Regeringen

Over de gehele wereld vinden we talrijke regeringsvormen: democratisch gekozen regeringen, dictaturen en theocratieën. Nederland is een democratie, wij hebben de vrijheid om zelf onze bestuurders te kiezen. China is een dictatuur. Het Chinese volk krijgt van bovenaf opgelegd wie het land bestuurt. Iran is een theocratie. Hoewel men via verkiezingen een president kan kiezen, bepalen uiteindelijk de ayatollahs wat wel en wat niet mag. Dit onderscheid kent de Bijbel niet. Gods Woord deelt ons slechts één algemene waarheid mee: God bepaalt. Een paar voorbeelden:

Hij toch verandert tijden en stonden, Hij zet koningen af en stelt koningen aan, (…). (Daniel 2:21)

(…) want er is geen overheid dan door God, en die er zijn, zijn door God ingesteld. (Romeinen 13:1)

Hier is geen woord Frans bij. Welke regeringsvorm een land ook heeft, uiteindelijk is het God die bepaalt welke koning de leiding over een land krijgt. Die koning kan koning worden genoemd, of keizer, of hertog, of president, of premier, of kalief, of monarch of … De Bijbel schaart ze allemaal onder de noemer koning.

Eens een koning, altijd een koning?

Als God iemand aanstelt als koning verwacht je een perfecte heerser. Niets is minder waar. De mens is beperkt in elk opzicht en zal uit eigen kracht nooit in staat zijn volmaakt te functioneren, hoe getalenteerd hij of zij ook moge zijn. Daarom voert de Bijbel een eenvoudig criterium op dat in zijn algemeenheid voor elk mens geldt, maar voor heersers in het bijzonder. Het criterium is: laat de heerser zich leiden door God (door Zijn Woord, door Zijn Geest) of vertrouwt hij op eigen inzichten? Het zal duidelijk zijn dat het Gods bedoeling is dat de heerser luistert naar God en Zijn Woord. Laten we eens naar een bekend Bijbels voorbeeld kijken: koning Saul. Het is uiteraard God die Saul aanwijst en aanstelt tot koning over Israël.

Toen nam Samuel de oliekruik, goot haar uit over zijn hoofd, kuste hem en zeide: Heeft de Here u niet tot vorst over zijn erfdeel gezalfd? (1 Samuel 10:1)

De geschiedenis is bekend. Saul maakt een goede start, maar al snel gaat het bergafwaarts. God moet op een gegeven moment ingrijpen.

11 Het berouwt Mij, dat Ik Saul tot koning heb aangesteld, want hij heeft zich van Mij afgekeerd en mijn bevelen niet uitgevoerd.

28 Daarop zeide Samuel tot hem: De Here heeft heden het koningschap over Israël van u afgescheurd en heeft het gegeven aan uw naaste, die beter is dan gij.

35 En de Here had berouw, dat Hij Saul tot koning over Israël had aangesteld. (1 Samuel 15:11a, 28, 35)

Saul is ongehoorzaam aan God. Dat blijkt uit vele voorbeelden. Zo wordt de opdracht om de Amalekieten geheel met de ban te slaan slechts ten dele uitgevoerd. Een deel van de buit is zo aantrekkelijk dat Saul het bij wijze van spreken ‘zonde’ vindt het te vernietigen. En dat terwijl het juist zonde is het niet te vernietigen, want dat is een blijk van ongehoorzaamheid aan God. Hier lezen we dan ook dat God berouw heeft. God heeft berouw omdat Hij ziet wat Saul doet. Ondanks alle zegeningen keert hij zich af van God. De boodschap die hij krijgt liegt er niet om: hij wordt vervangen door iemand die beter is dan hij.

Klare taal

Alles hangt dus af van het al dan niet gehoorzamen van Gods geboden. In de Decaloog worden beide opties (wel of niet gehoorzaam) in een adem genoemd met daaraan gekoppeld wat de gevolgen zijn.

