Wat is vasten?
Onder vasten verstaan we het gedurende een bepaalde periode niet of in beperkte mate eten en drinken. Onze Heer kreeg een vraag over het vasten, waarom Zijn discipelen niet, en die van Johannes en die van de Farizeeën wel vastten. De Here Jezus antwoordde dat Zijn volgelingen wel degelijk zouden vasten.
34 Maar Hij zei tegen hen: Kunt u de bruiloftsgasten laten vasten, terwijl de Bruidegom bij hen is?
35 De dagen zullen echter komen, wanneer de Bruidegom van hen weggenomen zal zijn; dan, in die dagen, zullen zij vasten. (Lukas 5:34-35)
Het antwoord van de Here Jezus laat zien dat elk vraagstuk beoordeeld moet worden met het oog op (onze relatie met) de Here Jezus. De Bruidegom (de Here Jezus Zelf dus) was op aarde. Vasten was dan niet nodig, want de discipelen konden zich rechtstreeks tot Hem wenden. Anders gezegd, vasten om het vasten heeft geen zin.
De Bruidegom zou echter niet op aarde blijven. Dan, in die situatie, heeft vasten wel zin. En, zegt de Here, dan zullen Mijn volgelingen vasten. Let op de woordkeus van de Here! Hij zegt ‘zullen’, niet ‘moeten’.
Bidden en vasten
Bidden en vasten worden niet zelden in samenhang genoemd. Toch vinden we veel meer vermeldingen over bidden dan over vasten. Hieruit kunnen we alvast concluderen dat bidden zonder vasten kan, maar vasten zonder bidden niet. Dit wordt heel duidelijk in Jesaja 58, waar de Here God Israël de oren wast over hun vastenpraktijk. Er is van alles mis, met als gevolg dat hun vasten nergens toe leidt. Waartoe moet het dan leiden? Tot gehoorde gebeden! Jesaja schrijft dat vasten het gebed dient te ondersteunen. Je moet het dan wel in de juiste geestesgesteldheid doen.
Als je op die manier (dus op de foute manier) vast, wordt je stem niet gehoord in de hemel. (NBV)(Jesaja 58:4)
Vasten dient dus ter ondersteuning van het gebed. Ook hier zien we dat vasten omwille van het vasten geen nut heeft. Wil vasten van nut zijn, dan moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. God Zelf legt uit hoe Hij wil dat er gevast wordt.
6 Is dit niet het vasten dat Ik verkies:
dat u de boeien van de goddeloosheid losmaakt,
dat u de banden van het juk ontbindt,
dat u de onderdrukten vrij laat heengaan
en dat u elk juk breekt?
7 Is het niet dit, dat u uw brood deelt met wie honger lijdt,
en de ellendige ontheemden een thuis biedt,
dat, als u een naakte ziet, u hem kleedt,
en dat u zich voor eigen vlees en bloed niet verbergt? (Jesaja 58:6-7)
Vers 6 toont aan dat het vasten een geestelijke levenswandel vergt. Een wereldse, goddeloze, ja zelfs afgodische houding zal vasten krachteloos maken. Vers 7 wijst op de houding tot de naaste. Wie het goed heeft, en de naaste laat verkommeren, moet niet rekenen op een gezegend vasten. Beide verzen tezamen vormen een concrete verwoording van de beroemde samenvatting van de wet die de Here Jezus geeft.
37 (…) U zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand.
38 Dit is het eerste en het grote gebod.
39 En het tweede, hieraan gelijk, is: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. (Mattheus 22:37-39)
Bij vasten hoort bovendien verootmoediging, dat is je oprecht klein weten voor God.
Het vasten heeft in zichzelf geen verdienste. Het is een hulpmiddel. Een hulpmiddel dat we niet moeten vergeten. Wie een huis wil bouwen, heeft voor de bouw hulpmaterialen nodig, ook om steigers te maken. Nu zouden we kunnen zeggen, dat het niet om de steigers gaat, maar om het huis. Maar je mag daaruit niet concluderen: dus hebben we geen steigers nodig. Dat laatste is een onjuiste conclusie. Op deze manier kijken we ook naar vasten. Het gaat om het gebed. Maar je mag niet concluderen dat we vasten niet nodig hebben. Een onjuiste conclusie. Het gebed komt het best tot zijn recht, als het wordt ondersteund met vasten.
In het verborgene
De Here Jezus hamert op de juiste houding bij het vasten. Een houding die ook bij het geven van gaven en het gebed vereist is. Al uit het eerste vers van Mattheus 6 blijkt dat het de bedoeling van de Here Jezus is te waarschuwen voor farizeïsme, oftewel schijnheiligheid.
