Voorbestemd

In dit artikel wil ik proberen weer te geven wat de Bijbel zegt over het verkiezen van God. God kiest mensen. Ik begin met een tekst waarin dit kiezen duidelijk tot uiting komt.

28 Wij weten nu, dat God alle dingen doet medewerken ten goede voor hen, die God liefhebben, die volgens zijn voornemen geroepenen zijn.

29 Want die Hij tevoren gekend heeft, heeft Hij ook tevoren bestemd tot gelijkvormigheid aan het beeld zijns Zoons, opdat Hij de eerstgeborene zou zijn onder vele broederen;

30 en die Hij tevoren bestemd heeft, dezen heeft Hij ook geroepen; en die Hij geroepen heeft, dezen heeft Hij ook gerechtvaardigd; en die Hij gerechtvaardigd heeft, dezen heeft Hij ook verheerlijkt. (Romeinen 8:28-30)

Het fundament van onze verlossing zit in de woorden ‘die volgens zijn voornemen geroepenen zijn’. Het was Gods intentie – lang voor onze geboorte – dat wij gered werden. De bedoeling van God is namelijk dat wij zullen lijken op Zijn Zoon, de Here Jezus. Dat doel verklaart tevens waarom wij in ons christenleven te maken hebben met beproeving, verzoeking, nederlagen en overwinningen. Immers, God doet ‘alle dingen medewerken ten goede voor hen, die God liefhebben’. Na het benoemen van de reden van onze voorbestemming komt de volgende stap: de roeping. De roeping gaat vooraf aan onze verlossing, en is er tevens de voorbereiding op. Hebben we gehoor gegeven aan Zijn roepstem, dan volgt de rechtvaardiging. Rechtvaardiging is verlossing in actie. Als laatste volgt de verheerlijking. Samengevat:

(voor)bestemming ⇾ roeping ⇾ rechtvaardiging ⇾ verheerlijking

Dat is heel wat meer dan alleen het karige ‘voorbestemd om in de hemel te komen’ en het nogal lompe ‘voorbestemd om naar de hel te gaan’. Wie deze kostbare inzichten op zo’n knullige manier verwoordt geeft te kennen dat hij er niets van snapt, en/of het moedwillig tot een karikatuur maakt. Het is ook veel rijker dan de beruchte dubbele predestinatie – sommigen voorbestemd tot het eeuwige leven, anderen voorbestemd tot de eeuwige verdoemenis. Die leer maakt God tot een harteloze, willekeurig handelende Almacht. Het zet Hem op een lijn met heidense (af)goden. Wreed, eisend, onberekenbaar.

Ook in andere teksten vinden we dat uitverkiezing meer is dan alleen maar al dan niet gered worden.

4 Hij heeft ons immers in Hem uitverkoren voor de grondlegging der wereld, opdat wij heilig en onberispelijk zouden zijn voor zijn aangezicht.

5 In liefde heeft Hij ons tevoren ertoe bestemd als zonen van Hem te worden aangenomen door Jezus Christus, naar het welbehagen van zijn wil,

6 tot lof van de heerlijkheid zijner genade, waarmede Hij ons begenadigd heeft in de Geliefde. (Efeze 1:4-6)

uitverkoren voor de grondlegging der wereld ⇾ doel: heilig en onberispelijk
tevoren bestemd ⇾ doel: zonen van God te worden in Jezus Christus

11 in Hem, in wie wij ook het erfdeel ontvangen hebben, waartoe wij tevoren bestemd waren krachtens het voornemen van Hem, die in alles werkt naar de raad van zijn wil. (Efeze 1:12)

tevoren bestemd ⇾ doel: het erfdeel te ontvangen

Uiteraard betekent dit ook dat de uitverkorenen bestemd zijn het eeuwige leven te ontvangen, maar nogmaals, uitverkiezing is meer dan alleen dat.

Waarschuwen

Dat bij God geen willekeur is, blijkt uit het feit dat Hij vanaf het allereerste begin op het komende oordeel wijst. Dus mensheid, wees gewaarschuwd. Die waarschuwing alleen al laat zien dat God niemand verloren wil laten gaan. Als Hij dat wilde, dan had Hij zijn komst wel verzwegen. Ieder mens kan worden gered, desnoods op het nippertje.

