Praktijkles
Als we spreken over Jezus Christus, de Leraar, dan kunnen we uiteraard niet blijven staan bij louter leerstelligheden. We weten immers maar al te goed waar louter aandacht voor de leer toe leidt. Was het niet de oude broeder Kits die zei dat een leerstuk onvermijdelijk verandert in een stuk leer? Anderen wezen erop dat leer zonder liefde leidt tot farizeïsme, en dat omgekeerd liefde zonder leer uitmondt in kwezelarij (overdreven vroom gedrag). Daarom nu aandacht voor Jezus’ onderricht aangaande de gesteldheid van ons hart.
Toestand van ons hart
De Here Jezus is ‘de hartenkenner’. En zoals zo vaak neemt Hij Zichzelf als voorbeeld. Hij kan dat doen, omdat Hij als Gods Zoon in elk opzicht volmaakt is.
Lezen we de bekende woorden uit Mattheus 11.
28 Komt tot Mij, allen die vermoeid en belast bent, en Ik zal u rust geven.
29 Neemt mijn juk op u en leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en u zult rust vinden voor uw zielen;
30 want mijn juk is zacht en mijn last is licht. (Mattheus 11:28-30)
Dit gedeelte bestaat uit twee uitnodigingen. Als eerste ‘Komt tot Mij’. Hier klinkt het evangelie van genade. Wie vermoeid en belast is, moet niet eindeloos doorgaan met worstelen. Het leidt tot niets. Kom tot Jezus, en Hij zal de zo verlangde rust geven.
De tweede uitnodiging is bestemd voor wie ingegaan is op de eerste. Zo iemand heeft rust gevonden. Nu komt het er op aan die rust te behouden. Dat kan wanneer de gelovige het juk van de Here Jezus op zich neemt. Wel moeten we goed onderscheiden. De Here Jezus geeft niet een juk, maar neemt Zijn eigen juk, en legt dat om de schouders van de gelovige opdat Hij en de gelovige samen het juk dragen. De rust vinden we in het samen met de Here Jezus gehoor geven aan de uitvoering van de wil van de Vader. Alleen kunnen we dat niet, samen met de Here Jezus wel. ‘Leert van Mij’, zegt de Leraar. Onze Leraar is zachtmoedig en nederig. Dat heeft de gelovige ook nodig te leren. Samen met Hem optrekken in de wil van de Vader vergt zachtmoedigheid en nederigheid, en gaandeweg worden die eigenschappen ons deel. Dan ook worden de moeilijkheden van het leven draaglijk. Let erop dat het juk niet is het uitvoeren van de wet. Het heeft alles te maken met de toestand van ons hart, zoals ook Paulus schrijft.
Laat die gezindheid in u zijn, die ook in Christus Jezus was. (Filippi 2:5)
Van verstand naar hart
Een prachtig voorbeeld van het verschil tussen verstandelijke kennis en een veranderd hart vinden we bij Mozes. Stefanus vertelt in zijn rede over Mozes hoe deze aan het hof werd opgeleid.
En Mozes werd onderwezen in alle wijsheid van de Egyptenaren en was machtig in zijn woorden en werken. (Handelingen 7:22)
Deze wijsheid betrof eerst en vooral kennis en vaardigheden. Hij wist wat de Egyptenaren wisten, en hij kon wat de Egyptenaren konden. Later zou blijken dat hij nog een tweede opleiding moest volgen – in de leerschool van God. Dat betekent echter niet dat alles wat Mozes had geleerd waardeloos was. Integendeel, als Mozes van God de opdracht krijgt op te schrijven wat herinnerd moest blijven, kon hij dat omdat hij goed kon schrijven. Niet alleen een pen vasthouden en letters maken, maar een lang, kloppend verhaal schrijven. Zowel het Oude Testament als het Nieuwe wijzen Mozes aan als schrijver van de eerste vijf Bijbelboeken.
En de Here zeide tot Mozes: Schrijf dit ter gedachtenis in een boek (…)(Exodus 17:14)
Toen Mozes gereed was met de woorden dezer wet volledig in een boek op te schrijven (…)(Deuteronomium 31:24)
Mozes had veel kennis van Egypte. In zijn boeken vinden we dat regelmatig terug. In de figuur van Paulus ontmoeten we een vergelijkbare ontwikkeling. Hij was opgeleid tot schriftgeleerde. Die kennis kwam hem later als apostel en schrijver van vele brieven goed van pas.
Wat het hart van Mozes betreft, schortte er echter heel wat aan. Hij was een driftkop, doodde zelfs een Egyptenaar, en zag zichzelf als bevrijder van zijn volksgenoten. Typisch iemand die zichzelf wel ziet zitten, en in eigen kracht handelt. Zo was hij onbruikbaar voor God. Daarom moest hij opnieuw naar school – veertig jaar lang maar liefst. Hij resultaat mocht er wezen.
Mozes nu was een zeer zachtmoedig man, meer dan enig mens op de aardbodem. (Numeri 12:3)
Van zijn eigendunk was niet veel meer over, toen God hem bij de brandende braamstruik riep. Hij was zich bewust van zijn onbekwaamheid.
Toen zeide Mozes tot de Here: Och Here, ik ben geen man van het woord, noch sinds gisteren, noch sinds eergisteren, noch sinds Gij tot uw knecht gesproken hebt, want ik ben zwaar van mond en zwaar van tong. (Exodus 4:19)
Wat is nu eigenlijk zachtmoedigheid? Volgens het Woordenboek van de Nederlandse Taal kun je het begrip in drie groepen omschrijven:
1. Geneigd tot een vriendelijke en verdraagzame gezindheid; niet opvliegend of heftig; lankmoedig, geduldig berustend.
2. Geneigd tot een welwillende, inschikkelijke gezindheid; goedertieren, mild, clement.
3. Zich niet verheffend, zich schikkend in onderdanigheid, ootmoedig, nederig, deemoedig.
Dat nu leerde Mozes gedurende zijn veertig jaar achter de schapen. Dat wil de Here Jezus ons leren, als we met Hem onder Zijn juk gaan. Steeds meer op Hem lijken – dat is de bedoeling. Lees wat Petrus schrijft. Hij was eens haantje de voorste, type eerst doen, dan denken, etc. En nu …
Want hiertoe bent u geroepen, omdat ook Christus voor u geleden en u een voorbeeld nagelaten heeft, opdat u Zijn voetstappen navolgt; Hij ’Die geen zonde heeft gedaan en geen bedrog werd in Zijn mond gevonden’, Die als Hij uitgescholden werd, niet terugschold, als Hij leed, niet dreigde, maar [Zich] overgaf aan Hem Die rechtvaardig oordeelt. (1Petrus 2:21-23)
In de leerschool van de Here Jezus. Het zal ons rust geven, het zal ons zachtmoedig maken.