Dit worden geen wetenschappelijke artikelen. Het is geen verdediging van het creationisme tegenover de evolutietheorie. Wel gaat het over de ouderdom van de aarde, en dan met name wat de Bijbel daarover zegt. Ik hoop te laten zien dat de Bijbel meer tijd sinds de schepping veronderstelt dan doorgaans in creationistische kringen wordt gesuggereerd. Ook hoop ik te laten zien dat de denkwijze in simplistische weergaven van de evolutietheorie – het evolutionisme – ons zicht op Bijbelse gegevens en de consequentie van een juiste weergave van die gegevens vertroebelt. Dat evolutionisme beweert dat hoe verder we teruggaan in de menselijke geschiedenis, hoe primitiever de mens en diens samenleving wordt.
Heel simpel weergegeven verstaan we onder evolutie ‘de leer dat de huidige mens, dier- en plantensoorten zich geleidelijk hebben ontwikkeld uit eerdere soorten’ (Prisma woordenboek Nederlands). De allesoverheersende conclusie is dat deze ontwikkeling van eenvoudig naar ingewikkeld gaat. Creationisme daarentegen is de ’theorie die alles wat bestaat, verklaart uit de schepping door God’ (Prisma woordenboek Nederlands).
Geslachtsregisters
De Bijbel bevat een aantal geslachtsregisters. Voor dit artikel zijn vooral die uit Genesis hoofdstuk 5 en 11 van belang. Laten we eens veronderstellen dat deze lijsten compleet zijn, en dat ‘vader-zoon’ uitsluitend ‘lijfelijk vader-zoon’ is. Enig rekenwerk leidt dan tot de conclusie dat de zondvloed heeft plaatsgevonden in 2459 voor Christus, 1656 jaar na de schepping. Adam is geschapen in 4115 voor Christus. Het is echter maar de vraag of we dit zo kunnen stellen. Het gaat derhalve om de vraag of de lijsten ‘gesloten’ zijn (ze geven de juiste en complete informatie) of ‘open’ (ze geven juiste informatie, maar zijn niet compleet).
Symmetrie
Het eerste punt dat ons in de registers uit Genesis hoofdstuk 5 en 11 moet opvallen is dat ze qua structuur geheel identiek zijn. Ze beschrijven tien generaties en eindigen met een vader met drie zoons.
Toen Noach vijfhonderd jaar oud geworden was, verwekte Noach Sem, Cham en Jafet. (Genesis 5:32)
Toen Terach zeventig jaar geleefd had, verwekte hij Abram, Nachor en Haran[1]. (Genesis 11:26)
Het geslachtsregister aan het begin van het evangelie van Matteüs laat ook bepaalde structuur zien.
Al de geslachten dan van Abraham tot David zijn veertien geslachten en van David tot de Babylonische ballingschap veertien geslachten en van de Babylonische ballingschap tot de Christus veertien geslachten. (Matteus 1:17)
Het heeft er alle schijn van dat deze symmetrie met opzet is aangebracht – 10 generaties, 3 maal 7 generaties.
Open of gesloten?
In 1 Kronieken 6:1-14 vinden we een geslachtslijst die overeen lijkt te komen met een lijst in Ezra 7:1-5. Het doel van de lijst in Ezra was bewijzen dat Ezra een nakomeling van Aäron was. Vers 6 zegt dat ‘Hij (Ezra) een schriftgeleerde was, bekwaam in de wet van Mozes’. Blijkbaar was dat niet genoeg, en dus moest zijn afstamming van Aäron worden aangetoond. Ezra hoefde voor dat doel niet de hele lijst op te voeren. Een vergelijk met 1 Kronieken 6 leert namelijk dat hij zes namen weglaat. Aangezien hij een schriftgeleerde was, zal die weglating bewust zijn gedaan, het was geen vergissing.
Ezra laat zes namen weg
Ezra begint in het heden en eindigt bij Aäron. Kronieken begint in het verleden en eindigt in het toenmalige heden. De lijst uit Ezra noemen we open (of: gesegmenteerd), de lijst uit Kronieken gesloten (of: lineair).
