QR-code – Enerzijds, anderzijds
Op de website van de Christenunie staat in de rubriek Q+A het volgende te lezen.
Wat vinden jullie van het zogenaamde 2G-beleid?
Het 2G-beleid, zoals we in diverse landen zien, houdt in dat een negatief testbewijs niet meer geldig is om bepaalde gelegenheden binnen te komen. Als ChristenUnie maken we hier bezwaar tegen omdat je dan zonder vaccinatie dus niet mee kan doen. Toegankelijk en gratis testen is een rode draad in onze inzet op het gebied van corona. Mensen die bezwaren hebben tegen vaccinatie, moeten altijd deel kunnen nemen aan de samenleving. Omdat het je lichamelijke integriteit raakt en omdat het je privacy betreft, vinden wij het belangrijk dat er geen drang naar vaccinatie ontstaat. Juist daarom hebben we eerder gepleit voor gratis testen als alternatief.
Het inzetten van een QR-code heeft tot doel de pandemie onder controle te krijgen. Of het zal werken is maar de vraag. Gezien de besmettelijkheid van de huidige variant zal het niet echt helpen, vreest men. Bovendien lopen de besmettingen zo snel op, dat iedereen onmiddellijk testen onmogelijk is. Tegelijkertijd doen zich allerlei andersoortige bezwaren voor. De meestgehoorde is die over het uitsluiten van groepen mensen. In dit artikeltje doe ik daar geen uitspraken over. Wel wil ik laten zien dat in de Bijbel het (tijdelijk) uitsluiten van mensen wel degelijk geoorloofd wordt geacht.
In quarantaine
In de boeken van Mozes wordt ons verteld hoe de Here God het volk Israël wetten en inzettingen gaf. Die wetten zagen ondermeer op het dienen van God, de onderlinge omgang en hoe om te gaan met ziekte en gezondheid. De wetten betreffende de hygiene hebben als eerste motivatie Gods heiligheid (‘waar Ik in hun midden woon’). De tweede reden is de volksgezondheid. Door een aantal maatregelen werd voorkomen dat ziekten zich onder het volk Israël konden verspreiden. Laten we Numeri 5 als voorbeeld nemen.
1 De HEERE sprak tot Mozes:
2 Gebied de Israëlieten dat zij elke melaatse, en ieder die een vloeiing heeft, en ieder die onrein is vanwege een dode, uit het kamp wegsturen.
3 Van man tot vrouw moet u wegsturen; u moet hen wegsturen tot buiten het kamp, zodat zij hun eigen kampen, waar Ik in hun midden woon, niet verontreinigen.
4 En de Israëlieten deden zo: zij stuurden hen weg, tot buiten het kamp. Zoals de HEERE tot Mozes gesproken had, zo deden de Israëlieten. (Numeri 5:1-4)
Dit voorschrift telt drie categorieën:
1 Melaatsheid (in modernere vertalingen: huidvraat);
2 Vochtafscheiding bij de geslachtsorganen, zowel man als vrouw (zie Leviticus 15:2);
3 Contact met een lijk.
Deze mensen moesten tijdelijk, hetzij kort, het zij langdurig weggestuurd worden. Het doel was duidelijk: voorkomen dat meer mensen verontreinigd (besmet!) werden en ten gevolge daarvan ziek. Wij zouden zeggen: ze moeten in quarantaine.
Diagnose
Iemand kon niet zomaar worden weggestuurd. In elk geval moest de lijder bij Aäron of een van zijn zonen worden gebracht. Leviticus 13 geeft gedetailleerde aanwijzingen hoe de diagnose moest worden gesteld. Was het melaatsheid (huidvraat) dan werd de lijder onrein verklaard. Hij moest buiten het kamp gaan wonen.
Alle dagen dat hij de ziekte heeft, zal hij onrein zijn. Onrein is hij, hij moet afgezonderd wonen. Buiten het kamp moet zijn woongebied zijn. (Leviticus 13:46)
Als extra maatregel valt nog een vers op.
