Onderworpen aan de wereldgeesten
We gaan nog even verder met het onderwerp van de laatste paragraaf van het vorige artikel. Het is van groot belang onderscheid te maken. Zo is de gelovige bevrijd van de vloek van de wet, maar is de wet niet buiten werking gesteld. Ook de wedergeboren christen heeft zich in zijn wandel te houden aan de wet. Het doel is wel vervallen, maar een christen kan nooit zeggen dat stelen geen probleem meer is omdat hij bevrijd is van de vloek van de wet. Wil dat zeggen dat we dus wel de wet moeten houden? Nogmaals, nee, als men daar mee bedoelt te zeggen dat een christen niet door genade alleen, maar ook door het houden van de wet behouden wordt. En nogmaals ja, als men zou willen beweren dat de tien geboden door een christen rustig kunnen worden genegeerd.
Nu gaan we een stap verder. Er zijn twee kanten aan de wet. De wet kent morele en ceremoniële geboden en verboden. Morele geboden en verboden hebben te maken met onze praktische levenswandel, ceremoniële geboden en verbonden hebben te maken met de tabernakel- en later de tempeldienst. Het merkwaardige doet zich nu voor dat men vrijwel altijd inziet dat de morele wet niet door een mens gehouden kan worden en dat dit ook niet meer hoeft omdat de Here Jezus voor ons gestorven is, maar dat delen van de ceremoniële wet wel belangrijk voor ons zijn.
Paulus omschrijft die opvatting als ‘dienstbaar aan de wereldgeesten’. Nu moet bij geest niet meteen aan een onstoffelijk wezen worden gedacht. We kennen het woord geest ook in uitdrukkingen als ‘in de geest van’ en ‘geestelijke aangelegenheden’. Denk ook aan het woord spiritualiën – van spiritus = geest – bekend als ‘geestrijk vocht’. De wereldgeesten zijn dan de opvatting dat de mens zelf zijn eeuwig behoud kan bewerken door zich te houden aan allerlei wetmatigheden. In eerdere artikelen hebben we gezien dat een mens zijn eigen behoud niet kan bewerkstelligen, maar dat wordt door deze ‘wereldgeesten’ voor het gemak genegeerd. Meer precies kunnen we ook nog stellen dat het meestal gaat om door de mens ‘bedachte uitbreidingen’ van een door een godheid ingestelde wet. Wereldgeesten? In de geest van de wereld, op de manier van de wereld, werelds…
Wereldgeesten of elementen van de wereld
Paulus gebruikt op vier plaatsen de term ‘wereldgeesten’, door de Telos vertaald met ‘elementen van de wereld’.
Galaten 4:3
NBG: Zo bleven ook wij, zolang wij onmondig waren, onderworpen aan de wereldgeesten.
Telos: Zo waren ook wij, toen wij onmondig waren, in slavernij onder de elementen van de wereld;
Galaten 4:9
NBG: Nu gij echter God hebt leren kennen, ja, meer nog, door God gekend zijt, hoe kunt gij thans terugkeren tot die zwakke en armelijke wereldgeesten, waaraan gij u weder van meet aan dienstbaar wilt maken?
Telos: en thans, nu u God kent, ja nog meer, nu u door God gekend bent, hoe wendt u zich weer tot de zwakke en arme elementen, die u weer opnieuw wilt dienen?
Kolossenzen 2:8
NBG: Ziet toe, dat niemand u medeslepe door zijn wijsbegeerte en door ijdel bedrog in overeenstemming met de overlevering der mensen, met de wereldgeesten en niet met Christus,
Telos: Kijkt u uit, dat er niemand is die u tot prooi maakt door de wijsbegeerte en door ijdel bedrog volgens de overlevering van de mensen, volgens de elementen van de wereld, en niet volgens Christus.
Kolossenzen 2:20
NBG: Indien gij met Christus afgestorven zijt aan de wereldgeesten, waartoe laat gij u, alsof gij in de wereld leefdet, geboden opleggen:
Telos: Als u met Christus aan de elementen van de wereld bent afgestorven, waarom onderwerpt U zich, alsof u in de wereld leeft, aan inzettingen:
In artikel 17 heb ik laten zien dat de duivel de mens in slavernij hield, en dat zijn dwangmiddel angst voor de dood was. De Here Jezus heeft ons daaruit bevrijd. Nu is het in bovenstaande vier verzen niet de angst voor de dood die de gelovigen beïnvloedt, maar hoogmoed. Men koketteert met geheime kennis, het horen bij een select gezelschap, het verheven zijn boven de gewone gelovige.