Neem de moordenaar aan het kruis. Hij kwam op het allerlaatste moment tot bekering. Op het allerlaatste moment, maar niet te laat. Het is uiteraard niet aan te bevelen zo lang te wachten. Niemand weet immers wanneer hij zal sterven.

Of neem Judas. Zijn treurige levenseinde wordt vaak aangehaald om te illustreren dat God mensen geboren laat worden om ze uiteindelijk rechtstreeks naar de hel te verwijzen. Lees wat de Here Jezus zegt over Judas.

24 De Zoon des mensen gaat wel heen gelijk van Hem geschreven staat, doch wee die mens, door wie de Zoon des mensen verraden wordt.

25 Het ware voor die mens goed geweest, als hij niet geboren was. (…) (Mattheus 26:24-25)

Harde woorden, zo op het eerste gehoor. Betekent dit dat God niet barmhartig voor Judas zou zijn geweest? Zeker niet. God zou wel degelijk barmhartig voor hem zijn geweest als hij niet gewanhoopt had na zijn daad. Niet het verraad, maar zijn wanhoop is er de oorzaak van dat God Judas zijn barmhartigheid niet kan betonen. De wanhoop verhindert Judas naar God te gaan. En dus is het niet God, maar de wanhopige zelf, die aan deze zijde van het leven het ergste over zich afroept.

God zegt iets heel bijzonders in Ezechiël.

Zou Ik een welgevallen hebben aan de dood van de goddeloze? luidt het woord van de Here Here. Niet veeleer hieraan, dat hij zich bekere van zijn wegen en leve? (Ezechiël 18:23)

Conclusie: God laat mensen de verkeerde keuzes maken, hoewel dat niet is wat Hij wil. Dat is echter geen bewijs dat God niet almachtig zou zijn, maar dat Hij de mogelijkheid laat bestaan dat iets wat Hij niet wil toch gebeurt.

En wat te denken van deze uitroep van de Here Jezus?

Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt, en stenigt, wie tot u gezonden zijn, hoe dikwijls heb Ik uw kinderen willen vergaderen, gelijk een hen haar kuikens onder haar vleugels vergadert, en gij hebt niet gewild. (Mattheus 23:37)

God is gewillig, de mens is onwillig. God roept, maar de mens weigert. God wil mensen zegenen, maar zij moeten zelf komen. Hieruit begrijpen we dus ook meteen, dat de mens wel degelijk een vrije wil heeft, ondanks dat er sprake is van voorbestemming.

Vrije wil versus uitverkiezing

Een van de problemen met de uitverkiezing is, dat men er vanuit buitenbijbels perspectief naar kijkt. We moeten daarom niet bij de theologie te rade gaan, en al evenmin bij de filosofie. Alleen de Bijbel is onze kenbron. Maar iedereen die de Bijbel raadpleegt over de uitverkiezing merkt al heel gauw dat deze dingen ons begrip te boven gaan. Laat dat echter geen reden zijn de Bijbel te sluiten. De Bijbelse uitverkiezing is juist een uiting van Gods liefde, en al begrijpen we het niet, we mogen het niet negeren. Er zijn immers zaken die wij als mensen niet kunnen begrijpen. God Zelf waarschuwt ons daar rekening mee te houden.

De Here Jezus zegt van Zichzelf dat Hij door God is gezonden, en dat Hij Gods woorden spreekt. Als Hij door de Joodse leidslieden wordt uitgedaagd deze aanspraken waar te maken, zegt Hij iets opmerkelijks.

16 Jezus antwoordde hun en zeide: Mijn leer is niet van Mij, maar van Hem, die Mij gezonden heeft;

17 indien iemand diens wil doen wil, zal hij van deze leer weten, of zij van God komt, dan of Ik uit Mijzelf spreek. (Johannes 7:16-17)

We zullen dus nooit weten of de leer van de Here Jezus van God komt, tenzij we gehoorzamen. Eerst gehoorzamen, het begrijpen volgt daarna. Een mooie illustratie van deze waarheid vinden we in het boek Jozua.

Zodra dan de voetzolen der priesters, die de ark van de Here, de Here der ganse aarde, dragen, in het water van de Jordaan rusten, zal het water van de Jordaan afgesneden worden; het water, dat van boven afkomt, zal als een dam blijven staan. (Jozua 3:13)

Het volk staat op het punt het beloofde land binnen te trekken. De priesters met de ark des verbonds zullen voorop gaan. Er is echter een probleem. De Jordaan.

