De Bijbel krijgt altijd ongelijk

Gods Woord wordt altijd in twijfel getrokken. Dat begint al in de hof van Eden. God heeft aan Adam het zogenaamde proefgebod gegeven. Dat luidt: 

Van alle bomen in de hof mag je vrij eten, maar van de boom der kennis van goed en kwaad, daarvan zul je niet eten, want op de dag dat je daarvan eet, zul je onherroepelijk sterven. (Groot Nieuws Vertaling) (Genesis 2:17)

Dit gebod wordt eerst alleen Adam opgelegd, ‘de mens’ staat er. Na het geven van het gebod lezen we hoe Eva in het leven van Adam komt. We vernemen niet wie het gebod aan Eva heeft (door)gegeven. Het kan natuurlijk heel goed, dat God het Zelf aan Eva oplegde, zoals Hij dat eerder aan Adam deed. Maar het staat er niet. Ik ga er vanuit dat het Adam is geweest die Eva op de hoogte heeft gebracht van Gods gebod, en de consequenties die overtreden zou hebben. De satan – Jezus noemt hem de vader van de leugen – benadert Eva, niet Adam. Huichelachtig vraagt hij: 

God heeft zeker gezegd dat jullie van geen enkele boom in de tuin de vruchten mogen eten? (Groot Nieuws Vertaling)(Genesis 3:1)

Hij stelt zijn vraag zo dat Eva zich geroepen voelt het voor God op te nemen. Ze zegt:

We mogen van alle bomen in de tuin eten, behalve van de boom in het midden van de tuin. God heeft gezegd dat we die boom zelfs niet mogen aanraken, want anders zouden we sterven. (Groot Nieuws Vertaling)(Genesis 3:2-3)

In haar ijver gaat Eva verder dan wat God heeft gezegd. Heeft Hij gezegd dat de boom in het midden van de hof staat? Nee! God heeft dat niet gezegd. De tekst waarin verhaald wordt van het planten van de bomen geeft ook geen ondubbelzinnig uitsluitsel over de plaats van de boom van kennis van goed en kwaad.

En de HEERE God had alle geboomte uit het aardrijk doen spruiten, begeerlijk voor het gezicht, en goed tot spijze; en den boom des levens in het midden van den hof, en de boom der kennis des goeds en des kwaads. (SV)(Genesis 2:9)

Deze tekst lijkt drie soorten bomen te noemen:

1. Alle geboomte, begeerlijk voor het gezicht, en goed tot spijze;

2. De boom des levens in het midden van den hof;

3. De boom der kennis des goeds en des kwaads.

Heeft God gezegd dat ze de boom zelfs niet mogen aanraken? Alweer nee! In een paar zinnen is Eva al gevaarlijk ver van het Woord van God afgedwaald. Dit nu is de gehele wereldgeschiedenis door schering en inslag geweest. Het is niet voor niets dat Jezus zegt:

Zolang hemel en aarde bestaan, zal niet een lettertje of streepje uit de wet geschrapt worden totdat alles gebeurd is. (Groot Nieuws Vertaling)(Mattheus 5:18)

Zo letterlijk mogelijk lezen dus!

Na het wat halfslachtige antwoord van Eva laat de slang zijn gedachtebom vallen:

Sterven? Je zult helemaal niet sterven! Integendeel, God weet dat jullie de ogen open zullen gaan zodra je ervan eet. Dan zul je aan Hem gelijk zijn en inzicht hebben in goed en kwaad. (Groot Nieuws Vertaling)(Genesis 3:4-5)

Hij komt met halve waarheden. Ze zullen helemaal niet sterven! En inderdaad, ze vallen niet meteen dood neer. Maar ook al worden ze bijna 1000 jaar oud, in het licht van de eeuwigheid sterven ze vrijwel onmiddellijk. Ze zullen aan God gelijk worden! Nou, niet dus. Ze zullen inzicht hebben in goed en kwaad, dat wel, maar niet zoals God dat heeft. In plaats van de door satan gesuggereerde ‘verbetering’, gaan ze ontdekken dat er een macht in hen is ontwaakt die ze niet de baas kunnen, en die hen voortdurend aandrijft verkeerde dingen te doen. 

De Bijbel versus andere oude geschriften

Satan en menig ongelovige na hem trekt de betrouwbaarheid van Gods Woord opzettelijk in twijfel. Hoe anders spreekt de Bijbel hier zelf over. 

