De Here Jezus is het Brood des Levens. Geestelijk voedsel dus. Voedsel heeft alleen nut als we het tot ons nemen en verteren. Christus moet onze eerste levensbehoefte zijn. Zoals brood uit meerdere bestanddelen bestaat (bloem, zemelen, gist, water), zo kunnen we aan geestelijk voedsel verschillende aspecten herkennen.

Geestelijk voedsel 

Vorige keer zagen we dat twee bestanddelen nodig zijn voor ons behoud: Gods Zoon werd mens en Gods Zoon stierf plaatsvervangend. Pas als er sprake is van wedergeboorte kunnen we onze aandacht richten op het geestelijk leven. Dat leven dient te groeien. Ook daar hebben we het Brood des levens voor nodig.

Beelden

Israël in het Oude Testament vormt een voorbeeld voor het christenleven. Paulus beschrijft voor de Corinthiërs hoe dit werkt.

Deze gebeurtenissen zijn ons ten voorbeeld geschied, (…). (1 Korinte 10:6)

Laat dit eens tot u doordringen. Paulus zegt hier dus dat God bewerkt heeft dat bepaalde gebeurtenissen plaatsvonden, zodat wij er later ons voordeel mee konden doen. Het is dus van groot belang hier studie van te maken. En dat het vooral over de reis van Egypte naar het Beloofde land gaat, wordt in 1 Korinte 10 wel duidelijk. Paulus geeft daar immers zelf al enkele toepassingen.

Van Egypte naar het Beloofde land

Egypte is in de Bijbel een type van de wereld. Een wereld die wij dienen te verlaten. Dat kunnen we niet zelf, dat moet God tot stand brengen. We passeren de Rode zee die beeld is van Christus’ dood, en onze doop. De reis door de woestijn tot aan de Jordaan typeert ons leven als christen. Trekken door de Jordaan betekent ingaan in de hemelse gewesten. Ook deze doorgang is beeld van Christus’ dood. In het geval van Israël vonden de gebeurtenissen na elkaar plaats. Voor ons werken de voorbeelden gelijktijdig. De lessen van de woestijnreis zijn voor ons bestemd en zijn van toepassing op ons leven als christen van dag tot dag. De lessen van de gebeurtenissen in het Beloofde land zijn ook voor ons bestemd. Zij laten ons zien dat er strijd is in de hemelse gewesten en dat er iets te leren valt. Aangaande het Beloofde land zegt God dat alles voor Israël is bestemd, maar het gaat niet vanzelf!

Elke plaats die uw voetzool betreden zal, geef Ik ulieden, zoals Ik tot Mozes gesproken heb. (Jozua 1:3)

Er moet gestreden worden. Dit geldt eveneens voor ons. Alle geestelijke zegeningen zijn voor ons bestemd, maar het gaat niet vanzelf! We moeten er voor werken, ons er naar uitstrekken.

Gezegend zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, die ons met allerlei geestelijke zegen in de hemelse gewesten gezegend heeft in Christus. (Efeze 1:3)

1 Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is, gezeten aan de rechterhand Gods.

2 Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn.

3 Want gij zijt gestorven en uw leven is verborgen met Christus in God.

4 Wanneer Christus verschijnt, die ons leven is, zult ook gij met Hem verschijnen in heerlijkheid. (Kolosse 3:1-4) 

In het navolgende iets over de praktische toepassing van dit alles. 

Manna in de woestijn

Het manna in de woestijn was dagelijks voedsel. Elke morgen diende het verzameld te worden, en nog dezelfde dag gegeten. De dag voor de sabbat moest er voor twee dagen worden ingezameld. Dit zijn overbekende feiten.

Toen zij het in een gomer maten, had hij die meer verzameld had, niet te veel en hij die minder verzameld had, kwam niet te kort. Ieder had naar zijn behoefte verzameld. (Exodus 16:18)

Merkwaardigerwijs was de hoeveelheid die iedere Israëliet nam van het manna perfect afgestemd op zijn behoefte. De een meer, de andere minder, maar hoe dan ook voldoende.

Een iegelijk at het brood der Machtigen; Hij zond hun teerkost tot verzadiging. (Psalm 78:25)(SV)

Manna is hier een beeld, een metafoor. We moeten begrijpen dat het manna voedsel is dat van God tot ons komt. De Here Jezus – die zegt dat Hij het brood des levens is – kwam van God, kwam uit de hemel. Aangezien het manna aan Israël werd gegeven tijdens de woestijnreis, moeten we aannemen dat de inhoud van het hier bedoelde geestelijk leven de levenswandel van de Here Jezus op aarde is. En dan gaat het om Zijn gehele levenswandel. Niet slechts de geboorte in Bethlehem, niet slechts de wonderen, niet slechts de toespraken, nee, alles. Zijn hele levenswandel. Zijn karakter, de manier waarop Hij leefde in harmonie met Zijn hemelse Vader. Hoe Hij omging met mensen, Zijn liefde, genade en barmhartigheid. Maar ook Zijn scherpe veroordeling van hoogmoed, van corruptie en huichelarij. Hoe Hij, de Schepper van hemel en aarde, de laagste plaats wilde innemen, hoe Hij Zich zelf opofferde om Zijn haters te redden. Alles. Waarom?

21 Want hiertoe zijt gij geroepen, daar ook Christus voor u geleden heeft en u een voorbeeld heeft nagelaten, opdat gij in zijn voetstappen zoudt treden;

22 die geen zonde gedaan heeft en in wiens mond geen bedrog is gevonden;

23 die, als Hij gescholden werd, niet terugschold en als Hij leed, niet dreigde, maar het overgaf aan Hem, die rechtvaardig oordeelt;

24 die zelf onze zonden in zijn lichaam op het hout gebracht heeft, opdat wij, aan de zonden afgestorven, voor de gerechtigheid zouden leven; en door zijn striemen zijt gij genezen. (1 Petrus 2:21-24)

Waarom? Om Zijn voorbeeld te volgen. Om door de kracht van de Heilige Geest op Hem te gaan lijken. Dat is geestelijke groei. Daarom hebben we geestelijk voedsel nodig. We vinden dit voedsel vooral in de vier evangeliën.

De volgende maand zullen we het ‘hemels koren’ aandacht geven.

11 En zij aten, daags na het Pascha, van de opbrengst van het land, ongezuurde broden en geroost koren, op dezelfde dag.

12 En het manna hield op, daags nadat zij van de opbrengst van het land hadden gegeten. Dus hadden de Israëlieten geen manna meer, maar zij aten dat jaar van wat het land Kanaän opleverde. (Jozua 5:11-12)