Het evangelie is de boodschap van het licht
De vorige keer hebben we gelezen over het Licht in relatie tot de Here Jezus. Nu zullen we zien dat dit licht ook betrekking heeft op de gelovigen.
Allereerst twee verzen uit de brief van Paulus aan de Colossenzen.
12 (…) en dankt gij met blijdschap de Vader, die u toebereid heeft voor het erfdeel der heiligen in het licht.
13 Hij heeft ons verlost uit de macht der duisternis en overgebracht in het Koninkrijk van de Zoon zijner liefde (…) (Colossenzen 1:12-13)
Paulus roept de gelovigen op God te danken en blij te zijn vanwege iets wat Hij aan de gelovigen heeft gedaan. Hij heeft ons klaargemaakt, toebereid, bekwaam gemaakt om deel te krijgen aan een erfenis. Die erfenis ontvangen we in het Koninkrijk van God, hier aangeduid als het Koninkrijk van het ‘licht’. Het is het Koninkrijk van het licht, omdat God daar woont, en God is licht. Vers 13 vertelt ons dat we eerst in een ander koninkrijk verkeerden. Dat was het rijk van satan, de heer van de duisternis, van de zonde. We zijn echter verlost (bevrijd) en als het ware ‘verhuisd’ naar Gods Koninkrijk. Voor alle duidelijkheid, dit is iets wat God aan ons heeft gedaan, het is geen eigen verdienste. Het is eenmaal gebeurd, en wel op het moment dat we tot geloof kwamen.
Dan een vers uit het begin van het evangelie van Johannes. Johannes beschrijft in dit hoofdstuk de oorsprong van alle dingen. Hij spreekt over de tijd toen de mens nog niet bestond. Johannes 1 is daarom direct vergelijkbaar met Genesis 1. Beide hoofdstukken vertellen over gebeurtenissen die de mens niet kan weten. Dat we er desalniettemin informatie over hebben komt omdat de Heilige Geest door Mozes en Johannes heeft gesproken.
19 En zo hebben wij het profetische woord des te vaster, en u doet er goed aan daarop acht te geven als op een lamp die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in uw harten.
20 Weet dit eerst, dat geen profetie van de Schrift een eigen uitlegging heeft. (2 Petrus 1:19-21)
Profetie is door de Heilige Geest gegeven. Omdat profetie meer is dan alleen het geven van informatie over toekomstige dingen, valt de inhoud van Genesis 1 en Johannes 1 ook onder het profetisch Woord. Wat schrijft Johannes?
In het Woord was leven en het leven was het licht der mensen; (Johannes 1:4)
Let allereerst eens op de tijdsvorm die Johannes gebruikt. In vers 4 gebruikt hij tweemaal het woordje ‘was’. Hij spreekt dus over iets dat in het verleden is gebeurd. Vers 4 deelt ons mee dat ‘het Woord leven was en dat leven was het licht der mensen’ (lees: voor de mensen). Het ‘leven was het licht’ schrijft Johannes. Hij schrijft niet ‘het leven was het leven der mensen’. Het is goed te beseffen dat leven iets is dat alleen God bezit.
Hij die alleen onsterfelijkheid heeft, die een ontoegankelijk licht bewoont, die geen mens gezien heeft of zien kan. (…) (1 Timotheüs 6:16)
Paulus benadrukt in dit vers dat God alleen onsterfelijk is, God alleen onsterfelijkheid bezit. Het leven dat ‘in ons’ is, is ons gegeven, we hebben het als het ware ’te leen’. Het is vanwege de zondeval dat ‘wij die stof zijn, tot stof zullen wederkeren’. Wij hebben het leven niet ‘in eigendom’. Dat heeft God alleen. En uiteraard de Here Jezus.
Want gelijk de Vader leven heeft in Zichzelf, heeft Hij ook de Zoon gegeven leven te hebben in Zichzelf. (Johannes 5:26)
Daarom schrijft Johannes ook dat ‘het leven het licht was voor de mensen’. Licht is een beeld van wat Gods leven voor ons mensen betekent. Een paar voorbeelden.
De Here is mijn licht en mijn heil, voor wie zou ik vrezen? (Psalm 27:1)
Want bij U is de bron des levens, in uw licht zien wij het licht. (Psalm 36:10)
Ik stel u tot een licht der volken, opdat mijn heil reike tot het einde der aarde. (Psalm 49:6)
Het waarachtige licht, dat ieder mens verlicht, was komende in de wereld. (Johannes 1:9)
Ik ben het licht der wereld; wie Mij volgt, zal nimmer in de duisternis wandelen, maar hij zal het licht des levens hebben. (Johannes 8:12)
Zolang Ik in de wereld ben, ben Ik het licht der wereld. (Johannes 9:5)
Ik ben als een licht in de wereld gekomen, opdat een ieder, die in Mij gelooft, niet in de duisternis blijve. (Johannes 12:46)
Het licht brengt ons al het goede dat God ons wil geven: geluk, voorspoed, vreugde, heil en redding. We kunnen ook zeggen: de Here Jezus brengt ons geluk, voorspoed, vreugde, heil en redding. En zo kunnen we concluderen dat het evangelie de boodschap is van deze geweldige dingen.