Paulus maakt in de brief aan de Galaten duidelijk waar het in deze verleiding om gaat. Uit de hele brief blijkt dat de Galaten onder de verderfelijke invloed staan van zich christen noemende Joodse dwaalleraren.
Galaten 4:10
NBG: Dagen, maanden, vaste tijden en jaren neemt gij waar.
Telos: U onderhoudt dagen en maanden, tijden en jaren.
Bij ‘dagen’ moeten we denken aan het houden van de sabbat, bij ‘maanden’ aan nieuwemaansdagen (Numeri 28:11-15), bij ’tijden’ aan het houden van de feesten (Leviticus 23) en bij ‘jaren’ aan het sabbat- en jubeljaar (Leviticus 25). Komt het u niet bekend voor? Zou de waarschuwing van Paulus ook niet voor de gelovige in de 21steeeuw gelden?
Ook in de brief aan de Kolossenzen geeft Paulus een nadere toelichting.
Kolossenzen 2:16
NBG: Laat dan niemand u blijven oordelen inzake eten en drinken of op het stuk van een feestdag, nieuwe maan of sabbat,
Telos: Laat dan niemand u oordelen inzake eten en drinken of op het punt van een feest of nieuwe maan of sabbatten,
Kolossenzen 2:18
NBG: Laat niemand u de prijs doen missen door gewilde nederigheid engelenverering, als ingewijde in wat hij heeft aanschouwd, zonder reden opgeblazen door zijn vleselijk denken.
Telos: Laat niemand u de prijs ontzeggen, doordat hij behagen schept in nederigheid en engelenverering, ingewijd in wat hij gezien heeft, zonder reden opgeblazen door het denken van zijn vlees.
In Kolossenzen 2:16 geeft Paulus dezelfde opsomming als in de brief aan de Galaten. Nieuw is hier ‘eten en drinken’, met andere woorden, het zich houden aan allerlei spijswetten. In Kolossenzen 2:18 wordt de kring der dwaalleraren ruimer. Nu worden genoemd nederigheid, visioenen en engelenverering.
Denk bij nederigheid aan de over de gehele wereld voorkomende kloosters en andere gemeenschappen waar de ingetredene alle bezit en alle (familie)betrekkingen moet opgeven.
De leiders van sektarische bewegingen beroepen zich vaak op bijzondere openbaringen, die uiteraard niemand kan controleren. De leider staat aldus ‘bijzonder dicht bij God’, en weet altijd exact wat de wil van God is. Dit komt niet van de Heilige Geest (uit het verband blijkt dat dit ook niet zou kunnen). Het zijn leugens of het is afkomstig uit occulte bron. Omdat zo’n leider mijlenver boven het gewone sektelid staat, kan hij zich van alles veroorloven – veelwijverij komt bijvoorbeeld vaak voor.
Ten slotte de engelenverering. Er zijn dwaalleraren die leren dat God zo hoog verheven is, dat Hij voor mensen onbereikbaar is. Daarom worden engelen aangeroepen en aangebeden, die dan een soort tussenpersoon worden. Hoe anders leert de Bijbel. De Here Jezus heeft gezegd dat niemand tot de Vader komt dan door Hem. In Openbaring 22:8-9 wordt Johannes weerhouden van het aanbidden van een engel. Maar de dwaalleraar weet het beter dan de Schrift en stelt zijn ‘openbaringen en inzichten’ boven Gods Woord, met een beroep op nieuwere openbaringen! Dwaalleraars pochen openlijk over hun ‘diepe’ inzichten. Paulus echter schrijft dat die inzichten uitingen zijn van vleselijk denken!
Hoe het ook zij, het begrip wereldgeesten brengt ons bij Joodse en/of heidense leefregels en voorschriften die niet van God komen, maar door de mens zijn bedacht. Al deze zaken (en nog meer, lees het hele tweede hoofdstuk uit Kolossenzen) zijn griezelig actueel. We moeten ons verre houden van deze dingen. Weet dat Oudtestamentische feesten en leefregels een voorafschaduwing zijn van wat inmiddels gekomen is, namelijk dat de werkelijkheid van Christus is! Wees waakzaam!