Nu heeft God veertig jaar eerder een geweldig wonder gedaan bij de Schelfzee. Hij maakte een pad door de zee zodat Israël aan de farao kon ontkomen. De volgorde was toen helder. Mozes moest zijn staf optillen en zijn hand over het water uitstrekken. Daarna zou de zee zich terugtrekken en het volk kon gaan.

Hier bij de Jordaan echter niets van dit alles. De priesters krijgen te verstaan dat ze gewoon moeten doorlopen het water in. God heeft beloofd het water te splijten op het moment dat hun voetzolen het wateroppervlak beroeren. Eerst gehoorzamen dus, dan zal God zijn macht tonen. Blijven ze staan, dan stroomt het water gewoon door.

Dit is precies wat de Here Jezus tot de joodse leidslieden zegt. Doe Gods wil, dan zul je weten of Ik Gods Woord spreek. En wat is Gods wil? Neem Hem aan als de van God gezonden Messias. Doe dat, en alles zal duidelijk zijn.

Dit houdt dus in dat een onbekeerd mens niet in staat is de dingen van God te begrijpen, zoals ook Nicodemus te verstaan heeft gekregen.

Jezus antwoordde en zeide tot hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand wederom geboren wordt, kan hij het Koninkrijk Gods niet zien. (Johannes 3:3)

Wedergeboorte is noodzakelijk. De mens zegt: ‘Bewijs het en ik zal geloven’. God zegt: ‘Gehoorzaam en je zult het begrijpen’. Lees wat Paulus zegt tegen zijn gehoor in Athene.

God dan verkondigt, met voorbijzien van de tijden der onwetendheid, heden aan de mensen, dat zij allen overal tot bekering moeten komen; (Handelingen 17:30)

Tot bekering komen is dus een opdracht. Het moet! Wie het niet doet, is ongehoorzaam. Stel nu, we zijn tot geloof(svertrouwen) gekomen. Begrijpen we dan hoe het zit met de uitverkiezing? Nee, dat niet. Maar we gaan iets anders begrijpen wat wel zo belangrijk is. God is namelijk God, en wij zijn Zijn schepselen. Dat heeft duidelijke consequenties:

Want zoals de hemelen hoger zijn dan de aarde, zo zijn mijn wegen hoger dan uw wegen en mijn gedachten dan uw gedachten. (Jesaja 55:9)

Er zullen dus altijd dingen zijn die wij mensen niet kunnen begrijpen. Maar wie tot geloof is gekomen, leert dat aanvaarden. God wil uitsluitend het goede voor ons. Dat heeft Hij getoond door Zijn Zoon te geven. Hij zal ons dus niet voor de gek houden. Hij vraagt ons te geloven dat uitverkiezing een realiteit is, en dat die uitverkiezing een goede zaak is. Geloof is immers vertrouwen? Als een vader zijn kind verbiedt met een jachtgeweer te spelen, zal het kind dat niet begrijpen, en misschien erg verdrietig worden. Toch is dat het beste. Het kind moet zijn vader kunnen vertrouwen. Stel je voor dat de vader toestemming geeft. Is dat een bewijs van liefde? Zo is het ook met de verhouding tussen God, onze hemelse Vader, en wij mensen. Zo moeten we met deze dingen omgaan.

De verborgen dingen zijn voor de Here, onze God, maar de geopenbaarde zijn voor ons en onze kinderen voor altijd, opdat wij al de woorden dezer wet volbrengen. (Deuterononium 29:29)

Laten we ons dus bij de geopenbaarde zaken blijven. Er valt namelijk nog veel te zeggen over de uitverkiezing.

Verkiezing is een goede zaak

Iedereen die zich stoort aan de gedachte van uitverkiezing zou eens goed moeten nadenken over de impact van het volgende deel uit de Romeinenbrief.

10 (…) Niemand is rechtvaardig, ook niet een,

11 er is niemand, die verstandig is, niemand, die God ernstig zoekt; (Romeinen 3:10-11)

Het is dus maar goed dat er uitverkiezing is, want ‘er is niemand, die God zoekt.’ Als God het daarbij zou laten, dan zouden alle mensen verloren gaan. Hier staan twee zaken tegenover elkaar. De mens die niet wil, en God Die wel wil. Petrus spreekt er over in zijn tweede brief.

