Als de Here Jezus in Mattheus 24 diverse tekenen der tijden noemt, is de eerste misleiding en misleiders (het teken waar je weinig over hoort – want niet zo spectaculair). Paulus en Petrus waarschuwen eveneens tegen misleiding.

3 Want er zal een tijd zijn dat zij de gezonde leer niet zullen verdragen, maar naar hun eigen begeerten voor zichzelf leraars zullen verzamelen, om zich het gehoor te laten strelen;

4 en zij zullen het oor van de waarheid afkeren en zich tot de fabels wenden. (2 Timotheus 4:3-4)

Ik maak deze notitie omdat de actualiteit er aanleiding toe geeft. Twee zaken vielen namelijk recentelijk op.

1. De verschijning van het boek  ‘Oer’.

Cees Dekker, Corien Oranje en Gijsbert van den Brink schreven een verhaal waarin geloof en evolutie samenkomen. De ondertoon is ‘zo zou het gegaan kúnnen zijn’. In het boek wordt verteld hoe in miljarden jaren sterren, planeten, dieren en mensen ontstonden, niet toevallig, maar bedacht en gewild door een Schepper. De bedoeling van de schrijvers is geloof en wetenschap met elkaar in harmonie te brengen, en beide kanten het volle pond te geven. Maar zoals het altijd gaat, is het ook nu weer. De wetenschap blijft inhoudelijk ongeschonden, Gods Woord moet inleveren.

 

2. Een kerkdienst rond het thema ‘evolutie’ op zondag 7 juni 2020 in de classis Warffum.

Centrale conclusie: ‘de kerk kan niet langer om de wetenschap heen’.

 

Zowel het boek als de preek komen uit de koker van christenen. Christenen die naar eigen zeggen geloven dat de Bijbel Gods Woord is, maar tegelijkertijd vaststellen dat ‘de kerk niet langer om de wetenschap heen kan’. Bedoeld wordt dat de schepping in zes dagen niet echt zo heeft plaatsgevonden en dat God gedurende een proces van miljoenen jaren evolutie heeft gebruikt om de schepping tot stand te brengen.

Zijn deze mensen dan geen christenen? Ik doe daar geen uitspraak over. Wel is duidelijk dat zij zich laten meesleuren in de plannen van de grote misleider, al zullen zij dat zelf niet zo ervaren.

Heel Genesis is geschiedenis, dat wil zeggen, is echt gebeurd. Personen als Adam, Eva, Abel en Noach hebben echt geleefd. Rampen, en anderszins bovennatuurlijk ingrijpen van God zijn geen verzinsels, maar laten ons God ‘in actie’ zien. Wie zegt dat het anders is gegaan, vindt de Schrift tegenover Zich.

3 De vroegere dingen heb Ik vanouds verkondigd, zij zijn uit mijn mond uitgegaan en Ik heb ze doen horen; plotseling heb Ik ze volbracht en ze zijn gekomen.

13 Ook heeft mijn hand de aarde gegrondvest en mijn rechterhand heeft de hemelen uitgebreid. Roep Ik hen, zij staan daar tezamen.(Jesaja 48:3, 13)

Dat is duidelijke taal. Geen miljoenen jaren, maar plotseling. Geen langdurig proces, maar God spreekt en het is er.

Laat ik een voorbeeld geven: de zogenaamde geologische kolom. Overal ter wereld vinden we gesteenten die in duidelijk onderscheidbare lagen op elkaar liggen. De ‘wetenschappelijke’ uitleg is dat deze lagen in de loop van miljoenen jaren zijn ontstaan. De oudste liggen onderaan, de jongste bovenop. In deze lagen worden fossielen gevonden. De gevolgtrekking is dat fossielen in de onderste laag van dieren komen die het langst geleden zijn uitgestorven. Hoe hoger de fossielen in de aardlagen liggen, hoe ‘jonger’ ze zijn. Omdat uit berekening ‘blijkt’ dat de oudste lagen honderden miljoenen jaren oud zijn, zijn de dieren van wie de fossielen in zo’n onderste laag liggen dus honderden miljoenen jaren geleden (uit)gestorven.

Wie echter vasthoudt aan de Bijbelse geschiedenissen als zijnde echt gebeurd zal een heel andere betekenis aan de aardlagen geven. Hij of zij ontkent niet dat deze lagen er zijn, en dat er fossielen in worden gevonden al evenmin. Wie de Bijbel gelooft zal echter wijzen op de zondvloed. De beschrijving van de zondvloed geeft ons een indruk van een onvoorstelbaar grote, wereldwijde ramp, die heel wel de oorzaak van al die aardlagen kan zijn. Stel nu dat dit laatste inderdaad klopt, dan blijft er van de bovengenoemde miljoenen jaren niet veel over. Nu naar Petrus.

5 Want moedwillig is hun dit onbekend, dat door het woord van God de hemelen van oudsher waren en een aarde bestaande uit water en door water,

6 waardoor de toenmalige wereld, door water overstroomd, vergaan is. (2 Petrus 3:5-6)

Petrus heeft het over de komst van de Here Jezus. Hij wijst daarbij op een eerder wereldomvattend oordeel van God. Door het Woord van God bestonden hemel en aarde. Er is sprake van een toenmalige wereld, die vergaan is ten gevolge van een overstroming met water. Er is dus een (zond)vloed geweest. Zo zeker als dat een feit is, zo zeker is het ook dat Jezus Christus terugkomt. En dat weet de mens zeer wel. Maar wat zegt Petrus? Ze doen net alsof die zondvloed nooit heeft plaatsgevonden, met opzet negeren ze dat. Zouden ze wel erkennen dat de vloed heeft plaatsgevonden, dan zouden ze ook moeten accepteren dat al die aardlagen door de grote vloed tot stand zijn gekomen. Maar dan kunnen ze ook niet volhouden dat er miljoenen jaren zijn verstreken. Enzovoort.

Als je iets wel weet, maar doet alsof het niet zo is, dan misleid je je zelf, en anderen. Paulus schrijft in Romeinen 1 dat de mens echt wel weet dat God bestaat, want je ziet het aan de schepping. Daarom ook wordt er zoveel energie in de evolutieleer gestoken. Men wil niet toegeven dat God bestaat! Petrus schrijft dat de zondvloed echt is gebeurd. God oordeelt, dat is in het verleden al eens gebleken. Er komt dus nog een oordeel. Maar daar willen we niets van weten. Dus doen we met opzet alsof die vloed er nooit is geweest.