Er ruist langs de wolken…

 Hoewel het taalgebruik niet meer modern is te noemen, blijft dit lied een van de populairste uit de bundel van Johan de Heer. 

“Er ruist langs de wolken een lieflijke Naam,

Die hemel en aarde verenigt te zaam.

Geen naam is er zoeter en beter voor ’t hart.

Hij balsemt de wonden en heelt alle smart!

Kent gij, kent gij, die Naam nog niet?

Die Naam draagt mijn Heiland, mijn lust en mijn lied!

Die Naam is naar waarheid mijn Jezus ook waard,

Want Hij kwam om zalig te maken op aard’.

Zo liefhad Hij zondaars, dat Hij voor hen stierf.

Genade bij God door Zijn zoenbloed verwierf.

Kent gij, kent gij, die Jezus niet,

Die om ons te redden de hemel verliet?

Eens buigt zich ook alles voor Jezus in ’t stof,

En d’engelen zingen voortdurend Zijn lof.

O, mochten w’om Jezus verheerlijkt eens staan,

Dan hieven wij juichend de jubeltoon aan:

Jezus, Jezus, Uw Naam zij d’eer,

Want Gij zijt der mensen en engelen Heer!”

 In dit lied worden we herinnerd aan de naam Jezus: JHWH is Redder. Hij is Middelaar, Bevrijder, Redder en Zaligmaker. Hij herstelt de verbinding tussen de hemel en de aarde. De namen Bevrijder en Redder herinneren ons eraan dat we dankzij onze Heiland aan een afschuwelijk lot zijn ontkomen. We waren al veroordeeld, we waren al verloren, maar Jezus kwam ons in onze hachelijke positie te hulp, begaf Zichzelf temidden van het verschrikkelijke gevaar en bracht ons in veiligheid. Over het algemeen verdient het geen aanbeveling zich te verdiepen in het wezen van de hel en het lot van de eeuwig verlorenen. Maar soms kan het nodig zijn er enige kennis over op te doen, om beter te beseffen en te waarderen wat Jezus voor ons heeft gedaan.  

Wie in de hel is zal

– tevergeefs zoeken naar de aanwezigheid van God;

– tevergeefs zoeken naar de aanwezigheid van Jezus;

– gevoelens van haat hebben tegenover Jezus;

– begrijpen in welke toestand hij zich bevindt;

– de duivel van dichtbij meemaken, want hij had het eerste ‘recht’ op de hel;

– onderwerp zijn van spot van andere helbewoners;

– ontdekken dat het zondigen doorgaat;

– gekweld worden door de wetenschap de hemel voorgoed te zijn misgelopen en dat het helemaal eigen schuld is;

– gekweld worden door de herinneringen aan de zonden uit het aardse leven en dat deze nooit meer vergeven zullen worden;

– gekweld worden door het besef de liefde van Jezus afgewezen te hebben en de verlossing versmaad te hebben;

– onderhevig zijn aan een eeuwig verderf (bederf).

(Uit: J. W. Embregts – De hel: mij niet gezien!)

C.S. Lewis schreef een allegorie over dit onderwerp. Hij schetst de hel als een plaats waar mensen uitsluitend aan zichzelf denken. Het regent er altijd. Een eigen woning bouwen is mogelijk, maar de regen valt dwars door alles heen. Het gerucht gaat, maar niemand durft er luidop over te spreken, dat binnenkort het licht voor altijd zal uitgaan, en dat dan de ‘anderen’ komen.

Ziet u? Soms kan het nuttig zijn te weten wat de hel is, zodat we beter beseffen en waarderen wat Jezus voor ons heeft gedaan.

Oordeel

Mensen gaan alleen naar de hel op grond van een rechtvaardig oordeel. Dit oordeel is in handen van Jezus Christus

30 God dan verkondigt, met voorbijzien van de tijden der onwetendheid, heden aan de mensen, dat zij allen overal tot bekering moeten komen;

31 omdat Hij een dag heeft bepaald, waarop Hij de aardbodem rechtvaardig zal oordelen door een man, die Hij aangewezen heeft, waarvan Hij voor allen het bewijs geleverd heeft door Hem uit de doden op te wekken. (Handelingen 17:30-31)

Heel bekend is de uitdrukking de ‘dag des oordeels’, niet zelden begrepen als de laatste dag van de wereldgeschiedenis, wanneer allen geoordeeld zullen worden. Het oordeel is echter een zaak van alle tijden. Meteen al in het begin van de geschiedenis luidde Gods oordeel over Adam en Eva dat zij de dood zouden sterven, omdat ze van de verboden vrucht hadden gegeten. Een oordeel dat tot op de dag van vandaag geldig is.

Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld; wie niet gelooft, is reeds veroordeeld, omdat hij niet heeft geloofd in de naam van de eniggeboren Zoon van God. (Johannes 3:18)

Alleen wie zijn toevlucht zoekt bij het kruis van Golgotha zal worden gered.

Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe. (Johannes 3:16).

Het was Gods oordeel dat bepaalde dat de toenmalige wereld door water zou worden vernietigd, en dat alleen Noach en zijn gezin gered zouden worden. Het was Gods oordeel dat de steden Sodom en Gomorra zouden worden omgekeerd, en dat alleen Lot en zijn gezin gered zouden worden. Het was Gods oordeel dat eerst het Tienstammenrijk en later het Tweestammenrijk in ballingschap werd weggevoerd. Er is een oordeel over de Satan gegaan.

Nu gaat er een oordeel over deze wereld; nu zal de overste dezer wereld buitengeworpen worden; (Johannes 12:31).

Wat de toekomst aangaat, het oordeel begint bij het huis van God – de gemeente.

Want het is nu de tijd, dat het oordeel begint bij het huis Gods; als het bij ons begint, wat zal het einde zijn van hen, die ongehoorzaam blijven aan het evangelie Gods? (1 Petrus 4:17).

Dat oordeel heeft zich de eeuwen door met de gemeente beziggehouden, lees voor details Openbaring 2 en 3. Aan het eind van de grote verdrukking worden de volkeren voor de troon van de Zoon des Mensen geoordeeld. Na het Duizendjarig Rijk wordt de grote witte troon opgesteld en worden alle verlorenen geoordeeld. En in ons persoonlijk leven geldt dat we opgeroepen worden om onze wandel te beoordelen volgens Gods maatstaven.

31 Indien wij echter onszelf beoordeelden, zouden wij niet onder het oordeel komen.

32 Maar onder het oordeel des Heren worden wij getuchtigd, opdat wij niet met de wereld zouden veroordeeld worden. (1 Korinte 11:31-32).

Doen we dat niet, dan vallen we onder Gods oordeel. Een oordeel echter niet om te veroordelen, maar om te corrigeren, om op te voeden.

Redder of Rechter

Zo is het glashelder dat de ‘rol’ van Jezus Christus in het leven van de mens maar één gevolg kan hebben. Of Hij is onze Redder en brengt ons veilig in het Vaderhuis, of Hij is onze Rechter, die rechtvaardig oordeelt, en ons niet kan redden, omdat we niet hebben gewild.