In den beginne schiep God de hemel en de aarde. Met die monumentale uitspraak begint de Bijbel. Indrukwekkend in zijn eenvoud, ontzagwekkend in zijn consequenties. Doorheen de hele Bijbel wordt de mens opgeroepen zich rekenschap te geven van dit feit en God de eer te geven die Hem toekomt.
In Openbaring 1:8 lezen we dat God zegt ‘Ik ben de alfa en de omega, zegt de Heer, God, Hij die is en die was en die komt, de Almachtige.’ Ook in Openbaring 21:6 klinken deze woorden: Ik ben de alfa en de omega, het begin en het einde.’ In het laatste hoofdstuk in vers 13 vinden we opnieuw deze woorden, maar nu uitgesproken door de Here Jezus. ‘Ik ben de alfa en de omega, de eerste en de laatste, het begin en het einde.’ Toen de schepping nog moest plaatsvinden, was God er al. Nu is Hij er, en tot in alle eeuwigheden.
Paulus hamert op het geven van eer aan God vanwege Zijn schepping (Romeinen 1). Het negeren van deze fundamentele waarheid blijft niet zonder gevolgen, betoogt hij. Als Johannes de hemel mag betreden (Openbaring 4) hoort hij hoe de vierentwintig oudsten God verheerlijken.
U bent waard, onze Heer en God, te ontvangen de heerlijkheid en de eer en de kracht, want U hebt alle dingen geschapen, en door uw wil bestonden zij en zijn zij geschapen. (Openbaring 4:11)
God schiep alle dingen en verdient daarom alle lof en eer. Een van de grootste misleidingen van onze tijd betreft de strijd om deze waarheid. Bestaat God, heeft Hij hemel en aarde echt geschapen? Of is geloof in God niet meer dan een stoplap waarmee de gaten in onze kennis worden gedicht? De arrogante mens van onze tijd zegt dat de mens vroeger dit geloof nodig had, maar dat we nu beter weten. Maar de huidige mens weet het niet beter, al gedraagt zich hij zich wel degelijk als een ‘betweter’ als hij zich beroept op de wetenschap. Voor de christen daarentegen geldt dit ene:
Door het geloof begrijpen wij dat de werelden door Gods woord bereid zijn, zodat wat men ziet, niet ontstaan is uit wat zichtbaar is. (Hebreeën 11:3)
Dus dat wat er is, was er eerst niet. Welnee, zegt de mens, er is een al miljarden jaren durend proces gaande, waarbij uit dat wat al bestaat zich iets nieuws ontwikkelt: evolutie. De gelovige hoeft hier uiteraard niet in mee te gaan. Voor hem is Gods Woord het eind van alle tegenspraak. Wel kan het dienstig zijn over bepaalde aspecten van dit thema wat aanvullende gedachten in overweging te nemen.
Zo is het de wetenschap ‘opgevallen’ dat allerlei meetwaardes (bijvoorbeeld de zwaartekracht) in de natuur zo zijn vastgesteld dat het net lijkt alsof alles zo is geregeld om leven mogelijk te maken. Een paar voorbeelden.
- Ons zonnestelsel blijkt zich op een veilig plekje van onze Melkweg te bevinden. Niet al te veel sterren dicht in de buurt, weinig gevaarlijke straling en geen al te grote kans op ontploffende sterren (nova’s).
- Onze zon is een stabiele ster. Er zijn veel grotere sterren dan de zon, maar die zijn veel minder ‘betrouwbaar’ dan de onze. Een zon als de onze is het beste, want die wordt niet plotseling veel heter of veel koeler.
- Onze aarde draait op een afstand van ongeveer 150 miljoen kilometer om de zon. Laat dat nu net de ideale afstand zijn! Dichter bij, en het zou hier veel te heet zijn, te ver weg, en we zaten permanent in een ijstijd.
- Hoewel we in een veilig gebied van de Melkweg leven, en onze zon een stabiele ster is, komen er vanuit de zon wel degelijk allerlei gevaren op ons af. Een zonnevlam is zo’n gevaar. Gelukkig heeft onze aarde een krachtig magnetisch veld dat in staat is de meeste van deze gevaren op afstand te houden.
- Om de aarde draait de maan. Een grote maan. Onze maan is eigenlijk veel te groot voor een klein planeetje als de onze. Toch mogen we blij zijn dat hij er is, want door die grootte kan de maan aantrekkingskracht uitoefenen op de aarde. Het gevolg is eb en vloed en allerlei zeestromingen. De maan zorgt er zo voor dat ‘de waterhuishouding’ op aarde gezond blijft.
En zo kunnen we een lijst opstellen van honderden voorbeelden. Wat zegt de wetenschap hier van? ‘Het is een gelukkig toeval dat onze planeet over de juiste eigenschappen beschikt om leven mogelijk te maken.’ Jaja. Wie een beetje nadenkt kan niet anders dan concluderen dat het heelal ontworpen is om leven mogelijk te maken. Als God hemel en aarde geschapen heeft, dan zal Hij dat volgens een groot, veelomvattend plan hebben gedaan. En dus is het logisch dat al die waardes zo precies kloppen. Maar als je niet wilt geloven in God, en al helemaal niet in een God als Schepper, dan moet je je in de vreemdste bochten wringen om al deze verschijnselen te verklaren. Zo is er de theorie van het multiversum. Die stelt dat er niet één universum (heelal) is, maar ontelbaar vele. Tja, en als er dan een heelal tussen zit waarin bij één planeetje precies alles klopt, dan is dat niet zo gek. Leuk zo’n theorie. Net zoals met evolutie moet je echter vaststellen dat voor zo’n theorie meer geloof nodig is dan te geloven dat God hemel en aarde schiep.
O ja, het verschijnsel dat alle waardes precies goed zijn, wordt het ‘antropisch principe’ genoemd.