Snoeien, reinigen, wegnemen en in het vuur werpen zijn activiteiten van de Vader, de landman. Van ons gelovigen wordt verwacht dat we in Christus blijven, dat Zijn Woord in ons blijft en dat we bidden. In dit artikel gaan we deze drie aspecten bekijken.

In Christus blijven

(…) Blijft in Mij, en Ik in u. (Johannes 15:3)

In Christus blijven betekent niets anders dan dat we met Hem een eenheid vormen. Dit is echter afhankelijk van onze gehoorzaamheid aan Hem. En onze gehoorzaamheid is weer afhankelijk van onze liefde voor Hem. Dit laatste ten slotte kan weer beïnvloed worden door onze liefde voor de wereld. In het algemeen is het zo dat de liefde tot de Bijbel afneemt, als de liefde voor de wereld groeit. Onvermijdelijk zullen we merken dat onze liefde voor Christus in gelijke mate afneemt. Het omgekeerde is gelukkig ook waar. In Hebreeën wordt ons iets onthuld, wat onze liefde voor Christus zou moeten aanwakkeren.

Want wij zijn Christus deelachtig geworden (…)(SV)(Hebreeën 3:14)

want wij hebben deel gekregen aan Christus (…)(NBG)(Hebreeën 3:14)

Want wij zijn metgezellen van Christus geworden (…)(Telos)(Hebreeën 3:14)

Dit alles wijst op een vertrouwelijke omgang. Is er sprake van zo’n omgang, dan leren we elkaar beter kennen, ook waar het onze opvattingen betreft. Hoe beter we nu Christus’ opvattingen kennen, hoe beter we in staat zullen zijn te leven zoals Hij dat graag ziet. Toch is dat slechts de helft van het verhaal. We moeten immers niet menen dat ons verstand gelijkwaardig zou zijn aan dat van God. Niettemin heeft Paulus het toch over het hebben van het ‘denken van Christus’.

Want ’wie heeft het denken van de Heer gekend, dat hij Hem zou onderrichten?’ Maar wij hebben het denken van Christus. (I Korinte 2:16)

Hoe kan het dat wij, gelovigen, dat denken hebben?

  1. De eenheid tussen de Vader en de Zoon maakt, dat het denken van de Zoon gelijk is aan het denken van God de Vader.
  2. De Geest van God, de Geest van Christus woont in de gelovigen.
  3. Hieruit volgt dat Christus Zelf in hen woont
  4. Omdat Christus in de gelovige woont is Zijn denken het hunne.

In Hem blijven betekent dan ook dat we de Geest alle ruimte geven. Woord en Geest doen ons in Christus blijven. Maar nogmaals, dat gaat niet automatisch, het vereist van de gelovige een trouwe gehoorzame inzet.

Zijn Woord blijft in ons

Het Woord dat de Here Jezus gesproken heeft is van onschatbare waarde.

Het geeft de gelovige het leven:

(…) De woorden die Ik tot u heb gesproken, zijn geest en zijn leven. (Johannes 6:63)

Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: als iemand mijn woord bewaart, zal hij de dood geenszins aanschouwen tot in eeuwigheid. (Johannes 8:51)

Het oordeelt de ongelovige, de ongehoorzame:

Wie Mij verwerpt en mijn woorden niet aanneemt, heeft dat wat hem oordeelt: het woord dat Ik heb gesproken, dat zal hem oordelen op de laatste dag. (Johannes 12:48)

De trouwe, gehoorzame inzet waarover hierboven werd gesproken heeft allereerst betrekking op onze omgang met het Woord. Christus legt hier de nadruk op de reinigende (zuiverende) werkzaamheid.

U bent al rein om het woord dat Ik tot u heb gesproken. (…) (Johannes 15:3)

De gedachte dringt zich hier op dat de snoeiende activiteit van de Vader (de landman) minder nodig is, naarmate het reinigende Woord beter zijn werk kan doen. Anne de Vries vertaalt de eerste verzen van dit hoofdstuk dan ook als volgt.

Ik ben de ware wijnstok en mijn Vader is de wijnbouwer. Elke rank aan mij die geen vrucht draagt snoeit hij weg. Maar elke rank die wèl vrucht draagt snoeit hij bij: dan draagt die nog méér vrucht. Jullie zijn al bijgesnoeide ranken door alles wat ik jullie geleerd heb.

Ook Paulus spreekt over de reinigende werking van Gods Woord.

(…) haar reinigend door de wassing met water door het woord (Efeze 5:26) 

In Hebreeën vinden we een treffende omschrijving van de werkzaamheid van het Woord van God.

Want het woord van God is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard, en het dringt door tot verdeling van ziel en geest, zowel van gewrichten als van merg, en oordeelt de gedachten en overleggingen van het hart. (Hebreeën 4:12)

Zoals het mes van de bekwame chirurg kan wegnemen wat schadelijk is, en herstellen wat beschadigd is, zo is de geestelijke werkzaamheid van het Woord van God. Elke gelovige zou zich daar van harte aan moeten onderwerpen.

