De grootheid van de Zoon des Mensen

De verheerlijking op de berg, de verschijning van de Rechter in het boek Openbaring, het zijn indrukwekkende gebeurtenissen. Ze bepalen ons bij Wie Hij is, de Koning der koningen en de Heer der heren.

Wij mensen laten ons gemakkelijk en graag imponeren door grootse uiterlijkheden. Ieder kan ervan mee praten. Je ontvangt iemand graag in je kasteel van een woning, maar als je in een armzalig hutje woont, hoe zou het je dan vergaan? En wat zou toch de achtergrond zijn van de opmerking ‘let maar niet op de rommel’, terwijl de hele woning keurig opgeruimd is? Uiterlijkheden! Wat dringt het moeilijk tot ons door dat mensen die het hart op de juiste plaats hebben, niet op bezoek komen om ons huis te inspecteren, maar om een ontmoeting te hebben. Kasteel of plaggenhut, wat maakt het dan uit?

Nu wil ik niet suggereren dat het tonen van de werkelijke gestalte van de Heer een zaak van uiterlijkheden zou zijn. Ik bedoel alleen maar te zeggen dat als we over de grootheid van de Heer spreken, we meestal geneigd zijn aan dit soort dingen te denken. En na enig aandringen worden dan ook nog wel de wonderen en tekenen, en Zijn wijsheid genoemd. Maar laten we eens horen wat de Here Jezus Zelf zegt over het ‘groot zijn’ van mensen.

44 (…)  wie groot wil worden onder u, zal uw dienaar zijn; en wie onder u de eerste wil zijn, zal aller slaaf zijn.

45 Want ook de Zoon des mensen is niet gekomen om Zich te laten dienen, maar om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen. (Markus 10:44-45)

Overbekende woorden! Vooral vers 45 lezen we dikwijls in de eredienst, en terecht. En wat zegt de Heer? Hij is gekomen om te dienen. Anders gezegd, Hij nam de laagste plaats in. En wat zegt dat over Hem? Dat Hij de allergrootste is! De discipelen waren verbijsterd toen ze hun Heer op de berg van gedaante zagen veranderen, Johannes viel als dood aan Zijn voeten. Maar nu zegt de Heer dat Hij de kleinste wil zijn (denk ook aan Johannes 13!). Wie de kleinste is, de geringste van allemaal, weet wat dat betekent: knielen! En dat was precies wat de Here Jezus deed toen Hij de voeten van de discipelen waste. Maar we denken toch vooral aan de gebeurtenissen in Gethsemané. Daar en toen zagen we de grootheid van de Heer!

Gethsemané

Wat kunnen we aan bijzonderheden opmerken in de geschiedenis rond ‘Getsemané’? Marcus schrijft:

En Jezus zeide tot hen: Gij zult allen aanstoot aan Mij nemen, want er staat geschreven: Ik zal de herder slaan en de schapen zullen verstrooid worden. (Marcus 14:27)

Gods Zoon wordt door God Zelf geslagen – in onze plaats. Hij komt als Mens geheel alleen te staan. Het is hier enkel de Vader en de Zoon. Nog een tekst uit Marcus:

Hij zeide tot hen: Mijn ziel is zeer bedroefd, tot stervens toe; blijft hier en waakt. (Marcus 14:34)

Maar de discipelen falen hopeloos:

37 En Hij kwam en vond hen slapende, en Hij zeide tot Petrus: Simon, slaapt gij? Waart gij niet bij machte een uur te waken?

40 En toen Hij terugkwam, vond Hij hen slapende, want hun ogen waren zeer bezwaard; en zij wisten niet, wat zij Hem zouden antwoorden. (Marcus 14:37, 40)

De Here Jezus waakte met Zijn Vader; de mens is hier van geen nut. De Here Jezus kon op niemand anders steunen dan op God alleen. Lukas geeft ons nog meer informatie:

41 En Hij zonderde Zich van hen af, ongeveer een steenworp ver, knielde neder en bad

42 deze woorden: Vader, indien Gij wilt, neem deze beker van Mij weg; doch niet mijn wil, maar de uwe geschiede!

43 En Hem verscheen een engel uit de hemel om Hem kracht te geven.

44 En Hij werd dodelijk beangst en bad des te vuriger. En zijn zweet werd als bloeddruppels, die op de aarde vielen. (Lukas 22:41-44)

De Here Jezus geeft Zich volkomen over aan de Vader. De beker die Hij moest drinken werd Hem niet aangereikt door de mensen, noch door de satan. Hij krijgt de beker uit de hand van Zijn Vader. Mens en satan zijn hier niet meer dan werktuigen, ze werken zonder zich ervan bewust te zijn mee aan de uitvoering van het verlossingsplan.

Door al deze gebeurtenissen wordt het duidelijk: ook in Getsemané ligt de macht bij de Here. Hij bepaalt wat er gebeurt en hoe het gebeurt.

– Hij laat Zich gevangennemen;

– Hij geneest;

– Hij vermaant Petrus;

– Hij vermaant de menigte.

Christus bleef in elke omstandigheid Zichzelf: Goddelijk volmaakt. Alle gebeurtenissen brachten alleen maar Zijn volmaaktheid beter in het licht. Hij voelde de druk van al die gebeurtenissen, maar werd door geen beheerst. Hij doorleefde ze, maar bleef altijd Zichzelf. En dan is er die wonderlijke dubbelheid: Hij was in genade bij de discipelen en Hij was in folterende strijd bij de gedachte aan de beker die Hem wachtte.

(Vrij naar John Darby)

Als ik bedenk, hoe Jezus zonder klagen

tot in de dood gegaan is als een Lam,

sta ik verbaasd,

dat Hij mijn schuld wou dragen

en aan het kruis mijn zonde op zich nam.

Dan zingt mijn ziel

tot U, o Heer mijn God

hoe groot zijt Gij,

hoe groot zijt Gij!