De Here talmt niet met de belofte, al zijn er, die aan talmen denken, maar Hij is lankmoedig jegens u, daar Hij niet wil, dat sommigen verloren gaan, doch dat allen tot bekering komen. (2 Petrus 3:9)

Dit betekent dat God Zijn hart volgt. Hij vindt immers niets in de mens dat Hem reden geeft ons te willen redden. Vandaar ook de aanhef van de beroemdste tekst uit de Bijbel: ‘alzo lief heeft God de wereld gehad …’

Waarom worden er mensen gered? Omdat God dat wil. Voor wie is dit van belang? Alleen voor mijzelf. God zegt dat Hij mij liefheeft. Dat Hij Zijn Zoon voor mij in de dood heeft overgegeven. Dat ik me moet bekeren. Dat dat noodzakelijk is om te worden gered. Dat is de keuze die mij wordt gegeven. En andere mensen dan? Heb ik niets mee te maken. Dat is een zaak tussen God en de buurman, mijn tante of de premier van dit land. Allen staan voor dezelfde keus.

3 (…) God, onze Heiland,

4 (…) wil, dat alle mensen behouden worden en tot erkentenis der waarheid komen. (2 Timotheüs 2:3-4)

Helaas zijn er veel mensen die bij de uitverkiezing beginnen. Die redeneren dat als ‘ik’ niet ben ‘uitverkoren’ het geen zin heeft om te proberen tot bekering te komen. Dus wil ‘ik’ me pas bekeren als ‘ik’ weet dat ‘ik’ uitverkoren ben. ‘Nee’, zegt God, ‘je moet je bekeren, want je moet Me vertrouwen, je moet gehoorzamen’. Ziet u de overeenkomst met dat wat ik hierboven beschreef? We zullen nooit weten of de leer van de Here Jezus van God komt, tenzij we gehoorzamen. Eerst gehoorzamen, het begrijpen volgt daarna. Dit kan ik – iets anders geformuleerd – op de uitverkiezing toepassen: Ik zal nooit weten of ik uitverkoren bent, tenzij ik gehoorzaam. Eerst gehoorzamen (me bekeren), het weten volgt daarna. Overigens, maak van dat gehoorzamen geen farce. Lang geleden sprak ik met een jonge man over de noodzaak van wedergeboorte. De wedergeboorte die volgt op de bekering. Hij vertrouwde me toe wel eens een bekering te hebben geprobeerd, maar dat het niet werkte. Nee, natuurlijk niet. God laat niet met Zich spotten. Bekering is een serieuze zaak.

(…) zonder geloof is het onmogelijk (Hem) welgevallig te zijn. Want wie tot God komt, moet geloven, dat Hij bestaat en een beloner is voor wie Hem ernstig zoeken. (Hebreeën 11:6)

Bidt daarom het zondaarsgebed in volle ernst en vertrouwen. Hieronder een voorbeeld.

Het zondaarsgebed is een gebed dat mensen tot God bidden wanneer zij begrijpen dat ze een zondaar zijn en een Redder nodig hebben. Zomaar het zondaarsgebed opzeggen zal niets teweeg brengen. Een zondaarsgebed heeft alleen effect als het in alle oprechtheid weergeeft wat een persoon weet, begrijpt en gelooft over zijn/haar zondigheid en zijn/haar behoefte aan redding.

Het eerste aspect van een zondaarsgebed is het besef dat wij allemaal zondaars zijn. Romeinen 3:10 verkondigt: ”Het staat zo in de Boeken: ‘Voor God is niemand rechtvaardig, werkelijk niemand.’” De Bijbel maakt duidelijk dat wij allemaal gezondigd hebben. Wij zijn zondaars die genade en vergeving van God nodig hebben (Titus 3:5-7). Vanwege onze zonde verdienen we eeuwige straf (Mattheüs 25:46). Het zondaarsgebed is een pleidooi om genade; om niet veroordeeld te worden. Het is een verzoek om mededogen in plaats van toorn.