5 (…) Ik, de Here, uw God, ben een naijverig God, die de ongerechtigheid der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde en aan het vierde geslacht van hen die Mij haten,

6 En die barmhartigheid doe aan duizenden van hen die Mij liefhebben en mijn geboden onderhouden. (Exodus 20:5-6)

Maar er is meer. De profeet Jeremia leeft in een tijd dat de koningen van Juda zich weinig gelegen laten liggen aan Gods geboden. Jeremia wordt steeds opnieuw op pad gezonden om te waarschuwen voor de gevolgen. Gods oordeel zal komen! Hoe eenvoudig is dit te begrijpen. In hoofdstuk 18 legt God het via Jeremia nog een keer uit.

7 Het ene ogenblik doe Ik over een volk en een koninkrijk de uitspraak, dat Ik het zal uitrukken, afbreken en verdelgen;

8 Maar bekeert zich dit volk waarover Ik een uitspraak deed, van zijn boosheid, dan zal Ik berouw hebben over het kwaad dat Ik hun dacht aan te doen.

9 Het andere ogenblik doe Ik over een volk en een koninkrijk de uitspraak, dat Ik het zal bouwen en planten;

10 Maar, doet het wat kwaad is in mijn ogen door niet naar mijn stem te horen, dan zal Ik berouw hebben over het goede waarmede Ik had gezegd hun te zullen weldoen. (Jeremia 18:7-10)

In vers 7 en 8 herkennen we de gang van zaken rond Jona en Ninevé. Jona brengt de inwoners van deze stad de tijding van het komende oordeel. Die boodschap maakt grote indruk, men bekeert zich. God krijgt berouw (!) over het kwaad dat Hij gedreigd had hun te zullen aandoen, en Hij deed het niet.

Vers 9 en 10 herinneren ons aan Israël. Zij hebben van God gekregen wat geen volk ooit had ontvangen. Daarenboven was er Gods belofte dat Israël rijk gezegend zou worden als het God zou dienen op een Hem welgevallige manier. Maar ze deden het niet. Ballingschappen en een complete diaspora waren hun deel.

Maar ook buiten Israël gelden Gods regels. Nebukadnezar had van Daniël al eens gehoord hoe de zaken er voor staan. Zelf kreeg Daniël zijn inzichten rechtstreeks van God.

20 (…) Geprezen zij de naam Gods van eeuwigheid tot eeuwigheid, want Hem behoort de wijsheid en de kracht!

21 Hij toch verandert tijden en stonden, Hij zet koningen af en stelt koningen aan (…) (Daniel 2:20-21)

Maar ook al had Nebukadnezar diverse malen gezien Wie de enige God is, en hoe deze God handelt, hij bleek bijzonder hardleers. God vernederde hem daarom tot het niveau van de dieren …

(…) totdat hij erkende, dat God, de Allerhoogste, macht heeft over het koningschap der mensen en daarin aanstelt wie Hij wil. (Daniel 5:21)

Zo leerde hij dat hij niet koning was omdat hij zo’n geweldige persoon was, maar omdat God hem daartoe had uitgekozen en aangesteld.

Jaren later ondervond Belsassar – een nazaat van Nebukadnezar – dat God niet met zich laat spotten. Kort en bondig gaf Hij te kennen dat Belsassar te licht was bevonden – Gods oordeel was vernietigend (letterlijk en figuurlijk).

Machtwisselingen

Al de eeuwen door sinds de zondvloed heeft God regeringen aangesteld of ook weer afgezet. De gebeurtenissen die daarmee gepaard gingen waren zeer divers. Soms stierf de machthebber, en volgde iemand anders hem op. Geen problemen, het ging vreedzaam en ordelijk. Maar het laat zich aanzien dat die gang van zaken eerder uitzondering dan regel is. De geschiedenis verhaalt over revoluties, moordpartijen, veroveringen en wat niet al. Machtswisselingen gaan maar al te dikwijls gepaard met grof geweld, en staan bol van de intriges. Ook de Bijbel getuigt van deze dingen. Neem nu Joram.

