christus.
14 En geen wonder, want de satan zelf doet zich voor als een engel van het licht.
15 Het is dus niets bijzonders als ook zijn dienaars zich voordoen als dienaars van gerechtigheid. Hun einde zal zijn overeenkomstig hun werken. (2 Korinte 11:13-15)
De Here Jezus en Zijn discipelen waren niet populair, niet rijk, en ze werden juist vervolgd. Als dat met huidige predikers niet zo is, dan is dat omdat die predikers een ‘populistische’ boodschap brengen die niet deugt maar wel maatschappelijk acceptabel is, want
(…) allen die godvruchtig willen leven in Christus Jezus, zullen vervolgd worden. (2 Timotheüs 3:12)
In grote populariteit schuilt een waarschuwing. Sommige beroemdheden hebben een eigen TV-station, eigen YouTube-kanalen, vliegen in eigen vliegtuigen, verdienen kapitalen en wonen in paleizen. Hun gevolg bestaat voornamelijk uit mensen die zich weliswaar christen noemen, maar geen belang stellen in waarheidsgetrouwe verkondiging. Ze zoeken juist wat het gehoor streelt. Ze zoeken show, er moet wat gebeuren, profetieën en manifestaties van de Heilige Geest. En de valse leraars? Ze zijn te herkennen aan hun losse levenswandel, maar vooral aan hun hebzucht. Ze brengen altijd een vervalst of afgezwakt evangelie, en misbruiken het Evangelie ten behoeve van eigen geld- en eerzucht. Zie ook mijn ‘Valse profeten? Valse leraars!’
3. Zonde
Hierboven vergeleek ik twee uitspraken van de apostel Paulus, te weten Romeinen 1:29-31 en 2 Timotheüs 3:1-5. De conclusie was dat de tekening van de ongelovige mens ten tijde van het ontstaan van de Kerk in latere tijden (de onze!) op de Kerk zelf van toepassing zou zijn. Anne de Vries vertaalt 2 Timotheüs 3:1-5 als volgt.
De mensen geven dan alleen nog maar om zichzelf en om hun geld, het zullen grootsprekers zijn die alle mensen uit de hoogte behandelen en God verachten, die geen eerbied hebben voor hun ouders en geen dankbaarheid, geen innerlijke beschaving en geen genegenheid.
Onverzoenlijke roddelaars zullen het zijn, zacht voor zichzelf en hard voor andere mensen, onverschillig tegenover alles wat goed is, onbetrouwbaar, eigenzinnig en opgeblazen. Geen God-zoekers, maar genotzoekers, die nog wel godsdienstig willen blijven, maar het niet meer werkelijk willen zijn.
Deze tekening geldt het gehele Koninkrijk der hemelen, de gehele Kerk. Overal vinden we uitwassen die terug zijn te voeren op Paulus’ opsomming. Het is er in het klein, het is er in het groot. Het ligt voor de hand dat ontsporingen op kleine schaal niet zo gauw de krant halen als wanneer het zich in een landelijk bekende organisatie voordoet.
Vooral de megakerken, vaak ontstaan rond de bediening van een inspirerend leider, zijn kwetsbaar. Het gaat helemaal mis als de prediking van zo’n leider ronduit onbijbels is. Neem nu het welvaartsevangelie, een leugenleer met ronduit ernstige gevolgen. Het roept een vertekend beeld op bij niet-christenen, van voorgangers die een glamourleven leiden en in privévliegtuigen reizen. De kern van het welvaartsevangelie: God zegent je, maar Hij zegent méér naarmate je meer gééft.
Ook op moreel gebied zijn de grotere verbanden extra kwetsbaar. Alles wat we in de wereld zien aan manipulatie en machtsmisbruik, uitlopend op ongewenste intimiteiten, misbruik en verkrachting komen ook in de Kerk voor. En zoals in de wereld misstanden vaak weggemoffeld worden, zo ook in de christenheid.
Ik laat het hierbij. Niemand is gediend bij een feitelijke opsomming met naam en toenaam. Wel vraag ik nog de aandacht voor het meest ernstige gevolg van dit alles, met een korte overdenking uit de MultiMedema Bijbel.
Niemand onder ons, die weet tot hoe lang. (Psalm 74:9)
De tempel is verwoest. Het centrum van de eredienst van het volk Israël ligt in puin. Deze situatie gaat Asaf zeer aan het hart. Hij bidt dan ook: Gedenk Uw gemeente. Toch ligt de nadruk in zijn gebed niet op de ellende van het volk Israël. Wat hem nog meer verdriet doet, is dat Gods Naam door de tegenstanders door het slijk wordt gehaald. Hém wordt smaad aangedaan! Dat is nog veel erger. Er is niemand die weet hoe lang dat nog zal duren. En toch, toch klinkt uit de mond van Asaf een geweldige lofzang, ondanks alles. God krijgt de eer, niet uit de omstandigheden, maar wel uit de mond van Asaf. Vandaag de dag is het niet anders: de christenheid is net zo’n puinhoop, tot oneer van God. Israël was in de moeilijkheden gekomen omdat het aan God ontrouw was geworden. En door innerlijke zwakte was het niet meer in staat de aanvallen van buiten te weerstaan.
Zo is het ook met de kerk. Hoe vele dwalingen zijn de christenheid niet binnengeslopen, soms binnengehaald. Dwaalleraars kunnen hun gang gaan. Is het dan een wonder dat men niet meer in staat is, de aanvallen van buiten te weerhouden? Wat door de Here zo mooi was gemaakt, is ook nu door de mens, door ‘christenen’ nog wel, verdorven. Hoe lang zal God dit nog toelaten?