Enkele weetjes over de maan
Onze maan is erg bijzonder omdat in verhouding tot de planeet waarom ze draait deze de op een na grootste is van ons zonnestelsel. Er zijn een paar manen die nog groter zijn dan de onze, maar die draaien om reuzenplaneten. De miniplaneet Pluto heeft een maan die in verhouding nog groter is, maar Pluto’s maan Charon zelf is veel kleiner dan de onze.
De diameter van de maan is 3475 kilometer. De gemiddelde afstand aarde-maan is 384 440 km. De baan die de maan om de aarde draait is niet cirkelvormig. De grootste afstand aarde-maan is 405 500 km, de kleinste 363 345. Vandaar dat we spreken over gemiddelde afstand. De maan heeft geen atmosfeer.
De rotatie van de maan om de aarde is synchroon. Dat wil zeggen dat de maan precies één keer om zijn as draait tijdens een rondje om de aarde. Het gevolg is dat we altijd dezelfde kant van de maan zien.
Als de schaduw van de aarde op de maan valt, spreken we van een maansverduistering. Staat de maan tussen de zon en de aarde in, dan is het mogelijk een zonsverduistering waar te nemen.
De aantrekkingskracht die de maan op de aarde uitoefent, leidt tot getijden – eb en vloed. Hierdoor is het water in de oceanen constant in beweging, wat erg belangrijk is voor het leven op aarde. Als zon, maan en aarde op één lijn staan, versterkt dat de aantrekkingskracht en spreken we van springvloed. Staan zon, maan en aarde daarentegen onder een hoek ten opzichte van elkaar, dan werken de aantrekkingskrachten elkaar tegen, en ontstaat er doodtij.
Het oppervlak van de maan ziet er pokdalig uit. Dat komt door de inslagen van grote en kleine steenmassa’s vanuit de ruimte. Omdat de maan geen atmosfeer heeft, verbrandt er niets en bereikt alles ongeschonden het maanoppervlak.
De Bijbel spreekt over de maan als fundament onder de kalender
In Psalm 104 wordt de regelmaat die God in de schepping heeft gelegd benadrukt. De zon is nodig om dag en nacht van elkaar te onderscheiden, aan de maan wordt de afwisseling van de maanden ontleend. Israël had dan ook een maankalender, waarover hieronder iets meer.
Hij heeft de maan gemaakt voor de vaste tijden, de zon kent de tijd van haar ondergang. (Psalm 104:19)
In de zegenspreuk over Jozef wordt de maan tot de zegeningen uit de hemel gerekend, nodig om de oogst tot stand te brengen. Dat lijkt enigszins vreemd, maar we moeten hier denken aan de seizoenen die kunnen worden vastgesteld aan de hand van de standen van de maan. Zaaien en oogsten moet immers op het juiste moment plaatsvinden.
13 Van Jozef zeide hij: Zijn land zij door de Here gezegend (…)
14 (…) met de kostelijkste gave, die de maan doet uitspruiten; (Deuteronomium 33:13-14)
Nieuwe maan is een belangrijk ijkpunt
Volgens Numeri 28:11 was Israel aan het begin van elke maand verplicht een offermaaltijd te houden. David – nog in dienst van Saul – werd geacht daarbij aanwezig te zijn.
David antwoordde Jonatan: Zie, morgen is het de nieuwe maan, dan zou ik bij de koning aan de maaltijd moeten deelnemen. Indien gij mij verlof geeft, houd ik mij in het veld verborgen tot overmorgenavond. (1 Samuel 20:5)
De zoon van de Sunamitische sterft ten gevolge van een zonnesteek. De moeder wil met haar gestorven zoon naar Elisa. Haar man, die niet van het sterven op de hoogte is, verbaast zich dat zijn vrouw wil vertrekken. Dat doe je toch alleen maar bij speciale gelegenheden zoals een nieuwemaansfeest?
En hij vroeg: Waarom wilt gij vandaag naar hem toegaan? Het is immers geen nieuwe maan of sabbat. Maar zij antwoordde: Wees maar gerust. (2 Koningen 4:23)
De psalmist roept op om de bazuin te blazen. Dit diende te gebeuren aan het begin van elke nieuwe maand (nieuwe maan), en tweemaal halverwege een maand (volle maan), namelijk Pascha en Loofhuttenfeest.
Blaast de bazuin op de nieuwe maan, op volle maan voor onze feestdag. (Psalm 81:4)
We zien dus dat de bepaling van belangrijke data aan de hand van de maan plaatsvond.
De Bijbel spreekt naast de zon ook over de maan als afgod
In het Oude Testament wordt vaak over afgoderij gesproken. Ook hemellichamen werden vereerd als afgod. God waarschuwt – bij monde van Mozes – Israël die weg niet op te gaan.
En dat gij ook uw ogen niet opslaat naar de hemel, en de zon, de maan en de sterren, het gehele heer des hemels, aanziet en u laat verleiden u voor die neer te buigen en hen te dienen, die de Here, uw God, heeft toebedeeld aan alle volken onder de ganse hemel (Deuteronomium 4:19)
Job vertelt dat de pracht van het firmament hem in verleiding kon brengen in de zon en de maan afgoden te zien. Hij heeft het niet gedaan, omdat hij weet dat God dit verbiedt.
26 Indien ik de zon heb aangezien, wanneer zij straalde, en de maan, die in pracht voortschreed,
27 Zodat mijn hart heimelijk verlokt werd, en mijn hand mijn mond heeft gekust,
28 Dan zou ook dat een ongerechtigheid zijn geweest, voor de rechter te boeten, want ik zou God daarboven hebben verloochend. (Job 31:26-27)
Afgoderij
De maan werd op vele plaatsen verafgood. Bekend zijn de Griekse Aphrodite, de Artemis van Efeze (Handelingen 19) en de Romeinse Luna (Luna betekent maan). Maar ook in onze tijd speelt de maan een rol in afgoderij. De neoheidense wicca (zie vorige artikel) vereert de maan als de Grote Moedergodin.
Islam
Binnen de islam bestaan speciale gebeden en rituelen gerelateerd aan de maan. Het meest opvallende voorbeeld hiervan is het Taraweeh-gebed tijdens de heilige maand Ramadan, dat wordt uitgevoerd na het avondgebed en dat gedurende de hele maand plaatsvindt. Bovendien heeft de maan symbolische betekenissen binnen de islam. Het wordt vaak geassocieerd met goddelijke verlichting en leiding. De maan wordt in de islamitische kunst in de regel afgebeeld als een symbool van spirituele groei en verlichting.
Over het algemeen wordt de maan in de islam beschouwd als een teken van de grootheid van Allah en wordt het vaak geassocieerd met spirituele betekenissen en praktijken.
Maankalender
De Joodse kalender is hoofdzakelijk een maankalender. Immers, bij elke nieuwe maan begint een nieuwe maand. Een betrouwbare zuivere maankalender – dat wil zeggen de maan volgen zonder correcties toe te passen – is niet goed mogelijk.
Het probleem is dat in een zonnejaar (de aarde is dan eenmaal rond de zon gegaan) ongeveer 12,4 maan-maanden gaan. Dat pakt altijd verkeerd uit. Ga je uit van een maanjaar van 12 maan-maanden, dan kom je ieder jaar 11 dagen tekort. Kies je voor een maanjaar van 13 maan-maanden dan heb je 19 dagen te veel. Welke keus je ook maakt, geen jaar zal meer gelijk zijn aan het vorige of volgende. Wie in de zomer jarig is, zal uiteindelijk in de winter zijn verjaardag vieren, en jaren later weer in de zomer. Dit verschuiven van de maanden werd opgevangen door af en toe een extra (13de) maand in te voegen.
In de vierde eeuw na Christus ontwierp Hillel II een vaste kalender. Deze is gebaseerd op ingewikkelde rekenkundige en astronomische berekeningen. De eerste regel stelt dat de maanden om-en-om 29 en 30 dagen tellen. Het fijn-tunen van de kalender leidt tot gecompliceerde berekeningen. De kalender van Hillel II is nog steeds in gebruik.
De moslims gebruiken een maankalender van afwisselend 29 en 30 dagen per maand. Omdat het de moslims niet is toegestaan correcties hierop toe te passen, verschuiven hoogtijdagen als de ramadan en het suikerfeest van jaar tot jaar.
Het hoge jaartal op de Joodse kalender wordt verklaard doordat men de leeftijden van alle in de Bijbel vanaf de schepping genoemde personen bij elkaar optelt. Het gevolg is dat waar wij 2017 tellen, de Joodse kalender op 5778 staat (jaartallen op moment van schrijven van artikel).