Toen Joram het koningschap van zijn vader aanvaard had en zich krachtig gevoelde, doodde hij al zijn broeders met het zwaard en ook enige oversten van Israël. (2 Kronieken 21:4)

Waarom doodde hij zijn broers? Hij was toch al koning? Zeker, maar dit getuigt van de verziekte sfeer rond machtshebbers in zijn tijd. De koning vertrouwde niemand, zelfs zijn eigen familie niet. Om nu te voorkomen dat een van zijn broers een staatsgreep zou willen plegen, joeg hij zijn hele familie over de kling. Een handeling die in zijn dagen dikwijls plaatsvond.

Een ander uiterste vinden we in de persoon van Adolf Hitler. In de jaren van zijn opkomst was Duitsland een democratie. Hitler kwam dan ook via democratische processen aan de macht. Vanaf dat moment echter veranderde hij Duitsland in een totalitaire staat met hemzelf als de absolute dictator. Elke tegenstand tegen zijn regime drukte hij op meedogenloze wijze de kop in. Om van de holocaust nog maar te zwijgen.

Dat brengt ons natuurlijk op de vraag hoe God dit kan toelaten. Sterker, hoe is het mogelijk dat God gebruik laat maken van grof geweld, voor, tijdens en na een machtswisseling? We kunnen ons er niet van afmaken door te stellen dat God in dergelijke gevallen uiteraard liever een vreedzame machtswisseling had gezien, en dat al dat geweld niet de bedoeling was. Alsof God even niet heeft zitten opletten, of iets dergelijks! Alsof het God soms een beetje uit de hand loopt. Integendeel. Paulus schrijft dat er geen overheid is dan door God, en dat die er zijn, door God zijn ingesteld. Dus ook gedrochten als Nero, Diocletianus, Stalin, Hitler en Pol Pot. Ieder weldenkend mens zal zich afvragen waarom God Zich van dergelijke monsters bedient. Het is razend moeilijk daar een sluitend antwoord op te geven. De vraag komt dicht in de buurt van die andere bekende vraag naar het verband tussen Gods liefde en al het lijden in de wereld. We zullen ons tevreden moeten stellen met de wetenschap dat God soeverein is, en lang niet altijd verantwoording aflegt voor Zijn handelen.

Democratieën

Dit alles doet nog een interessante vraag rijzen. Hoe zit het met democratieën? Die staatsvorm garandeert toch dat de bevolking via verkiezingen bepaalt welke de eerstvolgende regering zal zijn? Daar staat God toch zeker buiten? Natuurlijk niet. Als God in staat is hemel en aarde te scheppen, en al die wonderen der natuur tot stand kan brengen, zou Hij dan niet verkiezingen kunnen sturen? Concreet: bepaalt God wie minister-president in ons land wordt, of is dat de bevolking via verkiezingen? Hier lopen we dus tegen het onbegrijpelijke van Gods voorzienigheid aan. Is het Gods wil als Mark Rutte nog eens vier jaar premier in ons land wordt, of heeft onze bevolking via verkiezingen het laatste woord? Wel, de Bijbel laat hieromtrent niets aan duidelijkheid te wensen over. God ‘regelt’ via verkiezingen wie premier gaat worden. Wij mensen mogen stemmen, God stuurt de uitkomst. En toch hebben we als mensen het gevoel volkomen vrij te zijn in onze keuzes. Zie ook mijn Voorzienigheid – een gedateerd begrip?

De Verenigde Staten

In de VS doet zich nu de opmerkelijke situatie voor dat de zittende president de uitslag van de verkiezingen niet accepteert omdat hij ervan overtuigd is dat de Democratische Partij de verkiezingen gestolen heeft: fraude op grote schaal dus. God verafschuwt bedrog. Bedriegen is zonde, punt. Maar een opstand waarbij vele doden vallen is ook zondig. Toch vinden die machtswisselingen plaats, en, zoals we zagen, God grijpt niet in als dergelijke gebeurtenissen plaatsvinden.