Op wat de Heer zegt, kun je aan. Zijn woorden zijn zuiver als zilver, als zilver in de oven gelouterd, tot zevenmaal toe. (Groot Nieuws Vertaling)(Psalm 12:7)

En wat te denken van wat Paulus aan Timotheüs schrijft? 

Van jongs af ben je vertrouwd met de heilige geschriften, waaruit je wijsheid kunt putten die leidt tot redding door het geloof in Christus Jezus. Alles wat hierin staat, is door God geïnspireerd en bruikbaar voor het onderricht, voor het weerleggen van dwalingen, het herstellen van fouten en voor de opvoeding tot een rechtschapen leven. Zo zal de mens die God dient, berekend zijn voor zijn taak en toegerust voor elk goed werk. (Groot Nieuws Vertaling)(2 Timotheüs 3:15-17)

Een boekwerk dus om diep respect voor te hebben.

Het is goed als een mens beeft voor Gods Woord. (NBG)(Jesaja 66:2)

Helaas is de eerbied voor Gods Woord dikwijls ver te zoeken. Sterker nog, de houding is regelmatig negatief agressief. De evangelist Jan Kits schreef: 

‘Het eigenaardige van het ongeloof in zijn onbeschaamdheid is, dat het niet zelden krasse onwaarheden uitspreekt met een stoutmoedigheid, alsof het onloochenbare feiten zijn.’ (J.Kits, 8)

Hij constateert vervolgens:

‘Vaak wordt zo’n criticus (van de Bijbel, SK) aangekondigd als ‘een der geleerdste mannen van de moderne tijd’. (J. Kits, 9)

Wordt zo iemand nader aan de tand gevoeld, dan blijkt het met diens kennis van de Bijbel nogal tegen te vallen. Zo beweren deze ‘deskundigen’ regelmatig dat de Bijbel leert dat de aarde hooguit 10.000 jaar oud is. Het zit echter heel anders. 

‘Genesis tracht nergens de datum van de oorspronkelijke schepping van de hemel en de aarde vast te stellen.’ (J. Kits, 15)

Terecht schrijft hij verder: 

‘Zonder goddelijke leiding had Mozes dezelfde dwaze fouten gemaakt welke bijvoorbeeld in de Boeddhistische beschrijving voorkomen.’ (J. Kits, 17)

Oordeel zelf.

Het begin van alles wordt in het Boeddhistische scheppingsverhaal beschreven als een leegte. Vanuit de leegte ontstond een wezen, gevolgd door een licht met vele kleuren. Vervolgens werden wind, vuur, water, schuim en een schildpad geboren. De schildpad had zes eieren, waaruit zes slangen kwamen; de zes klassen van levende wezens op aarde.

Hebt u ooit iemand meegemaakt die op grond van dit verhaal het Boeddhistische geloof in diskrediet trachtte te brengen? Waarom gebeurt dat dan wel met het Bijbelse scheppingsverhaal? Want de Bijbel schetst een wel heel ander beeld. 

Door het geloof verstaan wij, dat de wereld door het woord Gods tot stand gebracht is, zodat het zichtbare niet ontstaan is uit het waarneembare. (NBG)(Hebreeën 11:3)

In eenvoudige bewoordingen: Iemand maakte iets. Dat iets ontstond toen die Iemand sprak. Daarvoor was er niets. Althans niet iets dat door ons had kunnen worden waargenomen.

‘Een andere Bijbelse geschiedenis die regelmatig op de korrel wordt genomen is het zondvloedverhaal. Bijbel-critici zijn tot de slotsom gekomen, dat gedichten op Assyrische en Babylonische kleitafeltjes de oorspronkelijke verhalen zijn over de zondvloed, en dat de Joden deze verhalen op een latere datum in hun geschiedenis hebben ingelast. Met andere woorden, de beweringen van laatstgenoemden zouden niet op de werkelijke feiten gegrond zijn, maar op de legendes van naburige volken.’ (J. Kits, 26)

Resultaat: de Bijbel wordt gedegradeerd tot een Boek vol plagiaat. Hoor ik daar iemand besmuikt grinniken?

Waarom vallen mensen altijd weer de Bijbel aan?

‘Reis naar een willekeurige staatsschool in Amerika en probeer iemand te vinden die de Koran aanvalt. Nee, integendeel, men praat met respect over dat boek. Zoek een openbare universiteit uit en probeer iemand te vinden die het boek van Mormon aanvalt. Niemand te vinden. Waarom valt men dan wel de Bijbel aan? Omdat de almachtige God een boek geschreven heeft, dat de mensen overtuigt van hun zonden en van de noodzaak zich met Hem te verzoenen. ‘(J. McDonald, 14) 

Met andere woorden, de Bijbel vormt een bedreiging. Als de inhoud van de Bijbel op waarheid berust is er een God die elk mens ter verantwoording zal roepen. Daar houden we niet zo van. En dus proberen we de Bijbel in diskrediet te brengen.

