De belijdenis van Petrus

Na de Here Jezus als de rots en de hoeksteen bespreken we kort het beeld van het fundament.  We nemen voor dat doel twee belangrijke tekstgedeelten uit het Nieuwe Testament. Beide gedeelten spreken over Christus als het fundament. In Mattheus spreekt de Here Jezus hier Zelf over, echter zonder het woord fundament te gebruiken. De aanleiding tot deze uitspraak is de zogenoemde belijdenis van Petrus. De Here Jezus vraagt wie de mensen zeggen dat Hij is. Er komen allerlei antwoorden. Dan vraagt de Here de discipelen wat hun geloof is. Petrus zegt: ‘Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God!’ We hebben eerder gezien dat het geloof dat de Here Jezus waarachtig mens en waarachtig God is, onderdeel is van ‘het ware geloof’. De Here Jezus noemt Petrus dan ook ‘zalig’, dat wil zeggen eeuwig gelukkig (in het hiernamaals). Hij vervolgt met een profetie.

En Ik zeg u, dat gij Petrus zijt, en op deze petra zal Ik mijn gemeente bouwen en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet overweldigen. (Mattheus 16:18)

We zien hier een huis, een gebouw als metafoor van de gemeente. Het huis is van goddelijke kwaliteit, want zelfs satan zal niet in staat zijn er zelfs maar een krasje op te maken. Het gebouw staat ergens op. De Here Jezus zegt ‘op deze petra’. De petra is niet (zoals de Rooms-Katholieke Kerk leert) Petrus, maar de inhoud van de belijdenis van Petrus. De gemeente zal worden gebouwd op de waarheid dat ‘de Here Jezus de Christus is, de Zoon van de levende God’. Wie even nadenkt zal de logica hiervan onderkennen. Hoe zou de gemeente op de deugden van een sterfelijk mens kunnen worden gebouwd? Petrus zelf (zie vorig artikel) weet dat heel goed. Hij is door het geloof een levende steen geworden (een van de miljoenen) en heeft zo een plaatsje gekregen in het bouwwerk. Maar het fundament – dat het hele gebouw draagt – is de belijdenis, de heerlijke waarheid dat ‘de Here Jezus de Christus is, de Zoon van de levende God’.

Verder is nog van belang dat de Here Jezus in de toekomende tijd spreekt. De gemeente zal worden gebouwd. Dat werk is begonnen op de eerste pinksterdag met de uitstorting van de Heilige Geest. De gemeente bestaat dus niet vanaf Adam, zoals in diverse reformatorische kerken wordt geleerd. Zolang de Heilige Geest op aarde is, zolang zal aan het huis van God gebouwd worden.

-o-o-

Paulus gebruikt het begrip fundament in zijn eerste brief aan de Korinthiërs.

10 Naar de genade Gods, die mij gegeven is, heb ik als een kundig bouwmeester het fundament gelegd, waarop een ander voortbouwt. Maar ieder zie wel toe, hoe hij daarop bouwt.

11 Want een ander fundament, dan dat er ligt, namelijk Jezus Christus, kan niemand leggen. (1 Korinte 3:10-11)

Hij vertelt eerst dat wat hij doet een bijzondere genade van God is. God heeft hem de wijsheid gegeven op te treden als een bekwaam bouwkundige. Hij legt het fundament ten behoeve van het gebouw, het huis van God. Anderen bouwen daarop voort, dat wil zeggen, anderen geven ook onderwijs aangaande het evangelie. Dat dit een verantwoordelijke taak is, blijkt wel uit de waarschuwing, dat ook hun onderwijs de goddelijke toets moet kunnen doorstaan. Wat is nu het fundament? Het is Jezus Christus. Hij is als Persoon degene die voor elke gelovige het fundament (!) onder diens geloof is. Het fundament is echter tevens het onderwijs aangaande de Persoon, de leer en het werk van de Here Jezus. Paulus besluit deze beschouwing met de vaststelling dat er maar één fundament mogelijk is. Deze conclusie wordt in het Nieuwe testament op meerdere plaatsen bevestigd.

Jezus zeide tot hem: Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij. (Johannes 14:6)

En de behoudenis is in niemand anders, want er is ook onder de hemel geen andere naam aan de mensen gegeven, waardoor wij moeten behouden worden. (Handelingen 4:12)

8 Maar ook al zouden wij, of een engel uit de hemel, u een evangelie verkondigen, afwijkend van hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt!

9 Gelijk wij vroeger reeds gezegd hebben, zeg ik thans nog eens: indien iemand u een evangelie predikt, afwijkend van hetgeen gij ontvangen hebt, die zij vervloekt! (Galaten 1:8-9)

Samenvattend: het fundament is de persoon Jezus Christus én het eerste onderwijs aangaande het kruis en de opstanding van Gods Zoon.