Het vorige artikeltje eindigde met onderstaande:
De Here Jezus wordt het Woord genoemd. Het vleesgeworden Woord. Hij sprak niet alleen Gods Woord, Hij is het Zelf. Tijdens zijn rondgang op aarde sprak Hij woorden van genade, van barmhartigheid, van vergeving, van liefde. Bij Zijn wederkomst zal Hij spreken als Rechter. Dan draait het om gerechtigheid en oordeel.
De Herder
Het is vooral het evangelie van Johannes dat ons inlicht over het karakter van het vleesgeworden Woord. We vinden onder meer liefde, heerlijkheid, genade en waarheid.
Het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van de eniggeborene des Vaders, vol van genade en waarheid. (Johannes 1:14)
Het vleesgeworden Woord was daadwerkelijk in stoffelijke vorm op aarde. Je kon Hem zien, je kon Hem horen, je kon Hem aanraken.
Hetgeen was van den beginne, hetgeen wij gehoord hebben, hetgeen wij gezien hebben met onze (eigen) ogen, hetgeen wij aanschouwdhebben en onze handen getast hebben van het Woord des levens (1 Johannes 1:1)
Er is op twee manieren sprake van volheid.
Ten eerste: Hij is volledig God in eigen Persoon. Volheid in dit opzicht zegt ons dat God geheel in Hem aanwezig is. Er is – met eerbied gesproken – niet ergens een deel van God buiten de Here Jezus achtergebleven.
Ten tweede: Volheid wil zeggen dat er niets in Hem is dat niet goddelijk is. Er is – opnieuw met eerbied gesproken – geen enkel deel in Hem dat alleen maar menselijk is. Uit die volheid ontvangen we genade, een genade die nooit opraakt.
Immers uit zijn volheid hebben wij allen ontvangen zelfs genade op genade; (Johannes 1:16)
Als we zo lezen over de Here Jezus, dan komt ons het beeld van een rustige, vriendelijke man voor ogen, Iemand die zich bekommert om verloren zondaars.
De Rechter
Hoe anders wordt het als de Bijbel Hem schetst als de Rechter. In Openbaring 1:12-16 ontmoet Johannes een Mens, maar wat voor een Mens! Hij ziet zich geconfronteerd met bovenmenselijke macht en onverbiddelijkheid. Hij valt als dood aan Zijn voeten. Maar dat is niet nodig. Wie gelooft heeft niets te vrezen van deze Rechter. In Openbaring 19 wordt ons verteld dat Hij vonnis velt in gerechtigheid. De Rechter draagt de naam ‘Het Woord van God’. In Openbaring 1 staat dat uit Zijn mond een tweesnijdend scherp zwaard komt. Deze Rechter is het Woord en spreekt het Woord.
En Hij was bekleed met een kleed, dat in bloed geverfd was, en zijn naam is genoemd: het Woord Gods. (Openbaring 19:13)
In Hebreeën lezen we over de kwaliteiten van het Woord als het om oordeel in rechtvaardigheid gaat.
Want het woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zo diep, dat het vaneenscheidtziel en geest, gewrichten en merg, en het schift overleggingen en gedachten des harten; (Hebreeën 4:12)
Levend: het gaat om de levende God.
Krachtig: geen Woord van God zal ledig terugkeren, maar het zal doen waartoe God het zendt.
Scherp: scherper dan het fijnste mes van een chirurg.
Het tweesnijdend scherpe zwaard van God is in staat in een mens ziel en geest te scheiden, gewrichten en merg, of overleggingen en gedachten. In overleggen zit iets van plannen maken, gedachten zijn meer onbepaald, zoals onze gedachten soms ‘alle kanten uitschieten’.
Niets ontgaat deze Rechter, en Zijn oordeel zal zeer nauwkeurig zijn.
Wanneer?
De Bijbel noemt drie zittingen van de Rechter. Drie maal wordt een andere groep mensen geoordeeld, drie maal is ook het onderwerp van oordeel verschillend, drie maal vindt de zitting op een ander tijdstip plaats.
Bovengenoemde drie zittingen liggen in de toekomst. Er is echter een oordeel dat al heeft plaatsgevonden – het oordeel over de zonden van de gelovigen en een oordeel dat nu al plaatsvindt, het voortdurend oordeel over onze levenswandel.
Het oordeel over de zonden van de gelovigen:
Het oordeel over de praktische levenswandel van alledag van gelovigen: