In den beginne …

Tot aan het eind van de jaren 50 van de vorige eeuw zouden mensen de vraag in de titel hebben beantwoord met ‘van alles, maar niet de aarde’. Maar met de opkomst van de ruimtevaart weten we inmiddels ook hoe onze aarde er vanaf een afstand uitziet. Veel mensen spreken sindsdien in lyrische bewoordingen over de schoonheid van onze planeet. Vooral de kleur blauw valt op en maakt dat de aarde doet denken aan een juweel. De aarde is inderdaad buitengewoon. In dit artikel passeren een aantal van die bijzonderheden de revue.

God is de Schepper van onze aarde

In Jesaja vinden we een opmerkelijke tekst over de schepping.

Heft uw ogen naar omhoog en ziet: wie heeft dit alles geschapen? Hij, die het heer daarvan in groten getale uitleidt en elk daarvan bij name roept door de grootheid zijner sterkte en omdat Hij geweldig van kracht is; er blijft niet een achter. (Jesaja 40:26)

In ‘Het Boek’ vinden we een parafrase van deze indrukwekkende tekst.

Kijk omhoog naar de hemelen! Wie maakte al deze sterren? Als een herder die zijn schapen leidt, ze bij hun namen roept en telt om te zien of er niet één verdwaald is, zo gaat God om met de sterren en planeten. (Het Boek)(Jesaja 40:26)

God schiep het heelal met al zijn sterren, planeten, kometen, asteroïden en nevels. Hij maakte ze, gaf ze hun namen en kent hun aantal.

Uiteraard hoort planeet aarde ook bij al die hemellichamen. Ooit sprak God Job aan over de schepping van de aarde. Er is iets in die beschrijving dat laat zien dat de aarde wel heel bijzonder is.

4 Waar waart gij, toen Ik de aarde grondvestte? (…)

5 Wie heeft haar afmetingen bepaald? Gij weet het immers! Of wie heeft over haar het meetsnoer gespannen? (…)

7 Terwijl de morgensterren tezamen juichten, en al de zonen Gods jubelden? (Job 38:4,7)

Het lijkt een beetje vreemd dat in vers 5 over een meetlint wordt gesproken. Maar dat is het niet. Met deze woorden benadrukt God dat het heelal heel precies in elkaar zit en tot op de ‘centimeter’ perfect is. Ook lijkt het te refereren aan architectuur. God heeft het universum niet uit de losse pols voortgebracht, nee, het is een prachtig ontwerp, dat volmaakt tot stand is gekomen. De engelen, die getuige waren van de schepping van de aarde, konden zich blijkbaar niet stil houden. Om het een beetje plat te zeggen: ‘de ooh’s en aah’s’ waren niet van de lucht.

God de Architect

Veel van de verzen in de Bijbel die over het scheppen door God gaan, zijn overbekend. Ik noem er twee.

1 In den beginne schiep God de hemel en de aarde.

2 De aarde nu was woest en ledig, en duisternis lag op de vloed, en de Geest Gods zweefde over de wateren. (Genesis 1:1-2)

Want zo zegt de Here, die de hemelen geschapen heeft (Hij is God) die de aarde geformeerd en haar gemaakt heeft, Hij heeft haar gegrondvest; niet tot een baaierd heeft Hij haar geschapen, maar ter bewoning heeft Hij haar geformeerd: Ik ben de Here en er is geen ander. (Jesaja 45:18)

God schiep eerst het heelal (Genesis 1:1). De hemel en de aarde dus. Over die aarde wordt in vers 2 gezegd dat deze nog niet klaar was om te bewonen; leven was er nog niet mogelijk. Zo was het er donker, want er was nog geen licht op aarde. Dat wil niet zeggen dat het een complete chaos was, integendeel. De aarde kwam er omdat God dat wilde, net zo goed als al het leven er dankzij Hem is. Het doorgaande werk aan de aarde had een doel: onze planeet moest bewoonbaar worden (Jesaja 45:18). Dit betekent dat in elke nodige voorwaarde om het leven mogelijk te maken werd voorzien, en dat elke bedreiging van het voortbestaan van het leven werd weggenomen.

Zeldzame aarde-hypothese

De zeldzame aarde-hypothese stelt dat leven slechts mogelijk is als aan een groot aantal voorwaarden is voldaan. Ik noem een aantal zonder er verder op in te gaan.

  1. De baan waarmee de aarde om de zon draait mag geen perfecte cirkel zijn – de afstand van de aarde tot de zon moet dus enigszins variëren.
  2. De stand van de aardas moet scheef zijn – anders zouden de seizoenen niet mogelijk zijn.
  3. De snelheid waarmee de aarde om haar as draait moet niet te hoog, maar ook niet te traag zijn – afwijkingen zouden tot grote temperatuurverschillen leiden.
  4.  De aarde moet niet te dicht bij de zon staan, maar ook niet te ver van de zon verwijderd – heeft ook te maken met de temperaturen op aarde.
  5. De aarde moet een grote maan hebben. In ons zonnestelsel is de aarde de enige planeet die een in verhouding zo grote maan heeft. De maan is o.a. nodig om eb en vloed mogelijk te maken.
  6. De samenstelling van de atmosfeer moet precies goed zijn. Zo bestaat ongeveer 20% van onze dampkring uit zuurstof.
  7. De planeet moet een magnetisch veld hebben. Dit beschermt het leven op aarde tegen gevaarlijke straling van de zon, en ook tegen straling vanuit de diepe ruimte.
  8. Onze zon moet van het juiste type zijn – dus geen witte dwerg of een rode reus. Maar ook een ster met een veranderlijke energie-afgifte is ongeschikt.
  9. De aarde moet zich in een bewoonbare zone van het heelal bevinden. Sommige delen van onze Melkweg zijn vergeven van gamma- en röntgenstraling. Zelfs een magnetisch veld zou dat niet kunnen keren.
  10. De planeet mag niet te groot of te klein zijn. Te groot zou betekenen dat de zwaartekracht zo groot is dat alles wat leeft zich niet kan oprichten, te klein heeft tot gevolg dat de dampkring niet wordt vastgehouden.
  11. De planeet moet veel water bevatten.
  12. Enzovoort.

Met andere woorden, er zijn zoveel zaken die precies goed moeten zijn, dat het een wonder is dat er op aarde leven mogelijk is. Iemand heeft ervoor gezorgd dat al die noodzakelijke voorwaarden precies goed zijn. Aan dit alles en nog veel meer moeten we denken als we Genesis 1:2 lezen.

Pracht en praal

De voorwaarden om leven mogelijk te maken en in stand te houden zijn er. We profiteren er zelf elke dag van. Maar God heeft niet alleen ‘nuttige’ zaken geregeld. Hij heeft er bovendien een kunstwerk van ongelooflijke schoonheid van gemaakt. God Zelf is uiteraard veel groter dan Zijn eigen schepping. Paulus spreekt over Gods eeuwige kracht en goddelijkheid, die voor ons mensen niet te zien is. En toch kunnen we begrijpen dat God onvoorstelbaar wijs, creatief, groot en machtig is. Hoe? Kijk maar naar de schepping.

Want hetgeen van Hem niet gezien kan worden, zijn eeuwige kracht en goddelijkheid, wordt sedert de schepping der wereld uit zijn werken met het verstand doorzien (…)(Romeinen 1:20).