Christus, de tweede Persoon van de Godheid, wordt in het Oude Testament de wijsheid Gods genoemd. We komen deze waarheid in het Nieuwe Testament weer tegen. Het is Paulus die de wijsheid Gods in verband brengt met het evangelie.
(…) voor hen, die geroepen zijn, Joden zowel als Grieken, (prediken wij) Christus, de kracht Gods en de wijsheid Gods. (1 Korinte 1:24)
In vers 23 constateert hij dat een gekruisigde Christus voor Joden een ergernis is, en voor de Grieken een dwaasheid. Maar voor de gelovigen ligt dat totaal anders. Uit het feit dat dankzij de kruisdood van Christus de zonde, de dood en de satan zijn overwonnen blijkt dat het gelijk niet aan de kant van Joden en Grieken ligt, maar bij God. Door de overwinning op het kruis komt Gods kracht aan het licht, en ook Gods wijsheid. De kruisiging was geen bewijs van zwakte, en ook geen dwaasheid. Immers, juist deze kracht en deze wijsheid bracht de mensheid verzoening, een verzoening die ze nooit in eigen kracht tot stand had kunnen brengen. Ook dat lezen we in 1 Korinte 1:24. Paulus noemt de gelovigen geroepenen. Wij zijn gered omdat God ons riep, niet omdat wijzelf zo sterk en wijs waren. Hieronder de eerste vier regels van lied 153. Links zoals die in onze liedbundel staat. U ziet dat de betekenis van de derde regel niet verandert als we ‘Gods wijsheid’ vervangen door ‘Mijn Heiland’, want inderdaad, Jezus Christus is de wijsheid Gods.
Rechtvaardigheid drong aan op straf,
Genade pleitte vrijgeleide. Hier trad Gods wijsheid tussenbeide, Die z’allebei voldoening gaf. |
Rechtvaardigheid drong aan op straf,
Genade pleitte vrijgeleide. Hier trad mijn Heiland tussenbeide, Die z’allebei voldoening gaf. |
Geheimenis
In het Nieuwe Testament vinden we een aantal geheimenissen. Deze worden onthuld aan de gelovigen. Ook de wijsheid Gods is een van die geheimenissen.
(…) wat wij spreken, als een geheimenis, is de verborgen wijsheid Gods, die God (reeds) van eeuwigheid voorbeschikt heeft tot onze heerlijkheid. (1 Korinte 2:7)
Bij God altijd al bekend, al vanaf de voorbije eeuwigheid, en nu bekendgemaakt aan de gelovigen. Dit geheimenis, de wijsheid Gods, de tweede Persoon van de Godheid, Jezus Christus, deze verborgenheid is nu geopenbaard. De werkzaamheid van de wijsheid Gods heeft (o.a.) onze heerlijkheid als doel. Als Christus terugkeert op aarde, ontvangen wij die heerlijkheid. In Efeze 1 spreekt Paulus over dezelfde zaak.
Hij heeft ons immers in Hem uitverkoren voor de grondlegging der wereld, opdat wij heilig en onberispelijk zouden zijn voor zijn aangezicht. (Efeze 1:4)
Ook hier zien we de Zoon van God (het ‘in Hem’), ook hier zien we dat we uitverkoren zijn nog voor de grondlegging der wereld, dus van eeuwigheid af. Het doel hier is echter dat we straks als we voor God mogen staan, heilig en onberispelijk. Het leven van een christen behoort geheel anders te zijn dan dat van de niet-gelovige. Daarom werkt de Heilige Geest nu al aan die heiligheid en onberispelijkheid in ons leven van alle dag.
Paulus brengt de wijsheid Gods dus in verband met de terugkomst van de Here Jezus. De Here Jezus doet dat Zelf ook.
De koningin van het Zuiden zal in het oordeel optreden met dit geslacht en het veroordelen, want zij is gekomen van de einden der aarde om de wijsheid van Salomo te horen, en zie, meer dan Salomo is hier. (Mattheus 12:42)
Oordeel
De Here wordt geconfronteerd met ergerlijke onverschilligheid van de kant van de joden. Daarom beschrijft Hij in een aantal beelden hoe het zit met de verantwoordelijkheid van ieder die Hem heeft gezien en gehoord. De joden waren uiteraard nog altijd trots op Salomo, de wijze koning van lang geleden. Legendarisch is het verhaal van de komst van de koningin van Seba, die van heel ver reisde om Salomo te ontmoeten, en diens wijsheid te horen. De onverschilligheid van de joden ten opzicht van de Here Jezus was daarom des te ergerniswekkender. Schouderophalend gingen ze voorbij aan de Persoon die nota bene ooit Salomo zijn wijsheid gaf. Hij, de wijsheid Gods stond nu voor hen, en ze zagen en hoorden niets bijzonders. Daarom spreekt de Here over het oordeel. Deze joden zullen voor Gods oordeelstroon moeten verschijnen. Als getuige zal de koningin van Seba worden opgeroepen. Zij zal getuigen van de grote wijsheid van Salomo, want haar reactie destijds was de enig juiste. De houding van de koningin van Seba tegenover koning Salomo zal als vergelijkingsmateriaal dienen. Zij onderkende en erkende de wijsheid van Salomo. De Here Jezus is meer dan Salomo. Zijn wijsheid is groter dan die van de legendarische koning van weleer. Op grond van deze vergelijking zal het geslacht dat de Here Jezus niet wenste, worden veroordeeld.