Antisemitisme in Bijbelse tijden II
In het vorige artikel hebben we een aantal stereotypen rond Israël bekeken. In dit artikel zien we er nog twee. Ook besteden we aandacht aan christelijk antisemitisme.
Stereotype 1: Geheimzinnig
Haman komt thuis van zijn vernederende rondgang met Mordechai. Woest zal hij zijn geweest. Mevrouw Haman doet er nog een schepje bovenop en zegt dat als die Mordechai tot het volk Israël behoort Haman niets tegen hem zal kunnen beginnen.
Je hoort de onzekerheid. Er is iets met dat volk. Ze hebben geheimzinnige krachten, waartegen je niets begint. Dat gevoel heeft de eeuwen door een rol gespeeld. Dat ‘er iets is met dat volk’ heeft geleid tot de meeste vreemde vermoedens en geruchten. Het heeft bijvoorbeeld geleid tot de gedachte dat Israël de wereldmacht wil grijpen. Nu is het waar dat Israël in het duizendjarige rijk het middelpunt zal vormen van Gods regering. En het is ook waar dat de gehele wereld gezegend zal worden als Israël eindelijk de positie gaat innemen die God al zo lang voor hen bestemd had. Het is echter niet waar dat Israël zo belust op macht is dat het die positie nu al zou willen grijpen. Hierin zien we opnieuw dat de haat tegen Israël vooral voortkomt uit verzet tegen God(s plannen).
Het is overigens ook mogelijk dat mevrouw Haman gewoon denkt aan de God van Israël. Als JHWH achter Israël staat is niemand in staat het te vernietigen.
Stereotype 2: Obstakel voor de wereldvrede
Een tweede stereotiep is dat men Israël ziet als een obstakel voor de wereldvrede. Er zal niet eerder vrede op aarde zijn, als het volk Israël verdwenen is.
Ahasveros schreef: ‘Als Israël weg is wordt het vrede’ – zie daarvoor de apocriefe brief uit het vorige artikel. Vandaag is het niet anders. Zelfs in Nederland vindt een meerderheid dat Israël de grootste bedreiging van de wereldvrede is. Als Israël niet zou bestaan hebben we een betere wereld – hoe verzin je het.
God afwezig?
Het boek Esther wordt vaak bijzonder genoemd omdat de naam van God er niet in wordt genoemd. God lijkt afwezig. Deze situatie doet zich vaker voor. Het meeste duidelijke voorbeeld is wel het lijden en sterven van de Here Jezus aan het kruis. ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt u Mij verlaten?’
In het begin van deze artikelen heb ik iets geschreven over de oordeelsaankondigingen aan het slot van Leviticus en Deuteronomium. Eerst is er de belofte dat God zal wonen in het midden van volk. Tot aan de verwoesting van de tempel te Jeruzalem was dat dan ook het geval. Maar mét de verwoesting trekt God zich terug in de hemel. Hij voert het oordeel uit dat al in de tijd van Mozes was aangekondigd: als het volk aldoor maar afdwaalt, ‘dan zal Ik Mijn aangezicht te dien dage verbergen’ (Deuteronomium 31:18). De verwoesting betekende het einde van het wonen van God op aarde. God verbergt Zich. Zie voor ‘de woonplaats van God’ ook Deuteronomium 12:11 en 14:23.
Bijzonder is dat Mordechai Esther waarschuwt niet werkeloos aan de kant te blijven staan. Zou ze niets doen dan zou er hulp van een andere plaats komen, vanuit de woonplaats van God! (Esther 4:14)
Eigen schuld?
Je zou kunnen denken dat Mordechai de problemen over zichzelf afroept. Als hij niet zo halsstarrig was blijven staan, zou Haman hem nooit in het oog hebben gekregen. En het is nog maar de vraag of Haman zijn plannen om het Joodse volk te vernietigen al zo gauw in werking zou hebben gezet. Dom dus van Mordechai? Nee, integendeel, hij beantwoordt als een van de weinigen aan de roeping van Israël: getuige zijn van JHWH in deze wereld. Mordechai getuigt dat er een hogere macht is dan de menselijke macht. Hij brengt dat tot uiting door niet te willen knielen voor Haman.