Blijvend bidden

Het kennen van de gedachten van Christus helpt ons te bidden in overeenstemming met het denken (de wil) van Christus.

Als u in Mij blijft en mijn woorden in u blijven, bidt alles wat u wilt en het zal u gebeuren. (Johannes 15:7)

14 En dit is de vrijmoedigheid die wij jegens Hem hebben, dat als wij iets bidden naar zijn wil, Hij ons hoort.

15 En als wij weten dat Hij ons hoort, wat wij ook bidden, dan weten wij dat wij de beden hebben die wij van Hem hebben gebeden. (1 Johannes 5:14-15)

Gebeden worden verhoord als het gevraagde overeenstemt met de wil en de gedachten van God. Het bidden van de gelovige dient volgens het gedeelte over de ware wijnstok gericht te zijn op het voortbrengen van veel vrucht.

In 2 Petrus 1:5-8 lezen we ook over deze dingen. Daar lezen we dat dit alles een onderdeel is van Gods oefenschool voor de gelovige. Er is als het ware sprake van een leerplan!

geloof → deugd → kennis → zelfbeheersing → volharding →

→ godsvrucht → broederliefde → liefde → vrucht

Wat is nu die vrucht? Het is dat waaruit zal blijken dat we een hechte band met de Here Jezus hebben en een levend geloof. Dat uit zich in onderlinge liefde en het winnen van zielen voor de Here Jezus. Zie nogmaals het ‘leerplan’ van Petrus.

Het slotakkoord

Het is opvallend (en geruststellend) hoezeer we afhangen van de Here Jezus. We hebben nodig dat Zijn Woord in ons blijft, dat we in Hem blijven, dat we in Zijn liefde blijven. Dat alles dient een hier nog onbesproken doel: blijdschap.

Dit heb Ik tot u gesproken, opdat mijn blijdschap in u is en uw blijdschap volkomen wordt. (Johannes 15:11)

De Here Jezus heeft meermalen gezegd dat Zijn blijdschap samenhangt met het doen van de wil van Zijn Vader.

Jezus zei tot hen: Mijn voedsel is, dat Ik de wil doe van Hem die Mij heeft gezonden en zijn werk volbreng. (Johannes 4:34)

Wij zouden zeggen: ‘Het is Zijn lust en Zijn leven’! Niets kon de Here Jezus diepere vreugde, grotere blijdschap geven als Hij de wil van Zijn Vader deed – als Hij gehoorzaam was (niet dat Hij ooit ongehoorzaam was …). Dit wijst ons de weg. De Here Jezus zegt dan ook voordat Hij ons blijdschap belooft iets belangrijks.

Als u mijn geboden bewaart, zult u in mijn liefde blijven, zoals Ik de geboden van mijn Vader heb bewaard en in zijn liefde blijf. (Johannes 15:10)

Als er iets is wat dit hele mooie beeld kan bederven, dan is het wel wetticisme. De Here Jezus is ons grote Voorbeeld. En dat voorbeeld omvat in de eerste plaats gehoorzaamheid. Geen slaafse volgzaamheid, maar een van harte oprecht doorleefde liefde voor God en Zijn Zoon die maakt dat we niets liever willen dan doen wat de Here Jezus ons vraagt. Hebben we die gezindheid (!), dan is blijdschap ons deel: levensvreugde, geloofsvreugde.

Ter afsluiting tot een verhelderend stukje uit Lichtstralen uit het Woord uit 1994.

Krachtbron

Eén van mijn handigste gereedschappen is een snoerloze elektrische schroevendraaier. Het gaat een stuk gemakkelijker hiermee een schroef in te draaien dan dat je het met de hand moet doen. Maar er is één nadeel aan dit handige apparaat. De batterij is volledig afhankelijk van een uitwendige krachtbron en moet geregeld opgeladen worden. Zonder een oplader is het een nutteloos stuk gereedschap. Datzelfde geldt voor ons ‘gelovigen’. We hebben een krachtbron van buitenaf nodig als we God effectief willen dienen waar Hij ons geplaatst heeft. De Here Jezus gebruikt het voorbeeld van een wijnstok en ranken. Zijn discipelen kunnen niets doen zonder voortdurend contact met Hem. Wij ontvangen geestelijke kracht door tijd door te brengen met de Here Jezus. Ons geloof wordt hernieuwd door gebed, schuldbelijdenis en gehoorzaamheid aan het Woord van God. We hebben geregeld tijd nodig alleen met de Here om ons vertrouwen op Hem weer te vernieuwen. Laten we nooit vergeten wat de Here Jezus tegen Zijn discipelen zei: ‘Zonder Mij kunt gij niets doen.’