Zoon van …
In veel geslachtslijsten wordt de aanduiding ‘zoon van’ gebruikt. De volgende teksten laten zien dat ‘zoon van’ ook kleinzoon of achterkleinkind kan betekenen.
Laban had Bilha als slavin aan Rachel gegeven. Bilha kreeg zeven zonen die golden voor Rachels zonen. Uit de voorgaande verzen blijkt echter dat kleinzonen ook als zonen telden.
Dit waren de zonen van Bilha, die Laban aan zijn dochter Rachel gegeven had, en zij baarde dezen aan Jakob, het gehele zielental zeven. (Genesis 46:25)
Laban had Zilpa als slavin aan Lea gegeven. Zilpa kreeg zestien zonen die golden voor Lea’s zonen. Uit de voorgaande verzen blijkt echter dat kleinzonen ook als zonen telden.
Dit waren de zonen van Zilpa, die Laban aan zijn dochter Lea gegeven had, en zij baarde dezen aan Jakob; zestien zielen. (Genesis 46:18)
Elisa stuurt een van zijn leerlingen op pad. Hij moet Jehu, de zoon van Josafat, de zoon van Nimsi, tot koning zalven.
Wanneer gij daar gekomen zijt, zie dan uit naar Jehu, de zoon van Josafat, de zoon van Nimsi. Ga bij hem binnen, doe hem opstaan uit het midden van zijn wapenbroeders en breng hem in de binnenste kamer. (2 Koningen 9:2)
Even verderop wordt Jehu geïdentificeerd als Jehu, de zoon van Nimsi. Het ‘zoon van Josafat’ is weggelaten. Nu lijkt de tekst te zeggen dat Jehu de zoon van Nimsi is, terwijl hij volgens vers 2 de kleinzoon is.
En de wachter berichtte: Hij is bij hen aangekomen, maar keert niet terug. En zoals zij voortjagen, zo jaagt alleen Jehu, de zoon van Nimsi, want hij jaagt als een razende. (2 Koningen 9:20)
Matteus laat zien dat de Here Jezus van David en Abraham afstamt. Hij noemt Hem echter tweemaal ‘zoon van’.
Geslachtsregister van Jezus Christus, de zoon van David, de zoon van Abraham. (Matteus 1:1)
Alleen personen?
In Genesis 10 zien we nog duidelijker dat geslachtsregisters geen chronologie willen zijn. In onderstaande grafiek is te zien dat de lijsten behalve de namen van personen, ook namen van landen, volken, steden en stammen bevatten. Het zal duidelijk zijn dat een man geen volkeren en dergelijke voortbrengt. De lijst wil alleen zeggen dat een deel van het nageslacht van een persoon teruggevonden kan worden in een volk of stam.
De lijsten als geheel laten zien hoe de lijn der geslachten van Adam en Eva tot op Israël globaal is verlopen.
Wie kende wie?
Als we de geslachtslijsten uit Genesis 5 en 11 bekijken komen we tot enkele merkwaardige conclusies. Adam heeft Set, Enos, Kenan, Mahalalel, Jered, Henoch, Metuselach en Lamech gekend. Enos, Kenan, Mahalalel, Jered, Metusalach en Lamech leefden nog toen Noach in beeld kwam. Wat lezen we over Noach?
Noach was onder zijn tijdgenoten een rechtvaardig en onberispelijk man; Noach wandelde met God. (Genesis 6:9)
En de Here zeide tot Noach: Ga in de ark, gij en geheel uw huis, want u heb Ik in dit geslacht voor mijn aangezicht rechtvaardig bevonden. (Genesis 7:1)
Als Noach zich zo duidelijk onderscheidde van zijn tijdgenoten, hoe zat het dan met mannen als Enos, Kenan, Mahalalel, Jered, Metusalach en Lamech? Waren die dan niet rechtvaardig en onberispelijk? Doorgaans kenschetsen we de lijn van Adam, Set en verder als ‘goede mensen’, terwijl de lijn van Adam, Kain en verder als ‘slecht’ te boek staat. Het kan niet kloppen dat ‘de goede lijn’ zo slecht was, dat alleen Noach nog door God als rechtvaardig kon worden betiteld. Deze mensen leefden derhalve niet in dezelfde tijd, ze waren allang gestorven toen God Noach opdracht gaf tot de bouw van de ark. En, zoals we boven zagen, de systematiek van de geslachtslijsten laat deze conclusie toe.