De kleren van de melaatse bij wie de ziekte is vastgesteld, moeten ingescheurd worden, zijn hoofdhaar moet hij los laten hangen, hij moet zijn baard en snor bedekken en hij moet roepen: Onrein, onrein! (Leviticus 13:45)
Het inscheuren van kleren en loshangend haar zijn tekenen van rouw. Het bedekken van baard en snor is symbool voor het sprakeloos zijn vanwege de situatie. Maar lijkt het bedekken van baard en snor niet verdacht veel op ons dragen van een mondkapje? Het roepen van onrein, onrein is waarschuwend van karakter: raak mij niet aan!
Gezondverklaring
Leviticus 14 geeft richtlijnen aan de hand waarvan de priester kon onderzoeken of de lijder niet langer ziek was.
54 Dit is de wet voor elke vorm van de ziekte van de melaatsheid: voor schurft,
55 voor melaatsheid aan de kleding en aan het huis,
56 en voor zwellingen, voor zweren en voor vlekken,
57 om te onderwijzen op welke dag iets onrein en op welke dag iets rein is. Dit is de wet voor de melaatsheid. (Leviticus 14:54-57)
Om de reinverklaring te bezegelen moesten twee verplichte offers worden gebracht.
De priester moet het brandoffer en het graanoffer op het altaar offeren. De priester zal verzoening voor hem doen. Dan is hij rein. (Leviticus 14:20)
Later, ín het beloofde land gekomen, mochten melaatsen niet in een ommuurde stad komen. Zelfs de koning ontkwam niet aan deze wetsvoorschriften.
En de HEERE trof de koning, zodat hij melaats werd tot de dag van zijn dood. Hij woonde in een apart staand huis. (2 Koningen 15:5)
Iemand die van melaatsheid genezen was had derhalve een verklaring van de priester nodig om te kunnen terugkeren in de maatschappij. Zeg maar de QR-code van die tijd.
Die door God voorgeschreven reinigingsprocedure (Leviticus 14) was behoorlijk grondig. De priester nam de genezen man mee naar een bepaalde plek buiten de stad. Onderweg hadden ze twee levende vogels gekocht die bij het reinigingsritueel nodig waren. De eerste vogel werd gedood en met het bloed werd de man ceremonieel gereinigd. Dat betekent dat hij weer toegang mocht hebben tot bijvoorbeeld de tempel. De tweede vogel werd gedoopt in het bloed van de eerste vogel en mocht vervolgens vrij wegvliegen. Dit ritueel is een afbeelding van het oude leven als melaatse dat is beëindigd, en het nieuwe leven als gezond mens dat is begonnen. Daarna moest de man een programma van 8 dagen volgen. Op de eerste dag moest hij zijn kleren wassen, al zijn haar afscheren en zich baden. Op de zevende dag moest hij weer zijn kleren wassen, al zijn haar afscheren en zich baden. En weer werd zijn huid geïnspecteerd. Op de achtste dag moest de man een offer brengen in de tempel: een schuldoffer (met betrekking tot de ziekte die was weggenomen) en een brandoffer (een offer van toewijding aan God). In Leviticus 14 worden alle details van deze ceremonie genoemd. Pas daarna ontving de man een reinheidsverklaring en kon hij naar huis gaan om zich met zijn gezin te herenigen. Na ongeveer twee weken kwam de genezen man thuis met een nog bijna kaal hoofd, een baard van nog maar drie dagen en schone kleren. Zijn nieuwe leven was begonnen! (Bron) |
Het Nieuwe Testament
Vanaf het evangelie van Mattheus zien we een geheel nieuwe situatie ontstaan: de Zoon van God, Jezus Christus, was op aarde. Van Hem profeteerden de Schriften (het Oude Testament). Hoewel in het Oude Testament enige voorbeelden staan van mensen die genezen werden van melaatsheid, treedt nu iemand op die boven alle dingen staat. Hier hebben we JHWH Zelf die Mozes de voorschriften uit o.a. Leviticus 13 en 14 gaf. Hier hebben we de Persoon die alle macht in handen heeft, ook over de ergst denkbare ziekten, ja, zelfs over de dood.