Het tweede aspect van een zondaarsgebed is de wetenschap wat God heeft gedaan om onze verloren en zondige omstandigheden te verhelpen. God werd een mens in de Persoon van Jezus Christus (Johannes 1:1, 14). Jezus leerde ons de waarheid over God en leefde een perfect rechtschapen en zondeloos leven (Johannes 8:46; 2 Korintiërs 5:21). Jezus stierf aan het kruis in onze plaats. Hij nam de straf op Zich die wij verdienen (Romeinen 5:8). Jezus stond op uit de dood om te bewijzen dat hij de zonde, de dood en de hel heeft overwonnen. (Kolosse 2:15; 1 Korintiërs 15). En daardoor kunnen onze zonden vergeven worden en kan ons een eeuwig thuis in de hemel beloofd worden; het enige wat wij hoeven te doen is in Jezus Christus geloven. Het enige wat wij hoeven te doen is geloven dat Hij in onze plaats is gestorven en weer uit de dood is opgestaan (Romeinen 10:9-10). We kunnen alleen uit genade verlost worden, door ons geloof in Jezus. Efeziërs 2:8 verklaart: “Door Zijn genade bent u gered, doordat u in Hem ging geloven. Dat is niet uw eigen verdienste, maar een geschenk van God.”

Het bidden van het zondaarsgebed is simpelweg een manier om tot God te verwoorden dat jij op Jezus Christus vertrouwt als jouw Redder. Er zijn geen “magische” woorden die jouw redding tot gevolg hebben. Alleen jouw geloof in de dood en opstanding van Jezus kan je redden. Als jij begrijpt dat jij een zondaar bent en redding door Jezus Christus nodig hebt, is hier een zondaarsgebed dat je tot God kunt bidden: “God, Ik weet dat ik een zondaar ben. Ik weet dat ik de gevolgen van mijn zonden verdien. Maar ik vertrouw op Jezus Christus als mijn Redder. Ik geloof dat Zijn dood en Zijn opstanding in mijn vergeving voorzien. Ik vertrouw op Jezus en Jezus alleen als mijn persoonlijke Heer en Redder. Dank U Heer voor Uw vergeving en mijn redding! Amen!”

(Bron)

Toen ik als jonge man dit zondaarsgebed bad, veranderde mijn denken op verschillende punten. De Bijbel werd plotseling een aantrekkelijk boek, het volk Israël was Gods uitverkoren (!) volk en mijn fanatieke interesse voor de evolutietheorie verdween nagenoeg geheel. Dergelijke getuigenissen hoor je wel vaker. Wedergeboorte is een realiteit! Iedereen die deze stap zet zal merken dat het obstakel ‘uitverkiezing’ is veranderd in een zegenrijk ‘uitverkoren’.

Verborgenheden

Zoals gesteld, als God niet de eerste stap zou zetten, zou niemand behouden worden. Die eerste stap vinden we in de Bijbel op verschillende manieren verwoord. Neem nu het evangelie van Johannes.

Jezus antwoordde en zeide tot hen: Dit is het werk Gods, dat gij gelooft in Hem, die Hij gezonden heeft. (Johannes 6:29)

en

Niemand kan tot Mij komen, tenzij de Vader, die Mij gezonden heeft, hem trekke, en Ik zal hem opwekken ten jongsten dage. (Johannes 6:44)

Ook Paulus zinspeelt op het bewerken van geloof in de harten van mensen.

Hiervan toch ben ik ten volle overtuigd, dat Hij, die in u een goed werk is begonnen, dit ten einde toe zal voortzetten, tot de dag van Christus Jezus. (Filippi 1:6)

Verborgen blijft de manier waarop God kiest, welke criteria Hij daarvoor hanteert. God vindt het blijkbaar niet nodig dat we dat weten. Wij moeten naar Zijn roepstem luisteren. Wij moeten gehoorzamen. Interessante verhalen houden over predestinatie zal ons niet helpen. God beveelt. Wij moeten ons bekeren en gaan geloven.

God dan verkondigt, met voorbijzien van de tijden der onwetendheid, heden aan de mensen, dat zij allen overal tot bekering moeten komen; (Handelingen 17:30)

Verborgen blijft ook de schijnbare tegenstelling tussen Gods verkiezen en ’s mensen vrije wil.

