Trinitas

De Goddelijke Drie-eenheid heeft altijd bestaan, en zal altijd blijven bestaan. Van (de voorbije) eeuwigheid tot (de toekomende) eeuwigheid. We onderscheiden drie Personen in de Drie-eenheid: Vader, Zoon en Heilige Geest. Dit alles gaat ons begrip verre te boven en ook het eeuwige van hun bestaan kunnen we niet begrijpen. Gelukkig hoeft dat ook niet, van ons wordt slechts geloof verwacht.

Het geloof nu is de zekerheid der dingen, die men hoopt, en het bewijs der dingen, die men niet ziet. (Hebreeën 11:1)

De Bijbel leert duidelijk dat we moeten spreken over God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest. Vader, Zoon en Geest zijn er altijd geweest en zullen ook altijd blijven. Vooral in het Nieuwe Testament leren we dat ook de Zoon vanaf alle eeuwigheden bestaat. Toch wordt dit regelmatig ontkend. Het ontkennen van het eeuwige bestaan van de Zoon komt neer op het ontkennen van het God-zijn van de Here Jezus. Dat ontkennen maakt Bijbelstudie tot een zinloze bezigheid. Je kunt net zo goed de hele Bijbel weggooien. Je raakt alles kwijt, als je het God-zijn van de Here Jezus ontkent.

Het Oude Testament laat op diverse plaatsen zien dat Gods Zoon van alle eeuwigheid af bestaat. Omdat het onderwerp van dit artikel is Jezus Christus als de wijsheid Gods, denken we meteen aan het boek Spreuken. Met enige regelmaat wordt dit gedeelte in de eredienst gelezen. Terecht. Het zijn bijzondere woorden. De tweede Persoon van de Godheid wordt hier als de Wijsheid Gods sprekend opgevoerd.

22 De Here heeft mij tot aanzijn geroepen als het begin van zijn wegen, voor zijn werken van ouds af.

23 Van eeuwigheid aan ben ik geformeerd, van den beginne, eer de aarde bestond. (NBG) (Spreuken 8:22-23)

Wie echter nauwkeurig leest krijgt toch het gevoel dat er iets niet klopt. Als de Zoon van eeuwigheid af bestaat, hoe kan het dan dat Hij ’tot aanzijn is geroepen’, dat Hij behoort tot ‘het begin van Gods wegen’ en dat Hij is ‘geformeerd’. ‘Tot aanzijn roepen’ betekent ‘doen ontstaan’, ‘beginnen’ wil zeggen ‘een start maken’ en ‘formeren’ betekent ‘creëren, scheppen’. In alle gevallen suggereert het gebruik van deze woorden dat de Wijsheid Gods (de Zoon!) er eerst niet was, dat Hij pas verscheen nadat de Here Hem ’tot aanzijn had geroepen’, Hem had ‘geformeerd’. Dit is verkeerde leer. Aangezien op andere plaatsen in de Bijbel wel wordt geleerd dat de Zoon van eeuwigheid af altijd heeft bestaan, valt de verdenking op de vertaling.

Vertalen

Men zegt wel ‘vertalen is interpreteren’. Daar wordt mee bedoeld dat een vertaler zijn eigen opvatting ((on)bedoeld) kan laten meewegen als er keuzes moeten worden gemaakt. De woorden die in de grondtekst staan en die in de NBG worden vertaald zoals we zojuist hebben gezien, kennen meer mogelijke vertalingen. Het gaat te ver hier een complete opsomming te geven, maar laten we eens kijken wat de Statenvertaling en de Herziene Statenvertaling van deze twee verzen maken.

Statenvertaling

22 De HEERE bezat Mij [in] [het] beginsel Zijns wegs, voor Zijn werken, van toen aan.

23 Ik ben van eeuwigheid af gezalfd geweest; van den aanvang, van de oudheden der aarde aan.

Herziene Statenvertaling

22 De HEERE bezat Mij aan het begin van Zijn weg, al vóór Zijn werken, van oudsher.

23 Van eeuwigheid af ben Ik gezalfd geweest, vanaf het begin, vanaf de tijden voordat de aarde er was.

Nu zien we in plaats van ’tot aanzijn geroepen’ ‘bezat’, voor ‘begin’ ‘beginsel’ en voor ‘geformeerd’ ‘gezalfd’. Even het woordenboek raadplegen:

Bezitten = eigenaar zijn

Beginsel = aanvang, oorsprong

Gezalfd = handeling bij inwijding

Het is duidelijk. Zolang als God er is (en dat is dus altijd), zolang is de Wijsheid ook van God, bij God. De Zoon was er dus al vanaf alle eeuwigheden. Zo vertaald komt de inhoud van beide verzen overeen met de leer van het Nieuwe Testament.

maar wat wij spreken, als een geheimenis, is de verborgen wijsheid Gods, die God (reeds) van eeuwigheid voorbeschikt heeft tot onze heerlijkheid. (1 Korinte 2:7)

Moraal

Waarom deze uitweiding? Er zijn in principe twee manieren van vertalen. De ene is zo letterlijk mogelijk, de andere is zo vertalen dat de bedoeling van de tekst begrijpelijk wordt. De eerste manier van vertalen heeft als nadeel dat de tekst soms onleesbaar en onbegrijpelijk wordt. De tweede methode heeft tot nadeel dat je eigenlijk niet meer weet wat er nu echt staat. Daar komt bij dat de vertaler het risico loopt zijn eigen opvatting in de vertaling te verwerken (zie het voorbeeld hier boven). Daarom is het – zeker voor Bijbelstudie – erg belangrijk beide soorten vertaling bij de hand te hebben.

Dat het hierbij niet om futiliteiten gaat, blijkt wel uit het besproken voorbeeld. Daarom is een derde boek eigenlijk ook zeer gewenst: de concordantie. Het is de beste manier om snel andere tekstplaatsen te vinden zodat we het principe tekst met tekst vergelijken in praktijk kunnen brengen. Volgende keer gaan we verder met ons onderwerp: Jezus Christus – de wijsheid Gods.