In Genesis 11 is iets vergelijkbaars aan de hand. Noach leefde volgens die lijst nog in de tijd van Abraham, Sem nog ten tijde van Isaak en Jakob. Nergens in de Bijbel vinden we echter ook maar enige aanwijzing dat deze mannen elkaar kenden. Men wijst wel eens naar Melchisedek. Hij zou Sem zijn. In Hebreeën wordt het volgende van Melchisedek gezegd.
1 Want deze Melchisedek, koning van Salem, priester van de allerhoogste (…)
2 (…), is vooreerst, volgens de uitlegging (van zijn naam): koning der gerechtigheid, vervolgens ook: koning van Salem, dat is: koning des vredes;
3 zonder vader, zonder moeder, zonder geslachtsregister, zonder begin van dagen of einde des levens, en, aan de Zoon van God gelijkgesteld, blijft hij priester voor altoos. (Hebreeën 7:1-3)
Maar Sem was niet zonder vader, zonder moeder, zonder geslachtsregister. Hij kan dus Sem niet zijn. We zagen eerder dat Noach met God wandelde. Van Abraham daarentegen weten we dat hij, voor God hem riep, de afgoden diende!
En Jozua zeide tot het gehele volk: Zo zegt de Here, de God van Israel: aan de overzijde der Rivier hebben oudtijds uw vaderen gewoond, Terach, de vader van Abraham en de vader van Nachor, en zij hebben andere goden gediend. (Jozua 24:2)
Hieruit valt af te leiden dat Abraham leefde lang nadat Noach en Sem waren gestorven. De enige andere verklaring zou kunnen zijn dat Noach en Sem nagelaten hebben Abraham op diens dwaling te wijzen. Maar dit laatste is zo onwaarschijnlijk, dat het eerste wel waar moet zijn.
Cultuur?
Als we gaan rekenen met de getallen van Genesis 5 en Genesis 11 dan vinden we dat Abraham een kleine 300 jaar na de zondvloed is geboren. Lezen we echter de geschiedenis van Abraham vanaf Genesis 12 dan zien we dat in zijn tijd vele volken en culturen tot bloei waren gekomen. Ur der Chaldeeën, Sodom, Gomorra en Egypte bestonden al geruime tijd. Acht mensen overleefden de zondvloed. Hoe groot zal de mensheid geweest zijn na 300 jaar? Veel te klein om tot zulke belangrijke daden in staat te zijn.
Nog voor Abrahams geboorte vond de geschiedenis van de torenbouw van Babel plaats. Genesis 11 laat duidelijk zien dat het niet een handjevol mensen was dat ‘een stad met een toren die tot in de hemel reikte’ ging bouwen. De omstandigheden gedurende het leven van de mensen die worden genoemd in de geslachtslijsten in Genesis 11 wijzen onontkoombaar op veel meer tijd dan de luttele honderden jaren die de ‘gesloten’ lijsten suggereren.
Genesis 1 en 2
Hoe zit het dan met Genesis 1 en 2? Valt daar nog iets te zeggen over ‘meer tijd’? Misschien, maar leidt waarschijnlijk tot gespeculeer. Daar komt bij dat Mozes in zijn afscheidsrede iets heel bijzonders zegt.
Gedenk aan de dagen van weleer, let op de jaren van geslacht na geslacht (Deuteronomium 32:7)
Mozes’ oproep valt in twee delen uiteen. De jaren van geslacht na geslacht begonnen met de schepping van de mens. De dagen van weleer moeten we daar aan voorafgaand denken. Waarschijnlijk zullen we het hiermee moeten doen.
In het volgende artikel ga ik in op mogelijke consequenties van dit alles.
[1] De LXX voegt Kainan in, die ook in Lucas 3:36 wordt genoemd. Dit leidt tot de genoemde 10 generaties.