Over de vrije wil

De Bijbel laat zien dat mensen een vrije wil hebben. Dat begon al bij Adam en Eva. Zij mochten vrij kiezen. God gaf hun die mogelijkheid, hoewel Hij heel goed wist wat er op het spel stond. Vanaf dat moment heeft ieder mens de vrijheid keuzes te maken. Maar de niet-wedergeboren mens kiest altijd voor het kwade. Hij kan niet anders. Zijn ongeloof (de enige zonde die maakt dat een mens verloren gaat) is vrijwillig. Kies je echter voor God, dan verandert alles. Maar niet je vrije wil. Hoewel je nog steeds verkeerde keuzes kunt maken, kun je nu ook voor het goede kiezen. Vrijwillig. Paulus onderkent dit en roept elke gelovige op met dit vrijwillige kiezen voor het goede bij God in de leer te gaan.

(…) wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt erkennen wat de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene. (Romeinen 12:2)

Het boek des levens

In de Bijbel worden op diverse plaatsen boeken genoemd, die we qua inhoud niet kennen. Sommige zijn door mensen geschreven – zoals het Boek van de Oprechte, zie Jozua 10:13 en 2 Samuel 1:18. Twee met name genoemde boeken zijn niet van menselijke oorsprong, zij vormen een soort administratie waarin God bijhoudt wie wel en wie niet tot een bepaalde groep mensen hoort.

Boek 1: ‘het boek dat Gij geschreven hebt‘ – hierin staan de namen van alle levenden. Namen van goddelozen, afgodendienaars en ongelovigen worden op een door God te kiezen moment geschrapt;

Boek 2: ‘het boek des levens‘ – hierin staan de namen van alle mensen, die eeuwig leven uit God ontvangen.

In ‘het boek dat Gij geschreven hebt‘ staan dus de namen die zijn overgebleven als ‘de administratie’ is afgerond. Zij zijn bestemd voor het eeuwige leven.

Lastig is wel dat voor beide boeken de naam ‘boek des levens’ wordt gebruikt. Uit het tekstverband zal dus moeten worden afgeleid om welk boek het gaat.

Als we beide administraties nu vergelijken met het leerstuk van de uitverkiezing dan kunnen we het volgende stellen.

  1. Ieder mens die niet voor Christus kiest heeft het aan zichzelf te wijten als hij uit ‘het boek dat Gij geschreven hebt‘ wordt geschrapt.
  2. De namen van mensen, die het eeuwige leven ontvangen, zijn door God in ‘het boek des levens‘ opgeschreven. Uit dit boek kunnen geen namen worden verwijderd.

Bij een vergelijking van beide ‘boeken’ zien we de onoplosbare tegenstelling tussen het kiezen van God en de verantwoordelijkheid van de mens. Het zijn de bekende twee kanten van een medaille die we niet gelijktijdig kunnen zien. Dat leidt tot de conclusie dat we in geloof moeten aanvaarden dat God ‘weet’ wat Hij doet, en dat we alle besluiten met betrekking tot eeuwig behoud en eeuwige veroordeling met een gerust hart in Zijn handen kunnen laten. Zoals hierboven al vermeld, handelt God niet willekeurig, Hij besluit op grond van een wijsheid die wij niet kunnen doorgronden. God verkiest en toch is de mens zelf verantwoordelijk.

Over ‘het boek dat Gij geschreven hebt

32 Maar nu, vergeef toch hun zonde. En zo niet, delg mij dan uit het boek dat Gij geschreven hebt.

33 Maar de Here zeide tot Mozes: Wie tegen Mij gezondigd heeft, zal Ik uit mijn boek delgen. (Exodus 32:32)

Over ‘het boek des levens

(…) Clemens en mijn overige medearbeiders, wier namen staan in het boek des levens. (Filippi 4:3)

Over de verantwoordelijkheid van de mens

En de Geest en de bruid zeggen: Kom! En wie het hoort, zegge: Kom! En wie dorst heeft, kome, en wie wil, neme het water des levens om niet. (Openbaring 22:17)

Over het eeuwige oordeel

En wanneer iemand niet bevonden werd geschreven te zijn in het boek des levens, werd hij geworpen in de poel des vuurs. (Openbaring 21:15)

Enkele lastige teksten

Iedereen die oprecht kennis neemt van het kiezen van God, zal daarin troost en rust vinden. Helaas zijn velen die blijven proberen onder hun verantwoordelijkheid uit te komen. Zij zullen niet nalaten te wijzen op teksten die huns inziens aantonen dat God wel degelijk mensen schept om ze te verwerpen.