Het vergelijk met Israël in onze dagen is ook hierin duidelijk. Israël wenst niet te buigen voor de macht van deze wereld. In alles – maar toch vooral in de confrontatie met de Verenigde Staten, de Europese Unie, Rusland en de Islam is het een getuige van God. Niet de mens, maar God vormt de hoogste autoriteit. Een voorbeeld voor ons christenen!
Uitverkoren
Vaak hebben Joden de laatste eeuwen verzucht dat het wel wat minder uitverkoren wilde zijn. Maar God houdt vast aan Zijn plannen met Zijn volk, ook als dat volk van Hem afdwaalt. Het is niet moeilijk in te zien waarom het de Joden nooit is gelukt te verdwijnen in de volkenwereld. God houdt het besef van de uitverkiezing wakker, voorkomt vergaande aanpassing en dwingt Zijn volk herkenbaar te blijven.
Netanyahu en Obama
Tijdens zijn bezoek aan Obama bood Netanyahu de Amerikaanse president een exemplaar van het boek Esther aan. Daarmee gaf hij een duidelijk signaal af. Wat Haman destijds niet lukte, zal ook nu niet slagen. God zal Zijn volk beschermen. Ook hield het een waarschuwing in aan de Verenigde Staten van Amerika. Zoals eens Haman ten onder ging in zijn poging Israël te vernietigen, zo zal het ook in onze tijd gaan. Netanyahu getuigt dat er een hogere Machthebber is aan Wie hij wil en moet gehoorzamen.
CFOIC
In de nieuwsbrief van het CFoIC (Christian Friends of Israeli Communities – verbonden met Christenen voor Israel) schreef Sondra Baras in maart het volgende.
‘Maart was een moeilijke maand voor Israël omdat er voortdurend raketten vanuit het zuiden vielen die de levens van honderdduizenden mensen in de war brachten. Zelfs toen we Purim vierden en feestten dat de boze Haman was verslagen, zaten onze moderne Hamans niet stil om te proberen Joden te doden. Maar vandaag hebben we vrienden onder de volkeren. Anders dan in de oude dagen van Perzië, toen alleen de Joodse koningin Esther het voor de Joden opnam, hebben we nu jullie. Moge G-d je de kracht geven om ermee door te gaan om Israël te steunen’.
Zo zien we hoe actueel de Schrift is – het boek Esther toont aan dat er niets nieuws onder de zon is. Het zou goed zijn als ook de gehele christenheid zich openlijk en van harte achter Israël opstelt – overeenkomstig Gods bedoeling.
In de volgende artikelen aandacht voor de leugens die over het huidige Israël worden verspreid, een gemeentelijke verklaring over Israël en alle zegeningen die reeds nu vanuit Israël de wereld bereiken.
Christelijke Jodenhaat
We hebben een lange periode van christelijk antisemitisme achter de rug: maar liefst 20 eeuwen en het duurt nog altijd voort. De waslijst aan bedoelde en onbedoelde Jodenhaat is schier eindeloos. Er kunnen hele bibliotheken mee gevuld worden, als elke uiting nauwkeurig zou worden beschreven. Laten we een paar onder de loep nemen.
I. Het wegzetten van de joden als de moordenaars van God.
De treurige gevolgtrekking daaruit is dat God dus (!?) niet langer van Israël zou houden, en dat het lijden van het joodse volk daaruit verklaard kan worden. Veel zich christen noemen lieden droegen maar al te graag een steentje mee aan de vervolgingen.
Natuurlijk zijn de joden niet de moordenaars van God. Op de keper beschouwd moet je zelfs vaststellen dat het de Romeinen waren die de executie voltrokken. Het waren Romeinse soldaten die de Here Jezus kruisigden. Gelukkig waren er ook tegengeluiden, zoals het beroemde gedicht van Jacob Revius.