We bekijken één verslag over de reiniging van een melaatsheid door de Here Jezus wat nader.
1 Toen Hij nu van de berg was afgedaald, volgden Hem vele menigten.
2 En zie, een melaatse kwam naar Hem toe en huldigde Hem en zei: Heer, als U wilt, kunt U mij reinigen.
3 En Hij strekte zijn hand uit, raakte hem aan en zei: Ik wil, word gereinigd! En terstond werd hij van zijn melaatsheid gereinigd.
4 En Jezus zei tot hem: Let erop dat u niemand iets zegt; maar ga heen, toon u aan de priester en offer de gave die Mozes heeft geboden, hun tot een getuigenis. (Mattheus 8:1-4)
Als eerste valt in deze verzen op dat de Here Jezus de melaatse aanraakte! Volgens Haggai 2:13-14 wordt iets dat rein is onrein door aanraking met iets dat onrein is. Maar omgekeerd wordt iets dat onrein is, niet rein als het met iets reins in contact komt. Het roepen van onrein, onrein door de melaatse had tot doel te voorkomen dat iemand de melaatse zou aanraken en zo zelf ook onrein worden. En toch raakt de Here Jezus de melaatse aan. Kent de Here de wet dan niet? Natuurlijk wel. Maar hier blijkt het God-zijn van de Here Jezus. Alleen Hij staat boven alle dingen, alleen Hij is staat te reinigen waar een mens dat niet kan. Door de melaatse aan te raken, werd de lijder rein!
Hiermee was de kous echter niet af. Als de Here Jezus de man zo naar huis had laten gaan, waren er ongetwijfeld mogelijkheden ontstaan. Men zou niet zonder meer hebben willen geloven dat de (ongeneeslijke!) ziekte ineens weggenomen was. Bewijs dat maar eens! Daarom ook was er de verplichting naar de priester te gaan en hem om een reinheidsverklaring te vragen. Die zou hij ongetwijfeld krijgen, want onze Here doet geen half werk.
Corona
In welke vorm de verklaring van de priester werd uitgereikt, is naar mijn weten niet precies bekend. Misschien werd het in de vorm van een officieel document verstrekt. Duidelijk is, dat de verklaring van de priester onmisbaar was. Had de genezen melaatse die niet, of kon hij hem niet overleggen, dan zou hij voortdurend voor gesloten deuren staan. Zijn woord alleen zou niet voldoende zijn. Het valt te begrijpen dat een officiele verklaring voor de genezene van onschatbare waarde zou zijn. Het zou niet bij hem opkomen te klagen over regelzucht, of over onoorbare controle e.d. De verklaring was immers een onmisbaar hulpmiddel om het maatschappelijk verkeer te helpen vergemakkelijken. Tevens was het onderdeel van de voorschriften van God tot voorkoming van verspreiding van besmettelijke ziekten. Niemand had in die dagen een probleem met deze gang van zaken. Integendeel, het werd hogelijk gewaardeerd.
De Here Jezus stond volledig achter deze procedure, want bij elke genezing van melaatsheid werd de genezene door Hem naar de priester gestuurd!
Is de situatie anno 2022 anders dan toen? Ongetwijfeld. Is de situatie onvergelijkbaar anders? Beslist niet. Het gaat niet aan de Here Jezus ervan te beschuldigen dat Hij mensen onterecht uitsluit. Geen enkele gelovige zou die stelling willen onderschrijven. En daarom, anders gezegd, probeer het eens vanuit Gods standpunt te bekijken …
Lees ook mijn Wat zegt de Bijbel over COVID-19?