Let op dat jullie de gerechtigheid niet beoefenen voor de ogen van de mensen, alleen om door hen gezien te worden. Dan beloont jullie Vader in de hemel je niet. (NBV) (Mattheus 6:1)
Vervolgens bespreekt de Heer drie gedragingen die zich bij uitstek lenen voor ‘showgedrag’. Hier eerst de bedoelde verzen.
Over het geven van liefdegaven:
2 Dus wanneer je aalmoezen geeft, bazuin dat dan niet rond, zoals de huichelaars doen in de synagoge en op straat om door de mensen geprezen te worden. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen.
3 Maar als je aalmoezen geeft, laat dan je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet.
4 Zo blijft je aalmoes in het verborgene, en jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen. (NBV)(Mattheus 6:2-4)
Over bidden:
5 En wanneer jullie bidden, doe dan niet als de huichelaars die graag in de synagoge en op elke straathoek staan te bidden, zodat iedereen hen ziet. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen.
6 Maar als jullie bidden, trek je dan in je huis terug, sluit de deur en bid tot je Vader, die in het verborgene is. En jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen. (NBV)(Mattheus 6:5-6)
Over vasten:
16 Wanneer jullie vasten, zet dan niet zo’n somber gezicht als de huichelaars, want zij doen dat om iedereen te laten zien dat ze aan het vasten zijn. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen.
17 Maar als jullie vasten, was dan je gezicht en wrijf je hoofd in met olie,
18 zodat niemand ziet dat je aan het vasten bent, alleen je Vader, die in het verborgene is. En jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen. (NBV)(Mattheus 6:16-18)
Conclusie: kenmerkend voor een waar gelovige is, dat hij of zij het geven van aalmoezen, het bidden en het vasten zo doet, dat alleen onze Vader in de hemel er weet van heeft. Dat is de boodschap van de Here Jezus. Wie er een publieke show van maakt gedraagt zich als een farizeeër.
Wanneer vasten?
Voor de vraag bij welke gelegenheid vasten belangrijk is, kan geen algemeen geldend antwoord worden gegeven. Het zal van persoon tot persoon, van gemeente tot gemeente, van gelegenheid tot gelegenheid verschillen. Wel kunnen Bijbelse voorbeelden ons een richting geven.
Mozes was op de berg bij God:
Hij (Mozes) was daar namelijk veertig dagen en veertig nachten bij de HEERE. Hij at geen brood en dronk geen water. En God schreef op de tafelen de woorden van het verbond, de Tien Woorden. (Exodus 34:28)
Koning Josafat zag een enorme legermacht op zich afkomen:
2 Toen kwam men Josafat de boodschap brengen: Er komt een grote troepenmacht op u af van de overkant van de zee, uit Syrië, en zie, zij zijn bij Hazezon-Thamar. (Dat is Engedi.)
3 Josafat werd bevreesd en hij richtte zich erop om de HEERE te zoeken. Hij riep een vasten uit in heel Juda. (2 Kronieken 20:2-3)
Daniel was compleet van slag vanwege de visioenen die hij had gezien:
Ik richtte mijn gezicht tot de Heere God, om Hem te zoeken in gebed en met smeekbeden, met vasten, en in zak en as. (Daniël 9:3)
Nehemia had vernomen dat Jeruzalem voor het overgrote deel in puin lag:
Het gebeurde, toen ik deze woorden hoorde, dat ik ging zitten en begon te huilen. Ik bedreef enkele dagen rouw, terwijl ik voor het aangezicht van de God van de hemel vastte en bad.(Nehemia 1:4)
De Here Jezus bereidde Zich voor op de verzoeking door de duivel:
1 Toen werd Jezus door de Geest weggeleid naar de woestijn om verzocht te worden door de duivel.
2 En nadat Hij veertig dagen en veertig nachten had gevast, kreeg Hij ten slotte honger.
3 En de verzoeker kwam bij Hem (…) (Mattheus 4:1-3)
De eerste christenen in Antiochië zochten Gods leiding:
2 En terwijl zij de Heere dienden en vastten, zei de Heilige Geest: Zonder voor Mij zowel Barnabas als Saulus af voor het werk waartoe Ik hen geroepen heb.
3 Toen vastten en baden zij, en nadat zij hun de handen opgelegd hadden, lieten zij hen gaan. (Handelingen 13:2-3)
Vasten betekent niet ‘een wit voetje halen bij God’, alsof God eerder geneigd zou zijn het gebed te verhoren. Dat zou neerkomen op een poging tot chantage. God wil ons gebed beantwoorden en als Hij antwoordt is dat louter genade. Vasten maakt ons geschikt Gods antwoord te ontvangen en te verstaan.
Vasten heeft een forse impact op onze lichamelijke conditie. Denk daarom niet te licht over vasten. ‘Bezint eer ge begint’. Maak een vastenplan.