Het evangelie van Mattheus begint met het geslachtsregister van onze Here Jezus Christus. Dit register bewijst voor de joodse gelovige dat Hij de Beloofde is Die zou zitten op de troon van Zijn vader David. Maar ook bewijst het register dat Hij het zaad van Abraham is, door Wie alle geslachten der aarde gezegend zullen worden en de volken geestelijke zegeningen zullen ontvangen.

1 Geslachtsregister van Jezus Christus, de zoon van David, de zoon van Abraham.

17 Al de geslachten dan van Abraham tot David zijn veertien geslachten en van David tot de Babylonische ballingschap veertien geslachten en van de Babylonische ballingschap tot de Christus veertien geslachten. (Mattheus 1:1,17)

Het register is in drie delen verdeeld.

  1. van Abraham tot David: veertien geslachten;
  2. van David tot de Babylonische ballingschap: veertien geslachten;
  3. van de Babylonische ballingschap tot de Christus: veertien geslachten.

In elke periode vinden we dus twee groepen van zeven. Zeven is een zeer bijzonder getal, met name voor Israël. Lees het Oude Testament, en we komen regelmatig het getal zeven tegen. Zeven staat in de Bijbel voor volmaaktheid (= zonder fouten of gebreken), volkomenheid (= alles is met elkaar in overeenstemming), volheid (= compleet, er ontbreekt niets). Het register is dus geordend samengesteld, geheel in overeenstemming met het karakter van God, want God is geen God van wanorde. We zien ook dat het om drie groepen gaat. Drie groepen van elk twee zevens. Ook drie is een bijzonder getal. Het symboliseert in de Bijbel goddelijke volheid of volledigheid. Het geslachtsregister van de Here Jezus Christus is dus volmaakt, volkomen en compleet op een goddelijke manier.

Vergelijken we het register met lijsten uit het Oude Testament, dan valt meteen op dat er namen zijn weggelaten. Dit heeft te maken met de rol die sommigen in de geschiedenis hebben gespeeld. Er zijn er die zich op een satanische wijze godvijandig hebben opgesteld. Zonder hier nu verder op in te gaan, kunnen we vaststellen dat de Heilige Geest het geslachtsregister zo heeft samengesteld dat het op een voortreffelijk manier laat zien dat de Here Jezus Degene is, Die komen zou.

(Wie meer wil weten over het gebruik en doel van geslachtregisters in de Bijbel verwijs ik naar de drie artikelen “Hoe oud is de aarde?”.)

Abraham, de vader van de gelovigen

Paulus schrijft over Abraham als voorbeeld van het belang van het geloof. God had Abraham nageslacht beloofd, maar hij en zijn vrouw Sara konden geen kinderen meer krijgen. Ze waren te oud.

Het bijzondere van Abraham nu was dat hij desondanks niet twijfelde, dat hij niet innerlijk in tweestrijd verkeerde, maar juist versterkt werd in het geloof. Let op dat hij werd gesterkt, hij versterkte dus niet zelf zijn geloof, maar ontving versterkende kracht van God. Dit gebeurde omdat Abraham in nauwe relatie met God leefde.

20 en hij twijfelde niet aan de belofte van God door het ongeloof, maar werd gesterkt in het geloof, terwijl hij God heerlijkheid gaf

21 en ten volle verzekerd was, dat wat Hij beloofd heeft, Hij ook machtig is te doen.

22 Daarom is het hem ook tot gerechtigheid gerekend. (Romeinen 4:20-22)

De uitdrukking ‘heerlijkheid geven aan God’ wil zeggen dat men Gods autoriteit, gerechtigheid, waarachtigheid en goedheid erkent en de eigen schuld belijdt. Op zichzelf is het geloof in de vervulling van de beloften door God al ‘heerlijkheid geven aan God’. (SB)

Romeinen 4:21 is een omschrijving van het geloof van Abraham: volledig verzekerd dat God in staat is te doen wat Hij had beloofd, namelijk Abraham en Sara een lijfelijke zoon geven. Ten slotte rondt Paulus af met een machtige uitspraak. Daarom (en niet vanwege enige prestatie van Abraham zelf) werd dit geloof Abraham tot gerechtigheid gerekend. Zo werd hij de vader der gelovigen. Zie ook Hebreeën 11:8-12 en 17-19.

