Archeologie

Misschien hebt u wel eens gehoord dat er geen archeologische vondsten zijn die het Bijbelse verhaal over de uittocht (Exodus) van Israël uit Egypte ondersteunen. Dat is jammer – vooral voor ongelovigen – maar de gelovige kan zonder. Zie mijn De Bijbel bewijst zichzelf. Niettemin is het interessant er aandacht aan te besteden omdat het een onderliggend mechanisme blootlegt dat ons tot nadenken kan zetten. Wat is er aan de hand?

Raamses

In Exodus lezen we iets over de slavenarbeid die de Israëlieten in Egypte werd opgelegd.

Daarom stelde men opzichters van herendiensten over hen aan om hen door de hun opgelegde dwangarbeid te onderdrukken: zij moesten voor Farao voorraadsteden bouwen, Pitom en Raamses. (Exodus 1:11)

Let op de naam Raamses. Die lijkt veel op de naam van twee farao’s, namelijk Ramses I en Ramses II. Dit bracht archeologen op de gedachte dat de naam van de stad Raamses een soort eerbetoon aan een van die farao’s kan zijn geweest. Dat komt vaker voor. Nog niet zo lang geleden heette Petersburg Leningrad en Wolgagrad Stalingrad. Plaatsnamen gekozen ter ere van tsaar Peter de Grote, Lenin en Stalin. Welnu, aangezien de gebeurtenissen vlak voorafgaand aan de exodus zich afspeelden in de tijd van de bouw van Raamses, zal de uittocht waarschijnlijk wel in die tijd zijn geweest, dat wil zeggen tijdens de regering van Ramses II. Mozes en Aäron hebben dus te maken gehad met die farao. Probleem is echter dat er niets gevonden wordt uit de tijd van farao Ramses II dat wijst op Israëlieten, plagen en uittocht. Tja, en dan kun je maar een ding concluderen: de geschiedenissen uit de Bijbel hebben niet echt plaatsgevonden.

Gosen

Volgens diezelfde Bijbel hebben Jakob en zijn familie het land Gosen toegewezen gekregen om te wonen. De farao ten tijde van Jozef was hun goedgezind en bood hun op die manier asiel. Het land Gosen lag in het noordoosten van Egypte. In die streek wordt al jaren uitgebreid archeologisch onderzoek gedaan. De opgravingen bij Tell el-Dab’a zijn voor dit artikel interessant. Heel vroeger heette de stad Avaris, een naam die niet in de Bijbel voorkomt.

Enfin, de opgravingen aldaar hebben zeer veel historisch materiaal opgeleverd.

Kort na 1990 is er een paleis ontdekt. In Egypte woonden de farao’s in paleizen. Men denkt dat Mozes in dit paleis opgegroeid is. Ook vermoedt men dat in later tijd Mozes en Aäron in de troonzaal van dit paleis tot de farao gesproken hebben.

Er zijn ook aanwijzingen dat deze hele omgeving plotseling werd verlaten na de regering van Amenhotep II. Volgens de archeologen is de reden daarvan niet meer te achterhalen, maar de mogelijkheid bestaat dat een bijzondere ramp de stad trof.

Verdere vondsten laten huizen zien die lijken op semitische bebouwing uit gebieden als Syrië. Er is bij een paleis een graf gevonden met de resten van een standbeeld van een Aziaat. Het haar van dat beeld was volgens semitische mode, niet volgens de Egyptische. Verfresten van de kleren laten verschillende kleuren zien. Dit ene graf was de grootste van een rij van 12 (!) graven.  

Avaris = Raamses

Het is heel goed mogelijk dat de stad die in de Bijbel Raamses wordt genoemd, dezelfde is als Avaris. Stelt u zich voor dat we zeggen dat de Romeinen het castellum Traiectum, de stad Ulpia Noviomagus Batavorum en de kolonie Colonia Claudia Ara Agrippinensium hebben gebouwd. Op menig voorhoofd zou een groot vraagteken verschijnen. Vertellen we echter dat de Romeinen Utrecht, Nijmegen en Keulen hebben gesticht, dan zal iedereen uitroepen: ‘Zeg dat dan!’ We gebruiken de huidige naam, zodat iedereen weet waarover we het hebben.

Zo is het heel goed denkbaar dat Mozes in plaats van de naam Avaris Raamses heeft gebruikt, omdat men in zijn dagen die naam gebruikte.

Geen aanwijzingen, geen vondsten

Goed, veel archeologische vondsten dus. Wat hierboven genoemd werd doet je toch denken aan de uittocht van de Israëlieten uit Egypte, nietwaar? En die beschrijving van dat monument? Zou dat het (lege) graf van Jozef zijn geweest? Leeg, want had Jozef niet bepaald dat hij in Kanaaan moest worden begraven?

Helaas. De officiële opstelling is dat Israël ten tijde van farao Ramses II uit Egypte vertrokken is, dat Ramses II de farao is waarmee Mozes en Aaron te dealen hadden. Uit de tijd van deze farao zijn geen vondsten bekend die dat ondersteunen.

Ja maar, hoe zit het dan met al die vondsten in Avaris? Inderdaad, het lijkt veel op de beschrijving in de Bijbel. Toch kan het niet het volk Israël betreffen, want de vondsten in Avaris stammen uit de tijd van farao Amenhotep II en zoals we weten leefde die een paar honderd jaar voor Ramses II. Als we nu eens zouden aannemen dat niet Ramses II, maar Amenhotep II de farao is die we moeten hebben, dan zou het allemaal toch veel beter kloppen? Zeker, maar dan moeten we de hele chronologie (tijdsvolgorde) van de Egyptische geschiedenis gaan herzien, en daarvoor zien we geen aanleiding.

En daar hebben we het probleem. De officiële, breed aanvaarde Egyptische chronologie mag niet ter discussie worden gesteld. Daarom trekt men de conclusie dat de geschiedenissen uit de Bijbel waarschijnlijk fictief zijn. U weet wel, het is wel waar, maar niet echt gebeurd. Dit verschijnsel zien we vaker. Als vondsten heersende opvattingen ter discussie stellen, dan worden die vondsten genegeerd, of van een alternatieve betekenis voorzien. Treurig, maar waar.

Als ik het goed begrijp, is er niets mis met de Bijbel (dacht ik altijd al). Er is ook niets mis met allerlei archeologische vondsten. Het probleem ligt bij archeologen die met een lastig puzzelstukje in hun maag zitten. Je zou wensen dat men dat eerlijk wilde toegeven, in plaats van een andere bron (de Bijbel in dit geval) in een kwaad daglicht te stellen.

Voor dit artikel heb ik gebruik gemaakt van gegevens uit de documentaireZoeken naar bewijs: Exodus‘.