Drogreden 1: Alleen zij die in ‘het boek des levens‘ staan, kunnen tot geloof komen.

Toen nu de heidenen dit hoorden, verblijdden zij zich en verheerlijkten het woord des Heren; en allen, die bestemd waren ten eeuwige leven, kwamen tot geloof; (Handeling 13:48)

Lezen we hier niet dat alleen zij die waren uitverkoren, tot geloof (konden) komen? Nee, want uit het verband blijkt dat het evangelie eerst aan de Joden te Antiochië was verkondigd. Zij verwierpen echter de boodschap van Paulus. Daarop wendde hij zich tot de heidenen. De joden wilden niet geloven en wezen het heil af. De heidenen wilden graag geloven en namen het Woord met blijdschap aan. Beiden groepen kozen, de heidenen echter namen de juiste beslissing. Zij staan in ‘het boek des levens‘.

Drogreden 2: Al van voor de geboorte staat vast wat het lot van mensen is – zie het voorbeeld van Jakob en Esau.

11 Want toen de kinderen nog niet geboren waren en goed noch kwaad hadden gedaan – opdat het verkiezend voornemen Gods zou blijven, niet op grond van werken, maar op grond daarvan, dat Hij riep, –

12 werd tot haar gezegd: De oudste zal de jongste dienstbaar zijn,

13 gelijk geschreven staat: Jakob heb Ik liefgehad, maar Esau heb Ik gehaat. (Romeinen 9:11-13)

Deze passage gaat niet over de eeuwige bestemming. Het gaat om de positie die Jakob kreeg toebedeeld in de heilsgeschiedenis. God riep Jakob en baseerde die roeping niet op eventuele goede daden waaraan zichtbaar zou kunnen zijn dat hij het geschiktste was. De uitspraak ‘Esau heb Ik gehaat’ is uit Maleachi 1:1-2, zo’n 1400 jaar na dato. Esau had zich van harte geschikt in de hem toebedeelde positie – denk aan zijn handelwijze met betrekking tot het eerstgeboorterecht. ‘Esau heb Ik gehaat’ moet worden opgevat als ‘Esau heb ik niet verkozen’. Dat God Esau niet slecht heeft behandeld blijkt wel uit de zegeningen die hem ten deel zijn gevallen: hij werd de stamvader van een roemrijk geslacht (de Edomieten).

Drogreden 3: Sommige mensen zijn bestemd om niet te gehoorzamen, ik kan dus niet anders kiezen dan waartoe God mij heeft voorbestemd.

7 U dan, die gelooft, geldt dit kostbare, maar voor de ongelovigen geldt: De steen, die de bouwlieden afgekeurd hadden, die is geworden tot een hoeksteen en een steen des aanstoots en een rots der ergernis,

8 voor hen, die zich daaraan, in hun ongehoorzaamheid aan het woord, stoten, waartoe zij ook bestemd zijn. (1 Petrus 2:7-8)

Het ‘waartoe’ uit vers 8 verwijst naar ‘hun ongehoorzaamheid aan het woord’, (nog) niet aan hun eeuwige lotsbestemming. Mensen die gehoorzamen aan het woord worden ‘levende stenen’, zij die ongehoorzaam blijven, worden dat niet. Het feit dat ze bestemd zijn tot ongehoorzaamheid is een teken dat God hun harten verhardt. Het betekent niet dat ze geschapen werden om te worden verhard.

Drogreden 4: Mensen die Jezus Christus verloochenen zijn lang tevoren daartoe bestemd.

Want er zijn zekere mensen binnengeslopen – reeds lang tevoren tot dit oordeel opgeschreven – goddelozen, die de genade van onze God in losbandigheid veranderen en onze enige Heerser en Here, Jezus Christus, verloochenen. (Judas :4)

In het Oude Testament wordt al over afvalligen en goddelozen geschreven en wat hun bestemming is. Wie afval van de Here predikt, haalt daarmee het in het Oude Testament aangekondigde oordeel over zich heen, namelijk de doodstraf. Ook hier is geen sprake van een van te voren vastgestelde lotsbestemming. De wet wordt hier aangehaald, en die spreekt een oordeel uit over valse profeten.