Er zijn (met name in democratieën) regelmatig vreedzame machtswisselingen. De verkiezingen verlopen misschien niet altijd correct, maar de volgende regering komt gewoon zonder bloedvergieten aan de macht.

Laten we de zaak eens met behulp van puur menselijke redenering bekijken.

Welke mogelijkheden doen zich voor in de Verenigde Staten?

  1. De verkiezingen waren eerlijk,
  2. De verkiezingen waren oneerlijk.

Welke mogelijkheden zien we in het geval van eerlijke verkiezingen?

  1. Biden wordt de 46ste president van de Verenigde Staten,
  2. Trump houdt vol dat de verkiezingen oneerlijk waren maar ziet zich genoodzaakt te vertrekken.

Welke mogelijkheden zien we in het geval van oneerlijke verkiezingen?

  1. Biden wordt onterecht de 46ste president van de Verenigde Staten,
  2. Trump houdt terecht vol dat de verkiezingen oneerlijk waren maar ziet zich niettemin genoodzaakt te vertrekken.

Stel dat God heeft bepaald dat Biden de 46ste president van de Verenigde Staten wordt …

  1. De verkiezingen waren eerlijk en het resultaat komt overeen met Gods wil,
  2. De verkiezingen waren oneerlijk, maar het resultaat komt wel overeen met Gods wil.

Stel dat God heeft bepaald dat Trump een tweede termijn krijgt …

  1. De verkiezingen waren eerlijk, maar het resultaat komt niet overeen met Gods wil,
  2. De verkiezingen waren oneerlijk, en het resultaat komt niet overeen met Gods wil.

U ziet het, we raken hopeloos in de knoop. Laten we daarom nog eenmaal naar Paulus luisteren.

(…) want er is geen overheid dan door God, en die er zijn, zijn door God ingesteld. (Romeinen 13:1)

God bepaalt wie vanaf 20 januari 2021 het Witte Huis betrekt. Dat kan dus Trump zijn, of Biden. Wordt het Trump, dan is dat omdat God dat zo wil. Of de verkiezingen al dan niet eerlijk zijn verlopen, doet niet ter zake. Wordt het Biden, dan is dat omdat God dat zo wil. Of de verkiezingen al dan niet eerlijk zijn verlopen, doet opnieuw niet ter zake.

Slot

We zagen hierboven dat God in sommige gevallen vertelt waarom een machtswisseling plaatsvindt.

Daarop zeide Samuel tot hem (Saul): De Here heeft heden het koningschap over Israël van u afgescheurd en heeft het gegeven aan uw naaste, die beter is dan gij. (1 Samuel 15: 28)

In de Verenigde Staten mag een president 8 jaar regeren. Het systeem vereist daarna dat een andere president aantreedt. Meestal maakt een president die 8 jaar vol. Roosevelt regeerde zelfs 12 jaar. Dat had te maken met de grote moeilijkheden waarin de Verenigde Staten verkeerden – een beurskrach en de Tweede Wereldoorlog eisten hun tol. Soms echter regeert een president maar 4 jaar. Recente voorbeelden zijn Jimmy Carter en George Bush sr. Waarom deze mannen na 4 jaar het veld moesten ruimen is ons onbekend. God zal ongetwijfeld Zijn redenen hebben gehad. Toch kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat het lijkt op de beoordeling die Samuël tegenover Saul uitspreekt. Die beoordeling zou dan als volgt kunnen luiden.

De Here heeft heden het presidentschap over de Verenigde Staten van u afgescheurd en heeft het gegeven aan uw naaste, die beter is dan gij. (vrij naar 1 Samuel 15: 28)

Op 20 januari 2021 zullen we weten hoe de Almachtige God heeft besloten.