McDonald ontzenuwt een aantal veelgehoorde argumenten waarmee men de inhoud van de Bijbel probeert te ontkrachten. Zo is er de opmerking dat de huidige Bijbel in velerlei opzicht afwijkt van wat de Bijbelschrijvers ooit noteerden. Bij het overschrijven stapelde zich fout op fout, het aantal manuscripten waarop de Bijbel is gebaseerd is te klein, en ook nog eens van te recente datum. 

‘Er zijn op dit ogenblik meer dan 5600 oude manuscripten van het Griekse Nieuwe Testament. Voeg daarbij de 10.000 Latijnse manuscripten en 9300 andere oude geschriften, dan hebben we een totaal van 25.000 oude manuscripten van de Bijbel. Geen andere oude documenten van welk boek dan ook bereikt dit aantal. Het meest gekopieerde document naast de Bijbel is Ilias van Homerus. Daarvan bestaan 643 manuscripten, waarvan niet een volledig. Er zijn dus aanmerkelijk meer manuscripten van de Bijbel dan van Homerus. Als u zou gaan naar een universiteit en zou zeggen tegen een professor die een studie gemaakt heeft van de oude literatuur: “Ik geloof niet dat we een betrouwbare versie hebben van Ilias van Homerus”. Dan zou hij zeggen: “Waar praat u over? Natuurlijk hebben we die”. Wanneer 643 manuscripten voldoende zijn om een oude tekst te bevestigen, wat denkt u dan van ongeveer 25.000 manuscripten? Hoe kan iemand eraan twijfelen of we de oorspronkelijke tekst van de Bijbel bezitten?’ (J. McDonald, 15-16)

Wat ook steeds weer de aandacht trekt is de voortdurende aanval op de historische juistheid van de Bijbel. De archeologie doet een vondst, verbindt er een datum aan en constateert dat die afwijkt van wat in de Bijbel staat. Ach ja, wat wil je ook, zo’n oud boek, geschreven door primitieve mensen? McDonald tapt uit een ander vaatje: 

‘De buitensporige kritiek op de Bijbel door vooraanstaande geleerden van de achttiende en negentiende eeuw is in toenemende mate onjuist gebleken. Talrijke ontdekkingen hebben de nauwkeurigheid van ontelbare details uit de Bijbel aangetoond. Steeds meer wordt de waarde van de Bijbel erkend als een historisch betrouwbare bron.’ (J. McDonald, 20)

Het gebeurde … echt

De crux van dit alles zit hem natuurlijk in de aard van het Christelijk geloof. Dit geloof is gebaseerd op historische feiten – echte gebeurtenissen. Michael Green schrijft: 

‘Met uitzondering van de Joodse godsdienst en het Christendom, geldt dit min of meer voor alle grote wereldgodsdiensten: de historische feiten zijn niet van belang.’ (M. Green, 9) 

Zonder historische verifieerbare feiten is er echter geen Christelijk geloof. Green: 

‘Het gaat allemaal over de Jezus uit de annalen der geschiedenis. Verwijder Hem uit het Christendom en er blijft niets kenmerkends over. Wanneer men zou kunnen aantonen dat Christus nooit bestaan heeft, zou het Christendom als een kaartenhuis in elkaar storten.’ (M. Green, 10) 

Een aandoenlijk versimpelde variant hierop is de ontkenning van het bestaan van God. God bestaat niet, want we zien Hem nooit, dus waar is Hij? Green: 

‘Het was een fout van de Rationalisten te veronderstellen dat Gods bestaan afhing van het feit, of Hij ergens in deze wereld zou kunnen worden waargenomen; een misvatting waar nog eens de aandacht op werd gevestigd toen de Russische astronaut Gagarin beweerde dat God ongetwijfeld niet bestond, omdat hij Hem niet gezien had tijdens zijn ruimtereis rond de aarde! Het is als het bestaan van een schilder ontkennen op grond van het feit dat deze zelf niet op zijn doek voorkomt. De waarheid is echter, dat het schilderij, alhoewel het zichzelf verklaart, in het geheel niet zou hebben bestaan als de schilder er niet was geweest (…)’ (M. Green, 44-45).