Deze prachtige bewoordingen zijn voor ons christenen van onschatbare waarde. Daarom herhaal ik ze hier en herschrijf ze met het oog op onze positie.

We zijn er zeker van dat God in staat is te doen wat Hij heeft beloofd, namelijk ons het eeuwige leven te geven dankzij het offer van Zijn Zoon. Daarom (en niet vanwege enige prestatie van onszelf) wordt dit geloof ons tot gerechtigheid gerekend.

Natuurlijke afstamming heeft geen waarde

Johannes de Doper schenkt tijdens zijn prediking aan de Jordaan klare wijn.

(…) denkt niet dat u bij uzelf kunt zeggen: Wij hebben Abraham tot vader! Want ik zeg u, dat God uit deze stenen Abraham kinderen kan verwekken. (Mattheus 3:9)

De Joodse leidslieden meenden zich niet te hoeven bekeren, omdat zij Abrahams nageslacht waren. Een vergissing uit hoogmoed! Tegenover de Here Jezus spraken deze leidslieden woorden van gelijke strekking.

Zij antwoordden Hem: Wij zijn Abrahams nageslacht en hebben nooit iemand gediend; hoe zegt U: U zult vrij worden? (Johannes 8:33)

De Here Jezus dient hen van repliek met een onthutsende vaststelling.

U bent uit uw vader, de duivel, en wilt de begeerten van uw vader doen; die was een mensenmoordenaar van het begin af en staat niet in de waarheid, omdat geen waarheid in hem is. (Johannes 8:44)

Ze zijn kinderen van de duivel. En zoals altijd, is het ook hier. Zo vader, zo zo(o)n(en). De duivel is een mensenmoordenaar vanaf het allereerste begin. En inderdaad, de Joodse leidslieden zullen niet lang na deze woordenwisseling de Here Jezus vermoorden.

Geestelijke afstamming is van eeuwigheidswaarde

Hierboven zagen we dat het geloof van Abraham model staat voor het zaligmakend geloof in de Here Jezus Christus. Paulus, die heel wat te stellen had met de gelovigen te Galatië, omschrijft de afstammingsrelatie Abraham => gelovige.

6 Zoals Abraham God geloofde en het werd hem tot gerechtigheid gerekend.

7 Erkent dan, dat zij die op grond van geloof zijn, zonen van Abraham zijn.

8 De Schrift nu, die voorzag dat God de volken op grond van geloof zou rechtvaardigen, verkondigde tevoren aan Abraham de blijde boodschap: ’In u zullen alle volken gezegend worden’.

9 Zij die op grond van geloof zijn, worden dus met de gelovige Abraham gezegend. (Galaten 3:6-9)

God beloofde Abraham een groot nageslacht – als het zand der zee (vleselijke nakomelingen: Israël), en als de sterren van de hemel (geestelijke nakomelingen: gelovigen). Maar die geestelijke zegening kon alleen werkelijkheid worden als de vleselijke Nakomeling (een Man, een Zaad) geboren zou worden en het werk dat Zijn hemelse Vader Hem te doen gaf volbracht.

13 Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek van de wet door voor ons een vloek te worden (…),

14 opdat de zegen van Abraham in Christus Jezus tot de volken zou komen, opdat wij de belofte van de Geest zouden ontvangen door het geloof. (Galaten 3:13-14)

We delen in de zegen van Abraham op grond van geloof, door het werk van de Here Jezus. Hij, Die Abrahams zoon is, heeft ons tot zonen van Abraham gemaakt.

En als u van Christus bent, dan bent u Abrahams nageslacht en volgens belofte erfgenamen. (Galaten 3:29)