T’en zijn de Joden niet, Heer Jesu, die u kruisten,
Noch die verraderlijk u togen voor ’t gericht, Noch die versmadelijk u spogen in ’t gesicht, Noch die u knevelden, en stieten u vol puisten, |
T’en zijn de krijgslui niet die met hun felle vuisten
De rietstok hebben of de hamer opgelicht, Of het vervloekte hout op Golgotha gesticht, Of over uwe rok saam dobbelden en tuisten – |
Ik ben ‘t, o Heer, ik ben ‘t die u dit heb gedaan,
Ik ben de zware boom die u had overlaân, Ik ben de taaie streng waarmee Gij ging gebonden, |
De nagel en de speer, de gesel die u sloeg,
De bloed-bedropen kroon die uwe schedel droeg, Want dit is al geschied, helaas! om mijne zonden. |
II. Eeuwenlange steeds terugkerend uitingen van haar leidden tot de holocaust.
Niemand kan er om heen dat de holocaust christelijke wortels heeft. De kerk heeft 20 eeuwen lang allerlei anti-Joodse leringen verkondigd (zie hierboven). Een zeer verderfelijke leer was en is (!) de vervangingsleer. Israël heeft afgedaan, en de kerk is er voor in de plaats gekomen. Gevolgtrekking: alle zegeningen zijn in het vervolg voor de kerk, en alle vervloekingen voor de Joden.
Hitler kwam met zijn ‘Endlösung der Judenfrage’ (definitieve oplossing van het Joodse vraagstuk). Hij verwees naar Luther toen hij zei: ‘Die Juden haben Jesus gekreuzigt, darum sind sie nicht wert zu leben.’ En dat terwijl Gods Woord niets aan duidelijkheid te wensen over laat.
1 Ik zeg dan: Heeft God zijn volk verstoten? Volstrekt niet! Ik ben immers ook een Israëliet, uit het geslacht van Abraham, van de stam van Benjamin.
2 God heeft zijn volk niet verstoten dat Hij tevoren heeft gekend. (…) (Romeinen 11:1-2)
III. Joden werden niet zelden gedwongen uit een land te vertrekken.
Een bekend voorbeeld is het Spaanse ‘Edict van verdrijving’ uit 1492:
Met dit edict gebieden wij alle Joden en Jodinnen, van alle leeftijden, die in onze domeinen en gebieden gevestigd zijn, te vertrekken voor eind juli van dit jaar, en dat zij niet mogen terugkeren naar onze landen.
Het had tot gevolg dat duizenden Joden naar Portugal vluchtten en van daaruit over geheel Europa een goed heenkomen zochten, ondermeer in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
IV. Gedwongen bekeringen
We kijken tegenwoordig met afschuw toe hoe groeperingen als Boko Haram en IS christenen dwingen zich tot de Islam te bekeren. We hebben als christenen echter zelf het verkeerde voorbeeld gegeven. Talloze Joden hebben zich tot het christendom bekeerd om aan vervolging te ontkomen. Al de eeuwen door werden Joden vermoord, alleen maar omdat ze Jood waren. Anderen moesten speciale kleding dragen (de Jodenster stond in een lange traditie!), ze werden samengedreven in getto’s, hun bezittingen werden geroofd of vernield.
Dat dit alles het bereiken van het Joodse volk met het evangelie zeer heeft bemoeilijkt, laat zich raden. Binnen Joodse kringen wordt ‘jodenzending’ als een uiting van antisemitisme beschouwd, wat geen verbazing hoeft te wekken. Toch blijven de woorden van Paulus staan.
1. Ik spreek de waarheid in Christus, ik lieg niet, terwijl mijn geweten meegetuigt door de Heilige Geest,
2. dat ik grote droefheid heb en een onophoudelijke smart in mijn hart.
3. Want zelf heb ik gewenst door een vloek gescheiden te zijn van Christus ter wille van mijn broeders, mijn verwanten naar het vlees. (Romeinen 9:1-3)
Paulus zegt hier dat hij het vreselijk vindt, dat zijn volksgenoten (de Joden) voor eeuwig verloren dreigen te gaan. Het gaat hem zo aan het hart, dat hij zelf zijn eeuwige leven zou willen opgeven, als hij daarmee de Joden zou kunnen redden! Dat is een andere houding, dan zovele van zijn antisemitische geloofsgenoten. Paulus toont hier de gezindheid van de Here Jezus, die Zijn leven over gaf om velen te redden.