Zo geloof ik (SK) dat de Bijbel zonder de Auteur niet had bestaan. Het zijn apostelen als Petrus en Johannes die nauwkeurig weergeven wat ze hebben gezien en gehoord. Petrus schrijft: 

Toen we u de machtige komst van onze Heer Jezus Christus bekendmaakten, waren we niet afhankelijk van gefantaseerde verhalen. Nee, met eigen ogen hebben we zijn luister gezien. Want toen God, de Vader, hem eer en glorie verleende en vanuit de hemelse heerlijkheid tot hem sprak: Dit is mijn geliefde Zoon, de man naar mijn hart, hebben wij dat gehoord. Die stem hoorden wij uit de hemel klinken, toen we met hem op de heilige berg waren. (Groot Nieuws Vertaling)(2 Petrus 1:16-18)

Johannes begint zijn eerste brief met een vergelijkbare verklaring: 

Het was er van het begin af aan. We hebben het gehoord en met eigen ogen gezien, we hebben het aanschouwd en met onze handen aangeraakt. We bedoelen: het Woord dat leven geeft. Het leven is verschenen. Dat eeuwige leven, dat bij de Vader was en aan ons is verschenen, hebben wij gezien. We getuigen ervan en maken het u bekend. Wat we hebben gezien en gehoord, maken we ook u bekend, want we willen dat ook u met ons verbonden bent. En onze verbondenheid is een verbondenheid met de Vader en met zijn Zoon Jezus Christus. (Groot Nieuws Vertaling)(1 Johannes 1:1-3)

Wat zegt Petrus? Met eigen ogen heeft hij Jezus gezien, met eigen oren heeft hij de stem van God de Vader gehoord. Daar is geen woord van verzonnen! Ook Johannes vertelt dat hij Jezus zelf heeft gezien, en zelf heeft horen spreken. Hij heeft Jezus met zijn eigen handen aangeraakt. Hij noemt zichzelf een getuige – een persoon die tijdens een rechtszaak een verklaring onder ede aflegt over hetgeen hij waargenomen heeft. Ze waren bereid onder ede uit te komen voor de door hen beschreven waarheden – sterker nog, ze waren bereid er voor te sterven. 

Maar dat alles maakt het nog niet tot Gods Woorden. Daarom stelt Petrus onomwonden dat 

(…) mensen die namens God spraken, altijd werden gedreven door de Heilige Geest. (Groot Nieuws Vertaling)(2 Petrus 1:21)

Drijven heeft vele betekenissen. In deze teksten moeten we denken aan aandrijven; aanhoudende drang uitoefenen; aanjagen; aansporen; bewegen tot; opjagen; iemand ergens toe aanzetten. Deze mensen schreven niet omdat ze dat zelf wilden (al was dat waarschijnlijk ook het geval), maar omdat God ze geen keus liet. Een nauwkeurige bestudering van alle 66 boeken van de Bijbel zal duidelijk maken dat dit aanzetten tot schrijven regelmatig zo door de schrijvers werd ervaren.

Wij weten beter

Ronduit ergerlijk is dan ook de aanmatiging van de moderne mens die het beter meent te weten dan de schrijvers van de Bijbel zelf. Mensen oordelen over deze zaken alsof ze er zelf bij waren. Maar ze waren er niet bij. Waarom spreken ze dan met een stelligheid die de indruk geeft dat men een speciale openbaring heeft ontvangen? Klinkt hier niet door wat al in de Hof van Eden werd gehoord? Petrus en Johannes hebben dit van Godswege beschreven? Welnee, God heeft Petrus en Johannes niets opgedragen, het waren deze mannen zelf die de teleurstelling over het sterven van hun Meester verwerkten tot een nieuwe religie. 

Waarom zouden we niet gewoon het getuigenis van deze mensen vertrouwen? Daar kan maar een reden voor zijn. Hierboven noemde ik die al. Ik herhaal hem hier. ‘De Bijbel vormt een bedreiging. Als de inhoud van de Bijbel op waarheid berust is er een God die elk mens ter verantwoording zal roepen. Daar houden we niet zo van. En dus proberen we de Bijbel in diskrediet te brengen.’ Kom kom, meneer de scribent. U bent wel heel erg aan het generaliseren. Precies, en dat is met opzet. Soms is dat nodig om een punt te maken.

De citaten zijn genomen uit onderstaande publicaties.

J. Kits

Kunnen wij de Bijbel vertrouwen?

Morgenster-stichting, Zeist, mei 1974

Michael Green

Wie is op de vlucht?

Uitgeverij T. Wever B.V., Franeker, z.j.

J. McDonald,

God schreef een boek

Het Zoeklicht, Doorn, 2006