De EO brengt al een flink aantal jaren het programma ‘Adieu God?’ Tijs van den Brink spreekt met mensen die om de een of andere reden afscheid hebben genomen van het christelijk geloof. Een zo’n reden heeft te maken met vermeende tegenstrijdigheden in de Bijbel. De Schrift heet onfeilbaar te zijn, maar als twee teksten elkaar tegenspreken blijft van zo’n claim niets meer over. Zo zou Handelingen 9:7 niet met Handelingen 22:9 in overeenkomst zijn.

En de mannen, die met hem reisden, stonden sprakeloos, daar zij wel de stem hoorden, maar niemand zagen. (Handelingen 9:7)

 En zij, die met mij waren, zagen wel het licht, maar de stem van Hem, die tot mij sprak, hoorden zij niet. (Handelingen 22:9)

Een dergelijke ontdekking brengt soms een dusdanige schok teweeg, dat men zich meer en meer gaat realiseren dat de Bijbel juist vol fouten staat – en dat is heel wat anders dan wat er vanaf menige kansel wordt gepredikt. Het is voor velen de reden de Bijbel en dus ook het christelijk geloof niet langer serieus te nemen.

Nu geloven wij van harte dat de Schrift Gods Woord is en derhalve in principe foutloos (zie Johannes 10:35). De foutjes die in de loop der eeuwen in de tekst zijn geslopen, zijn vaak terug te voeren op overschrijffouten. Maar soms stuiten we op teksten die met elkaar in tegenspraak lijken te zijn. Let wel, in tegenspraak, niet tegenstrijdig. Het in tegenspraak zijn wordt dikwijls veroorzaakt door oppervlakkig lezen, tegenstrijdigheid daarentegen duidt op fouten. Dat tegenspraak niet hetzelfde is als tegenstrijdigheid illustreert Jaap Fijnvandraat met een eenvoudig voorbeeld.

Als Jan zegt: “De kerk staat rechts van de school” en Piet zegt: “Hij staat er links van”, dan is er tegenspraak. Maar er is geen tegenstrijdigheid, nl. als Jan vóór en Piet achter de school blijkt te staan.

Hoe zit het nu met Handelingen 9:7 en Handelingen 22:9? Een mogelijke verklaring kan zijn dat de metgezellen een geluid hoorden, zonder daarbij de woorden te verstaan, of zij hoorden een geluid dat ze niet konden thuisbrengen. Iets vergelijkbaars lijkt aan de hand te zijn in het evangelie van Johannes. In hoofdstuk 12 klinkt een stem. Het is de stem van God de Vader die tot de Here Jezus spreekt. De mensenmenigte om Hem heen hoort ook iets, maar wat precies, daar hebben ze geen idee van. Sommigen menen een donderslag te hebben gehoord, anderen denken dat een engel heeft gesproken.

28 Vader, verheerlijk uw naam! Toen kwam een stem uit de hemel: Ik heb hem verheerlijkt, en Ik zal hem nogmaals verheerlijken!

29 De schare dan, die daar stond en toehoorde, zeide, dat er een donderslag geweest was; anderen zeiden: Een engel heeft tot Hem gesproken. (Johannes 12:28-29)

Dit alles sluit prachtig aan bij het voorbeeld hierboven. In Handelingen was het Paulus die de openbaring ontving, zijn metgezellen niet. Ze stonden er bij, merkten dat er iets wonderlijks gaande was, maar wat dat was, ontging hen. In Handelingen 9 is het Lucas die het verhaal doet, in Handelingen 22 Paulus zelf. Lucas is nog meer ‘buitenstaander’ dan de metgezellen van Paulus. In Handelingen 22 verhaalt Paulus het vanuit zijn positie als degene die door de Here Jezus tot de orde wordt geroepen. Onderscheiden posities, die duidelijk verschillend uitwerken, maar daarom nog niet tot tegenstrijdige resultaten hoeven te leiden.

Overigens komen we ook in het Oude Testament dergelijke situaties tegen. Bijvoorbeeld in Daniel 10.

Alleen ik, Daniel, zag dat gezicht, maar de mannen die bij mij waren, zagen het niet; doch een grote schrik overviel hen, zodat zij vluchtten en zich verborgen; (Daniel 10:7)

De metgezellen van Daniel zagen niet wat de profeet zag. Niettemin namen ze iets waar wat hun de stuipen op het lijf joeg!

Het is mijn inziens laakbaar dat de EO haar kijkers hiermee in mogelijke twijfel achterlaat. Velen zullen na de uitzending de Bijbel hebben geopend om te lezen of we inderdaad met een fout in de Bijbel te maken hebben. Wie weet hoevelen op zo’n moment ook in geloofsproblemen komen.

Daarmee is tevens gezegd dat de hele programma-opzet van ‘Adieu God?’ riskant is. Twijfel zaaien lijkt me geen opdracht van de Evangelische Omroep.