In het vorige artikel hebben we gekeken naar de gezindheid van de Here Jezus. Een van de conclusies was: ‘De juiste gezindheid blijkt uit de praktijk’. In dit artikel zullen we van die praktijk kennis nemen. De praktijk van de juiste gezindheid voorgeleefd door de Here Jezus.
Markus is het Evangelie dat ons in het bijzonder het Dienstknecht zijn van de Here Jezus laat zien. In geen van de andere evangeliën komt het woord ’terstond’ zo vaak voor als in dat boek. ‘Terstond’ betekent zoveel als ‘zonder zich te bedenken’. De Dienstknecht des Heren weet dat er in zijn functioneren geen ruimte is voor ‘ja, maar…’. Dit geldt uiteraard voor elke gelovige. Maar in de arbeid van de Knecht des Heren is dit aspect zeer opvallend. Dit ‘zonder zich te bedenken’ kunnen we illustreren met een aantal karakteristieke teksten.
Ik kan van Mijzelf niets doen; gelijk Ik hoor, oordeel Ik, en mijn oordeel is rechtvaardig, want Ik zoek niet mijn wil, doch de wil van Hem, die Mij gezonden heeft. (Johannes 5:30)
De Here deed niets uit Zichzelf. Dat wil zeggen dat Hij dus niet eigenmachtig te werk ging. Hij deed niets buiten de Vader om. Dit aspect valt in tweeën uiteen. Allereerst is er het zien. In Johannes 5:19 zegt de Here Jezus dat voordat Hij iets deed, Hij eerst keek hoe de Vader het deed. Vervolgens is er het horen. Bovenstaande tekst laat zien dat Hij in het geval van oordeel eerst luisterde naar de Vader. Dat gold voor Zijn prediking, het zal ook gelden voor de oordelen aan het eind der tijden.
Lazarus
41 Zij namen dan de steen weg. En Jezus sloeg de ogen opwaarts en zeide: Vader Ik dank U, dat Gij Mij verhoord hebt.
42 Zelf wist Ik, dat Gij Mij altijd verhoort, maar ter wille van de schare, die rondom Mij staat, heb Ik gesproken, opdat zij geloven, dat Gij Mij gezonden hebt. (Johannes 11:41-42)
De Here Jezus kijkt of luistert eerst naar de Vader. Dat was voor Hem een vanzelfsprekendheid. Maar voor de mensen die met Hem meetrokken door het land was dat niet zo vanzelfsprekend, en al helemaal niet voor de toevallige omstanders zoals hierboven bij het graf van Lazarus. Zijn roem was door het hele land gegaan. Hij genas de zieken, blinden werden weer ziende, Hij wierp boze geesten uit. Hij gaf een grote mensenmenigte te eten. Al die dingen trokken de aandacht naar de Persoon van de Here Jezus Zelf, alsof Hij een wonderdoener was. Maar die aandacht was ongewenst. De omstanders moesten gaan zien dat wat Hij gaat doen een gebedsverhoring is. De Vader in de hemel is aan het werk, Jezus voert die werken uit als de Zoon van de Vader. Aan God komt alle eer toe!
Getsemané
Vader, indien Gij wilt, neem deze beker van Mij weg; doch niet mijn wil, maar de uwe geschiede! (Lukas 22:42)
Er staat de Here Jezus een ontzettend zware taak te wachten. Een taak Hem toebedeeld door Zijn Vader. Laten we nogmaals bedenken dat de houding (gezindheid) van de Here Jezus er altijd een was van ’terstond’, ‘zien’ hoe de Vader de dingen doet en ‘luisteren’ naar wat de Vader zegt. Voeg daarbij wat we hierboven zagen, dat Hij Zich inspande om niet de aandacht op Zichzelf te richten, maar op Zijn hemelse Vader. Wanneer we dat allemaal in gedachten houden, en dan hier de Here Jezus horen vragen het komende lijden van Hem weg te nemen, dan moet dat lijden wel verschrikkelijk zijn. Altijd tot in de details volkomen gehoorzaam, ook nu? Ja, ook nu, maar wat is het zwaar. Niet Zijn wil, maar de wil van de Vader. Tot het uiterste.