Voorbeeld
In de vorige afleveringen hebben al het een en ander gezien over de gezindheid van de Here Jezus. In dit artikel een paar gedachten over wat Zijn gezindheid voor ons betekent. Het accent ligt daarbij op ‘de arbeid’ van de Heer.’
Hij is rondgegaan, weldoende en genezende allen, die door de duivel overweldigd waren; want God was met Hem. (Handelingen 10:38)
We worden opgeroepen Zijn voorbeeld na te volgen.
Want hiertoe zijt gij geroepen, daar ook Christus voor u geleden heeft en u een voorbeeld heeft nagelaten, opdat gij in zijn voetstappen zoudt treden; (1 Petrus 2:21)
Petrus heeft over het lijden van Christus. Daar wordt niet Zijn plaatsvervangend lijden op Golgotha mee bedoeld. In dat lijden kunnen wij Hem immers niet volgen. Nee, met het lijden wordt hier bedoeld alles wat Hij van Zijn volksgenoten had te verduren. In Jesaja lezen we daarover de volgende woorden.
3 En Hij zeide tot mij: Gij zijt mijn knecht, Israël, in wie Ik Mij zal verheerlijken.
4 Doch ik zeide: Tevergeefs heb ik mij afgemat, voor niets en vruchteloos mijn kracht verbruikt. Evenwel, mijn recht is bij de Here en mijn vergelding is bij mijn God. (Jesaja 49:3-4)
Hier zien we profetisch het verloop van de arbeid van de Here Jezus. Hij was gezonden tot de verloren schapen van het huis Israëls (Mattheus 15:24). Hij sprak van het Koninkrijk Gods dat was nabijgekomen. Hij genas zieken, Hij wierp boze geesten uit, deed vele wondertekenen. Maar de massale bekering van het volk bleef uit. De leiders verzetten zich tegen Hem, zij zouden Hem zelfs ter dood laten brengen.
Vele ‘gewone’ mensen zouden op deze gang van zaken zijn afgeknapt. Ze zouden zijn vertrokken, de deur met een daverende knal achter zich hebben dichtgeslagen en geroepen ‘bekijk het maar!’
Zo niet de Here Jezus. Hij was wel degelijk teleurgesteld (Jesaja 49:4). Maar dat liet Hij niet aan de mensen merken, en zeker niet in de vorm van verongelijkte boosheid. Hij bracht het bij Zijn Vader, en klaagde Hem Zijn nood. Het antwoord van God liet niet op zich wachten. We laten Jesaja weer aan het woord.
5 Maar nu zegt de Here, die mij van de moederschoot aan vormde tot zijn knecht, om Jakob tot Hem terug te brengen en om Israël tot Hem vergaderd te doen worden (en ik werd geëerd in de ogen des Heren en mijn God was mijn sterkte)
6 Hij zegt dan: Het is te gering, dat gij Mij tot een knecht zoudt zijn om de stammen van Jakob weder op te richten en de bewaarden van Israël terug te brengen; Ik stel u tot een licht der volken, opdat mijn heil reike tot het einde der aarde. (Jesaja 49:5-6)
In plaats van teleurstelling ervaart de Here Jezus nu een geweldige bemoediging. Het gaat niet alleen om Israël, het gaat om de hele mensheid. God zal Hem maken tot een licht der volken. En als God dat zegt, dan gaat het ook gebeuren. Petrus roept ons op in de voetsporen van de Here Jezus te treden. Als wij teleurgesteld zijn in de reactie op onze arbeid, moeten we doen als Hij. We brengen onze frustratie bij onze Hemelse Vader, die precies weet hoe nu verder. Wat een mooi voorbeeld!
In de Psalmen vinden we een tweede voorbeeld om na te volgen.
De smaad heeft mij het hart gebroken, en ik ben verzwakt. Ik wachtte op een teken van medelijden, maar tevergeefs, op troosters, maar ik vond hen niet. (Psalm 69:21)
De mensen om Hem heen, en dan vooral zij die de Here niet volgden waren in ernstige mate ongevoelig voor het lijden van anderen. Steeds opnieuw moet de Here hen corrigeren. Lees als voorbeeld eens Lucas 6:6-11. Het leed van de man met de verschrompelde hand telde niet bij de Schriftgeleerden en Farizeeën. Ze hoopten niet dat de Here hem zou genezen, nee, ze hoopten iets te vinden om Hem aan te klagen. En toen de Here de hand van de man gezond maakte, waren ze niet blij voor deze man, ze hadden alleen maar oog voor dat wat hen door hun wettische hart werd ingegeven: weg met die Man!
Maar de tekst uit deze Psalm draait niet om de mensen die zich rond de Here verzamelden. Deze tekst slaat op de Here Zelf. Het doet ons meteen denken aan de gebeurtenissen in de hof van Getsemané. Zelfs Zijn discipelen, die zoveel met Hem hadden meegemaakt, waren ongevoelig voor Zijn lijden. Ze begrepen Hem niet en toen het erop aan kwam, gaven ze niet thuis. Ze verraadden Hem, vielen in slaap, lieten Hem in de steek en zijn beste vriend verloochende Hem. Reken maar dat ook hier de Here Zijn nood bij Zijn hemelse Vader heeft gebracht. We lezen Jesaja 53.
Hij werd mishandeld, maar hij liet zich verdrukken en deed zijn mond niet open; als een lam dat ter slachting geleid wordt, en als een schaap dat stom is voor zijn scheerders, zo deed hij zijn mond niet open. (Jesaja 53:7)
Hij liep niet voortdurende te klagen en te zuchten. Hij droeg en verdroeg. En ook hier is Hij ons een voorbeeld. Het antwoord dat Hij kreeg van Zijn hemelse Vader, mogen wij ons ook toe-eigenen. Dat antwoord vinden we in de Psalmen.
5 Wie met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien.
6 Hij gaat al wenende voort, die de zaadbuidel draagt; voorzeker zal hij komen met gejuich, dragende zijn schoven. (Psalm 126:5-6)
Het is nog niet zo ver, maar het is zeker dat de Here een overweldigend resultaat op zijn arbeid zal zien. En als we lezen dat God alle tranen zal afwissen (Openbaring 21:4), mogen we dan niet ook aan de Here Jezus denken? We mogen in de voetstappen van de Here Jezus treden, Zijn voorbeeld volgen. Paulus vat dat heel mooi samen.
19 Wreekt uzelf niet, geliefden, maar laat plaats voor de toorn, want er staat geschreven: Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden, spreekt de Here.
20 Maar, indien uw vijand honger heeft, geef hem te eten; indien hij dorst heeft, geef hem te drinken, want zo zult gij vurige kolen op zijn hoofd hopen.
21 Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede. (Romeinen 12:19-21)